De rechteloosheid van bijstandsgerechtigden

Logo van de Bijstandsbond.
Logo van de Bijstandsbond.

Voor de zoveelste maal sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw ontdekken de massamedia de schande van de vele rechteloze armen in Nederland. Behalve De Volkskrant ook de NRC die kopt: “Armoede 1.087.000”. Waarmee wordt bedoeld dat er in een van de rijkste landen ter wereld meer dan 1 miljoen armen zijn. Maar de reportages over armoede in de NRC van afgelopen zaterdag lopen toch weer uit op “blaming the victim”. Het zou aan de armen zelf liggen dat ze arm zijn. Daarom zou er gestreefd moeten worden naar gedragsverandering. Aanpak van de sociale en bureaucratische uitsluiting die in de reportages naar voren komt, blijft daarentegen buiten beeld.

Afgelopen zaterdag verscheen in De Volkskrant het artikel “Rechtsgeleerden maken zich zorgen: ‘Bijstandsfraudeurs slechter beschermd dan verdachten in strafzaken’”, geschreven door Jonathan Witteman. Hij is ook bekend van een reportage in De Volkskrant uit december 2013, toen hij met medewerking van de Bijstandsbond de misstanden aan de kaak stelde bij het dwangarbeidcentrum van stichting Herstelling, werk en uitvoering aan de Laarderhoogtweg in Amsterdam. Daar moesten bijstandsgerechtigden dwangarbeid verrichten. Dit artikel en een zwartboek van de Bijstandsbond hebben ertoe geleid dat de gemeente Amsterdam uiteindelijk een onderzoek liet instellen door het gemeentelijke Bureau Integriteit, waarbij de misstanden werden bevestigd. Daarop werden maatregelen genomen. Het dwangarbeidcentrum is inmiddels gesloten.

Opsporingsmethoden

Teneur van het nieuwe artikel over de rechteloosheid van bijstandsgerechtigden: er worden op grote schaal vergaande opsporingsmethoden ingezet, zoals achtervolgingen, gps-trackers, camera’s en het doorzoeken van databanken, bijvoorbeeld van de OV-chipkaart. De opsporingen van bijstandsfraude vallen beneden de vijftigduizend euro onder het bestuursrecht. De bijstandsgerechtigde is rechtelozer dan een verdachte van een strafbaar feit. In de reportage komt aan de orde dat sociaal rechercheurs naar aanleiding van de verhoorprotocollen verdraaide verslagen opstellen. Dat kunnen de medewerkers van de Bijstandsbond bevestigen, want het gebeurt in Amsterdam ook. Men verdraait de feiten op grote schaal om de zogenaamde fraude te kunnen bewijzen. Een uitspraak in de verhoorprotocollen: “Ik eet iedere dinsdag bij mijn vriendin” wordt dan in het verslag: “Ik eet regelmatig bij mijn vriendin”. De verslagen worden bovendien soms opgesteld door opsporingsambtenaren die het Nederlands qua lezen en schrijven slecht beheersen.

Hopelijk zal de reportage over de misstanden bij de opsporing van fraude van bijstandsgerechtigden ertoe leiden dat ook wat dit betreft maatregelen worden genomen en dat een discussie op gang komt over de onuitvoerbare Participatiewet. Maar dan moet het kwartje wel vallen dat de ingewikkelde principes van de Participatiewet onvermijdelijk tot dit soort praktijken leiden. Denk daarbij aan de verplichting voor bijstandsgerechtigden om inkomen uit bijstand in te leveren als ze kosten besparen of extra inkomsten hebben, en aan de partnertoets. Ook na diep graven door de rechercheurs valt de fraude vaak nauwelijks te bewijzen. Daardoor proberen ze vaak om het moeilijke bewijs op subjectieve en manipulatieve wijze rond te krijgen. Bijstandsgerechtigden met een positie die rechtelozer is dan die van verdachten van een strafbaar feit, decennialange misstanden in de reïntegratie-industrie, voortdurende hetzes tegen baanlozen, waarbij VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff de laatste tijd voorop loopt, wanneer gaat de beerput vol onrecht nu eens volledig open? De malversaties in de reïntegratie-industrie zijn begonnen met de Europees Sociaal Fonds-fraude in de jaren negentig. Daarna volgde fraude in de particuliere reïntegratie-industrie. Daarna kwamen de misstanden van het werken met behoud van uitkering, onder meer in Amsterdam met stichting Herstelling. Een gigantische beerput van fraude, misleiding en gesjoemel in veel gemeenten. Niet door mensen in de bijstand, maar door ambtenaren en anderen die werk en winst maken met het disciplineren en repressief bejegenen van baanlozen.

Het zou mooi zijn als het recente artikel van Witteman leidt tot veel ophef in de kringen van organisaties die met bijstandsgerechtigden krijgen te maken. Maar ik denk dat het maatschappelijke middenveld van gesubsidieerde welzijnsorganisaties en het inspraakcircus teveel genuanceerde meewerk-boter op het hoofd heeft om op de herontdekking van de armoede door de massamedia in te spelen.

Piet van der Lende