Gemeenten, bazen en Flextensie verdienen geld over de ruggen van mensen met en zonder baan

Van links naar rechts: Suzanne de Visser, Guus Budel en Martine van Ommeren.
Van links naar rechts: Suzanne de Visser, Guus Budel en Martine van Ommeren.

Er is de afgelopen tijd na enkele publicaties van Doorbraak veel te doen geweest over de praktijken bij de uitzendconstructie van het bedrijf Flextensie. Dat bedrijf zendt baanlozen uit naar bazen die hen “inlenen”. Met die constructie worden de loonkosten gedrukt en de arbeidsrechten verkwanseld.

Flextensie neemt gedurende maximaal zes maanden een bijstandsgerechtigde in dienst, dat wil zeggen: de baanloze werkt in feite met behoud van uitkering en krijgt een onkostenvergoeding of premie overeenkomstig de Participatiewet. De hoogte van die premie, die gemiddeld rond de twee euro per uur ligt, wordt door de gemeente vastgesteld. Omdat de baanloze door Flextensie met behoud van uitkering te werk wordt gesteld, hoeft dat bedrijf geen sociale verzekeringspremies en loonbelasting voor die persoon te betalen. Men stelt zich daarbij op het standpunt dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst met de daarbij behorende rechten. De bijstandsgerechtigde wordt “uitgeleend” aan een baas, die een uurtarief betaalt volgens het netto wettelijk minimumloon, plus een door de gemeente te bepalen bedrag aan “werkgeverslasten”.

Die “lasten” hoeven bij de Flextensie-constructie niet noodzakelijkerwijs hetzelfde te zijn als bij de situatie dat een baas een arbeider gewoon in dienst neemt tegen het minimumloon. Bij de Flextensie-constructie kunnen de “werkgeverslasten” in de ene gemeente dus anders uitvallen dan in de andere. Wel kan het bedrag dat de baas moet betalen worden verlaagd, afhankelijk van de door een loonwaardebepaling vast te stellen “verdiencapaciteit” van de baanloze. Voor de baanloze die op grond van die “verdiencapaciteit” niet het minimumloon zou halen, bestaat er dan voor Flextensie een loonkostensubsidie, die door de landelijke overheid wordt betaald en dus niet door de gemeenten. Die subsidie geldt voor de doelgroep van de Participatiewet. De “inlenende” baas betaalt dan minder dan twaalf euro per uur, wat volgens Flextensie als minimumbedrag geldt dat de “inlenende” baas zou moeten betalen.

Goedkoop

De baas is geen “werkgever”, maar “inlener”. De baanloze werkt met behoud van uitkering via Flextensie, en daarom is de baas goedkoper uit dan wanneer hij rechtstreeks een arbeider in dienst zou nemen. De gemeenten zullen er wel voor zorgen dat het bedrag dat aan “werkgeverslasten” moet worden betaald, lager is dan wat een reguliere baas met een arbeider rechtstreeks in dienst moet betalen. Zo willen gemeenten “inlenende” bazen over de streep te trekken om de baanlozen aan te nemen. Volgens deze constructie betaalt de baas dan minimaal twaalf euro per uur, Flextensie betaalt de baanloze twee euro per uur en de resterende tien euro per uur wordt verdeeld door de gemeente en Flextensie. Gemeente blij, Flextensie blij en de “inlenende” baas ook blij, want die heeft een supergoedkope arbeidskracht.

Maar het klopt dus van geen kant. Als deze constructie op grote schaal ingevoerd gaat worden (ik denk dat de bazen er in de rij voor gaan staan), dan zit er straks geen geld meer in de sociale verzekeringskassen. Stel dat een “inlenende” baas driemaal per jaar drie maanden een piekproductie heeft en drie maanden een lage productie, waarbij sprake is van veel seizoensarbeid. Dan kan die baas met Flextensie bijvoorbeeld tien mensen drie maanden inhuren, dan weer een maand niet en dan weer drie maanden een nieuwe ploeg, enzovoorts. Die “inlenende” bazen die eerder gedurende drie maanden voor tien mensen sociale verzekeringspremies betaalden, hebben nu goedkopere arbeidskrachten en er vloeien geen premies meer in de sociale zekerheidskassen. De gemeenten hebben er financieel belang bij om dit niet te controleren.

Dwangarbeid

“Wij gaan weer sociaal investeren wat we aan winst boeken”, beweren de woordvoerders van Flextensie. Dat klinkt mooi, maar voor de werkende die tot nu toe is verzekerd voor de Werkloosheidswet, is er straks misschien geen geld meer om hem een werkloosheidsuitkering te geven als hij baanloos wordt. Dat geldt trouwens ook voor de Ziektewetkassen, die de bazen hebben opgericht. Daarbij kunnen ze de lasten van Ziektewet-uitkeringen, in geval van ziekte van arbeiders, herverzekeren. De mensen die via de Flextensie-contructie werken, kunnen daar buiten worden gehouden, want de betrokken baanloze heeft een bijstandsuitkering met bijverdienmogelijkheden. Als hij ziek wordt, kan hij worden afgekeurd in de bijstand en worden vrijgesteld van de sollicitatieplicht, maar de “inlenende” baas en Flextensie hoeven geen cent te betalen.

Flexensie beweert dan wel dat deelname aan het project vrijwillig is, maar wie controleert de klantmanager die een baanloze onder druk zet? En als de baanloze eenmaal ja heeft gezegd, mag hij er niet op terugkomen. De baanloze zit er minstens een half jaar aan vast, want de gemeente kan bij weigering van de baanloze sancties toepassen op grond van de Participatiewet, zo blijkt uit de antwoorden op Kamervragen. Dus: het is gewoon dwangarbeid.

Uitbuiting

De “inlenende” baas moet “werkgeverslasten” betalen, zoals bazen ook een bedrag moeten betalen aan loonbetaling en sociale premies als ze arbeiders regulier in dienst nemen. Het bedrag aan “werkgeverslasten” bij de Flextensie-constructie wordt vastgesteld in onderhandeling tussen de gemeente, de “inlenende” baas en Flextensie. Aldus het antwoord op Kamervragen van PvdA-Kamerlid John Kerstens. In het recente NRC-artikel “Flexwerk voor twee euro per uur” wordt Flextensie-medewerker Suzanne de Visser geciteerd: “Omdat het geen loon is, wordt geen sociale zekerheid en pensioen opgebouwd. Ten opzichte van een uitzendbureau zijn kandidaten van Flextensie uiteindelijk relatief goedkoop voor opdrachtgevers. Maar zeker voor hoogopgeleid werk kunnen gemeenten de premie verhogen, zegt De Visser: ‘Te vaak blijft het gewoon bij twaalf euro. Dat is voor ons een aandachtspunt om met gemeenten naar te kijken.’”

Met andere woorden: de baas betaalt weliswaar een bedrag aan “werkgeverslasten”, maar dat is lager dan wat andere bazen betalen. En Flextensie en de gemeenten steken niet alleen het nettoloon, maar ook een bedrag aan sociale premies in eigen zak, zonder dat dat afgedragen wordt aan de sociale zekerheidskassen. Gemeenten, Flextensie en de “inlenende” bazen buiten de baanlozen niet alleen uit door hun nettoloon in te houden, maar laten ook de sociale zekerheidskassen leeglopen om zelf veel geld te verdienen en flink te bezuinigen. Niet te geloven. Nu de nationale overheid dit overlaat aan de gemeenten, Flextensie en de “inlenende” bazen, die allen een financieel belang bij deze constructie hebben, verspreidt die uitbuiting zich als een lopend vuurtje. Iedere onafhankelijke controle ontbreekt.

Maar de democratisch verkozen gemeenteraad moet het toch controleren? En je hebt toch de gang naar de rechter, om loon en een arbeidsovereenkomst te eisen? Daar komt geen bal van terecht. De vakbonden en de politieke partijen roepen dan wel dat er geen verdringing van bestaande betaalde arbeid mag plaatsvinden, maar er zijn te veel betrokkenen die er financieel belang bij hebben om dat juist wel te doen. Als de Flextensie-constructie in principe wordt toegelaten, dan volgen er uitzichtloze bureaucratische procedures waar heel veel gemeenteraadsleden, ambtenaren en vakbondskaderleden zich in eindeloze discussies uren mee bezig moeten houden, van geval tot geval de zaak bekijkend, verwikkeld in eindeloze loopgravengevechten met volop mogelijkheden op compromissen en gesjoemel over de ruggen van baanlozen. De constructie als zodanig deugt van geen kant en dient door de nationale overheid verboden te worden. En de gang naar de rechter? Bijstandsgerechtigden zijn vaak veel te bang om in het licht van de sancties een procedure te overwegen. Ze moeten tenslotte eten en een dak boven hun hoofd hebben. En die procedures kunnen bovendien jarenlang duren voordat er een uitspraak ligt van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op het gebied van de sociale zekerheidswetgeving. Ondertussen kunnen de uitbuitingspraktijken gewoon doorgaan.

Piet van der Lende