Gratis openbaar vervoer – er zijn nieuwe allianties mogelijk! (ov-reeks, deel 6)

Dit is het zesde artikel in een reeks over strijden voor een groen, gratis, uitgebreid en fijnmazig openbaar vervoer met goede lonen en arbeidsomstandigheden voor de werkers, en voor iedereen veiliger en goed toegankelijk. Strijden waarbij een samenkomen van de eco- en arbeidersbewegingen voorop staat. Dit is een verslag, gemaakt door Manuela Kropp, van een internationale discussie in Brussel, op 1 december vorig jaar, georganiseerd door de Rosa-Luxemburg-Stiftung. Er waren ook twee activisten van Doorbraak aanwezig.

In Duitsland is een paar maanden geleden het samenwerkingsverband Wir Fahren Zusammen gevormd tussen Fridays for Future en de vakbond ver.di om samen de straat op te gaan voor betere arbeidsomstandigheden, beter loon en uitbreiding van het openbaar vervoer. In veel Duitse steden zijn er actiegroepen van klimaatactivisten die contacten leggen met werkers in het openbaar vervoer en handtekeningen verzamelen onder passagiers. In Brazilië hebben meer dan tachtig steden al gratis openbaar vervoer, maar tegelijkertijd staat het openbaar vervoer op veel andere plaatsen op instorten. Hoe pakken we mobiliteitsarmoede aan en hoe vinden we daarvoor geschikte financiering?

Onze ov-serie
1. Ecologische klassenstrijd
2. Van de remise naar de klimaatstaking
3. “Wat hebben we aan elektrische bussen als er geen chauffeurs meer zijn?”
4. Openbaar vervoer kan best gratis
5. Oproep voor gratis lokaal openbaar vervoer in Frankrijk
6. Gratis openbaar vervoer – er zijn nieuwe allianties mogelijk!

De Europese Transportarbeiders Federatie (ETF) roept op tot uitbreiding van het openbaar vervoer in heel Europa, bescherming tegen geweld tegen werkers en betere arbeidsomstandigheden en lonen. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat de Europese lidstaten onvoldoende gebruik maken van het geld dat beschikbaar is uit het Europese coronasteunfonds om het openbaar vervoer uit te breiden. Verder speelt er de kwestie van “gedwongen mobiliteit”: steeds meer mensen moeten weg uit stadscentra omdat ze de huur niet meer kunnen opbrengen, waardoor ze afhankelijk worden van de auto of te maken krijgen met slecht openbaar vervoer. Veel mensen in en buiten Europa lijden daarom onder mobiliteitsarmoede.

Brazilië – São Paulo

Daniel Santini van de Rosa-Luxemburg-Stiftung in Brazilië legde in zijn bijdrage uit dat gratis openbaar vervoer erg populair is in Brazilië en al in 87 Braziliaanse steden is ingevoerd of binnenkort wordt ingevoerd. Het gaat dan voornamelijk om middelgrote en kleinere steden. Een uitzondering vormt de stad Maricá, in de Braziliaanse staat Rio de Janeiro. Haar 197.000 inwoners genieten al jarenlang van gratis openbaar vervoer. Dat is het bewijs dat gratis openbaar vervoer ook mogelijk is in een tamelijk grote stad. In 2022 vervoerden de beroemde rode bussen in Maricá gratis maar liefst 26 miljoen passagiers. Nu raken grotere steden ook steeds meer geïnteresseerd in gratis openbaar vervoer. Bijvoorbeeld São Paulo met zo’n twaalf miljoen inwoners, dat nota bene een conservatieve burgemeester heeft. Deze heeft gratis openbaar vervoer als campagnethema ontdekt en hoopt daarmee te scoren bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Zijn tegenstander van de linkse PSOL-partij, heeft sterke banden met de bewegingen voor het “recht op huisvesting” en “gratis openbaar vervoer”, en lag tot nu toe voor in de peilingen. Nu voelt de rechtse burgemeester zich gedwongen om aan dit onderwerp ook aandacht te schenken.

Santini beschreef ook hoe het aantal passagiers in het openbaar vervoer drastisch is gedaald in de steden waar geen gratis openbaar vervoer is. In São Paulo, bijvoorbeeld, vervoerden bussen in 2013 drie miljard passagiers. Bijna tien jaar later (2022) is dit aantal gedaald tot slechts twee miljard. Tegelijkertijd neemt het aantal auto’s toe: sinds 2013 is dit ruim verdubbeld. De oorzaak van de toename van het aantal privé-auto’s en motoren en de afname van het aantal passagiers in het openbaar vervoer is de steeds slechtere kwaliteit daarvan. Het is een vicieuze cirkel: als het aantal passagiers daalt, dalen de inkomsten uit de kaartverkoop, dus gaat de prijs van de buskaartjes omhoog en worden de routes ingekort, wat weer leidt tot een verdere daling van het aantal passagiers. Enzovoorts. Goed vervoer is echter een mensenrecht en een voorwaarde voor andere basisrechten.

Brazilië – Mariana

Cristiane Costa Gonçalves, transportplanner in de stad Mariana (Minas Gerais, Brazilië) die zich daar bezig houdt met gratis openbaar vervoer, vertelde over successen en problemen. Sinds 2022 is het openbaar vervoer in Mariana gratis. Vóór de invoering van het gratis openbaar vervoer zijn de inwoners ondervraagd om precies te weten te komen wat hun behoeften waren en waar verbeteringen nodig waren. Het gratis vervoer is zo goed ontvangen dat er nu 400.000 buspassagiers per maand zijn. Sinds de introductie van gratis openbaar vervoer is de vraag verdrievoudigd. De gemeente heeft het aantal lijnen uitgebreid, bestaande lijnen verlengd en de bussen gemoderniseerd. Het aantal passagiers is zo sterk gestegen doordat er nu arme buurten en wijken op het openbaar vervoersnet zijn aangesloten, waar vroeger geen bussen kwamen.

Met de invoering van gratis openbaar vervoer heeft het stadsbestuur nu ook toegang tot de gegevens van de busbedrijven en kan het zien waar het aantal passagiers flink toeneemt. Ook kunnen busbedrijven nu niet meer zomaar een lijn opheffen, omdat die niet “rendabel” zou zijn. De gemeenteraad vergeleek de aantallen passagiers met sociaal-economische gegevens en ontdekte dat het aantal passagiers vooral sterk toenam in arme wijken waar de meeste mensen afhankelijk zijn van sociale uitkeringen.

Er is een enquête gehouden onder drieduizend mensen. Van hen zegt 92 procent tevreden te zijn met het gratis openbaar vervoer. Van de ondervraagden is 56 procent aangewezen op het openbaar vervoer, omdat ze geen andere keuze hebben. Terwijl 31 procent wel andere mogelijkheden heeft, maar toch kiest voor het openbaar vervoer omdat het gratis is. Hieruit blijkt dat de overstap van privé-auto’s en motors naar openbaar vervoer daadwerkelijk plaatsvindt, omdat het nu gratis geworden is. Dit was vooral te zien op op buslijnen met voorheen erg dure kaartjes. Wel klaagt zestig procent van de ondervraagden over veel te volle bussen, vindt veertig procent dat het vervoer comfortabeler moet worden en twintig procent dat veiligheid meer aandacht moet krijgen.

Dat het openbaar vervoer gratis is, betekent nog niet dat iedereen het vervoer krijgt waar die eigenlijk recht op heeft. Een probleem is bijvoorbeeld dat de methode om de kosten van het openbaar vervoer te berekenen gebaseerd is op het aantal passagiers per kilometer. Dit verleidt vervoersmaatschappijen er toe om hun bussen vol te laden met zoveel mogelijk passagiers om zo een hogere vergoeding binnen te halen. We moeten dit systeem zien af te schaffen, omdat dit het openbaar vervoer minder aantrekkelijk en comfortabel maakt. Er is ook gebrek aan goed geschoold personeel. Tenslotte moeten we ervoor zorgen om het openbaar vervoer stelselmatig uit te breiden, om te voldoen aan de stijgende vraag.

Europa

Conor Farrell is beleidsmedewerker stedelijk openbaar vervoer bij de ETF. Hij benadrukte dat de problemen waar werkers in het openbaar vervoer voor staan overal ter wereld vergelijkbaar zijn, of je nu in Europa, Latijns-Amerika of India in deze bedrijfstak werkt. Dit maakt internationale solidariteit tussen werkers des te belangrijker. Een van de grootste problemen is de privatisering van metrolijnen door publiek-private partnerschappen. De ETF vertegenwoordigt een miljoen werkers in het openbaar vervoer en meer dan vijf miljoen werkers in het commerciële vervoer in 38 Europese landen.

Tijdens een Europese bijeenkomst vorige week in Brussel kwamen verschillende problemen aan de orde: ten eerste het schrijnende tekort aan geschoolde werkers in alle Europese landen. Veel werkers zullen tegen 2030 met pensioen gaan en de vraag rijst wie hen zal gaan vervangen. Uitbreiding van het openbaar vervoer met een hogere frequentie kan alleen slagen als er genoeg geschoolde werkers beschikbaar zijn. Bovendien is er sinds de coronapandemie zelfs al een tekort aan personeel voor de bestaande lijnen en de bestaande frequentie. Om voldoende werkers aan te trekken voor het openbaar vervoer zijn er betere arbeidsomstandigheden, een hoger salaris en een goed evenwicht tussen werk en privéleven nodig.

Het tweede onderwerp op de ETF-bijeenkomst was de ecologische of groene transitie, die een onderdeel vormt van de Europese Green Deal. De Europese Commissie heeft bepaald dat in 2030 alle nieuwe bussen emissievrij moeten zijn. In 2021 gold dit slechts voor vijftien procent. Er is daarvoor dus veel extra geld nodig. Om mensen over te laten stappen van privévervoer naar openbaar vervoer, moet dit vervoer betaalbaar, toegankelijk, betrouwbaar en frequent zijn. Ook dat gaat veel geld kosten. De vakbonden vrezen dat de lonen zullen dalen als het openbaar vervoer gratis wordt, omdat het anders te duur wordt. Het is daarom dringend noodzakelijk te bespreken hoe alle verbeteringen te financieren. Op de World Sustainable Transport Day, op 24 november 2023, bepleitte een alliantie van de International Transport Workers’ Federation (ITF), de C40 (ongeveer honderd grote steden in de hele wereld die maatregelen nemen tegen de klimaatcrisis), Greenpeace en andere ngo’s opnieuw een goed ontwikkeld openbaar vervoer in publiek eigendom.

Nieuwe samenwerking

Deskundigen discussiëren over gratis openbaar vervoer alsof het een “technische kwestie” is. Maar dat is het niet. Het is een politieke kwestie, een politieke beslissing. Sommige steden stellen bijvoorbeeld twee tot drie procent van hun budget beschikbaar voor de volledige financiering van het openbaar vervoer. Of ze hebben een gemeentelijk vervoersbedrijf opgericht en besparen zo geld. Natuurlijk moeten we ook kijken naar kosten van privéauto’s en motors die gewoonlijk niet meegerekend worden, zoals vervuiling, verkeersdoden en files, waar zowel autogebruikers zelf als passagiers van het openbaar vervoer onder lijden. Er valt veel te winnen met gratis openbaar vervoer: de sociale ongelijkheid zou verminderen, de lokale economie zou een oppepper krijgen en het klimaat zou er ook op vooruit gaan. Voor een gratis openbaar vervoer-campagne is het mogelijk nieuwe allianties te smeden tussen de arbeidersorganisaties, de eco- en klimaatbeweging en het maatschappelijke middenveld: samen voor een nieuw sociaal beleid tegen armoede en racisme.

Het voorbeeld van Brazilië toont aan dat het mogelijk is om een brede en stabiele alliantie te smeden voor gratis openbaar vervoer. Een voorwaarde hiervoor is dat vakbonden, sociale bewegingen en linkse partijen samenwerken.

Het voorbeeld van Planka.nu (een Zweedse organisatie voor gratis openbaar vervoer) laat zien hoe zo’n alliantie zelfs een soort “denktank” kan worden voor gratis vervoer, stadsplanning en klimaatbescherming. Samen met organisaties die opkomen voor de belangen van vluchtelingen verstrekt Planka.nu kaartjes voor het openbaar vervoer aan arbeidsmigranten en vluchtelingen en neemt het ook de betaling van boetes van kaartcontroles op zich.

Diverse opmerkingen

Judith Dellheim van Berliner Energietisch (samenwerkingsverband van vijftig Berlijnse organisaties voor klimaat- en sociaal vriendelijke energie) benadrukte in haar bijdrage dat een waardig leven alleen mogelijk is als we het recht op sociaal en ecologisch duurzaam vervoer weten te realiseren. In veel regio’s in de wereld wordt al gratis openbaar vervoer ingevoerd, bijvoorbeeld voor arme mensen of kinderen. Dit toont aan dat gratis openbaar vervoer mogelijk is. Het openbaar vervoer wordt trouwens overal al gesubsidieerd, omdat de inkomsten uit de kaartverkoop slechts een deel van de kosten dekken.

Voorbeelden uit Tallinn (Estland), Duinkerken (Frankrijk) en enkele kleinere gemeenten in Tsjechië en Slowakije maken duidelijk dat het handig is om gratis openbaar vervoer stap voor stap in te voeren door de groep mensen die er recht op hebben telkens uit te breiden: bijvoorbeeld eerst alleen voor mensen met een handicap, later ook voor jongeren, en vervolgens voor gepensioneerden, enzovoorts.

Bijna alle voorbeelden tonen aan dat automobilisten alleen bereid zijn om over te stappen op het openbaar vervoer als de autobelastingen en parkeertarieven behoorlijk hoog zijn en het openbaar vervoer ook tijd bespaart.

Als er alleen gratis openbaar vervoer in stadscentra komt waar veel rijke mensen wonen, zal dat koren zijn op de molen van extreem-rechts.

Als het openbaar vervoer alleen gratis is voor mensen met het juiste paspoort, zoals bijvoorbeeld in Riga, krijg je al gauw te maken met etnisch profileren.

We moeten EU-wetgevers aansporen om een uitgebreid programma op te stellen voor de financiering van openbaar vervoer dat toegankelijk is voor iedereen. En dit programma vervolgens voor te leggen aan de Europese bevolking. Geld voor gratis en goed openbaar vervoer kan komen uit de structuur- en investeringsfondsen van de EU (zoals het EFRO en het Cohesiefonds). Ook het schrappen van klimaatschadelijke subsidies kan extra geld vrij maken.

Het is belangrijk om het vertrouwen te winnen van de bevolking. Want mensen zijn bang dat maatregelen tegen de klimaatcrisis hen op kosten zal jagen. Daarom is het prima dat activisten van Wir Fahren Zusammen tienduizenden handtekeningen opgehaald hebben voor werkers in het openbaar vervoer. Dat betrekt gewone mensen bij de campagne voor gratis en goed openbaar vervoer.

Manuela Kropp

Manuela Kropp is projectmanager bij de Rosa-Luxemburg-Stiftung Brussel. Het oorspronkelijke verslag “Public Panel Discussion: Free Public Transport/Zero Fare – New Alliances Possible?” verscheen in december 2023 op de website van de Rosa-Luxemburg Stiftung – Brussels Office. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.