De rijken rijker: we willen een basisinkomen!

De rijkste tien procent van de Amerikanen verdient nu dus 50 procent van het totale bruto inkomen – het grootste aandeel sinds 1917. Vooral na de crisis (2009-2012) is de top razendsnel teruggeveerd: 95 procent van de opbrengst van het herstel na de crisis kwam ten goede aan de bovenste 1 procent. Bij de rest is er nog nauwelijks iets veranderd. Zo gaat dat in het paradijs van de vrije markt. En het idee dat we het in Nederland dan nog relatief beter doen omdat we hier zogenaamd zouden nivelleren klopt natuurlijk ook niet. Het Amsterdamse Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS), van de Universiteit van Amsterdam, deed recent onderzoek naar de inkomensongelijkheid in de periode tussen 1977 en 2011. Volgens het AIAS is de armste 10 procent er sinds de jaren zeventig 30 procent op achteruit gegaan. Het rijkste deel kende daarentegen de grootste stijging: 23 procent. Iemand in de hoogste inkomenscategorie verdient nu 8,2 keer zo veel als iemand uit de laagste categorie. In 1977 was dat nog 5,1 keer zo veel. En onder die laagste 10 procent vallen zo’n 700 duizend mensen: volwassenen met een uitkering, alsmede zzp-ers die weinig omzet draaien of part-timers.

Hans de Bruin in De rijken rijker: we willen een basisinkomen! (Konfrontatie)