Van de remise naar de klimaatstaking (ov-reeks, deel 2)

Bij de staking van 3 maart 2023.

Dit is het tweede artikel in een reeks over strijden voor een groen, gratis, uitgebreid en fijnmazig openbaar vervoer met goede lonen en arbeidsomstandigheden voor de werkers, en voor iedereen veiliger en goed toegankelijk. Strijden waarbij een samenkomen van de eco- en arbeidersbewegingen voorop staat. Dit oorspronkelijk Duitstalige artikel uit maart 2023 gaat over de activiteiten van de campagne #WirFahrenZusammen en is te lezen als een update van het eerste artikel, “Ecologische klassenstrijd”.

Begin maart 2023 staakten klimaatbeweging en werkers in het openbaar vervoer zij aan zij.

“Staken op school, universiteit en werk, dat is ons antwoord op jullie politiek.” Deze slogan klinkt al jaren bij de klimaatstakingen van Fridays for Future (FfF). Op 3 maart werd hij voor het eerst werkelijkheid: de klimaatbeweging en de werkers in het openbaar vervoer combineerden hun stakingen. In tal van steden bezochten klimaatactivisten de picket lines van ov-werkers en namen hele blokken buschauffeurs, treinmachinisten en andere werkers in het openbaar vervoer deel aan de klimaatstakingen.

Onze ov-serie
1. Ecologische klassenstrijd
2. Van de remise naar de klimaatstaking
3. “Wat hebben we aan elektrische bussen als er geen chauffeurs meer zijn?”
4. Openbaar vervoer kan best gratis
5. Oproep voor gratis lokaal openbaar vervoer in Frankrijk
6. Gratis openbaar vervoer – er zijn nieuwe allianties mogelijk!

Dat deze alliantie van werkers en klimaatactivisten een potentiële bedreiging vormt voor de heersende klasse, wordt geïllustreerd door de reactie van de bazen. Steffen Kampeter, directeur van de Bundesvereinigung der Deutschen Arbeitgeber (BDA, de landelijke bazenvereniging), veroordeelde de samenwerking op de ochtend van de gezamenlijke stakingsdag publiekelijk als “een gevaarlijke grensoverschrijding”. Hij zei dat vakbond ver.di stakingen in het kader van het loonconflict vermengde met algemene politieke zorgen en zich daarmee op het terrein van politieke stakingen begaf. Tot vreugde van de actievoerders droeg deze beschuldiging ertoe bij dat het sluiten van de gelederen die dag het nieuws domineerde.

De kerngedachte van de alliantie is eenvoudig. De vervoerstransitie is een van de beslissende factoren in de strijd voor een sociaal rechtvaardige klimaatbescherming. Voor een kosteneffectiever en uitgebreider openbaar vervoer is echter meer personeel nodig, wat op zijn beurt alleen mogelijk is met goede arbeidsomstandigheden en hogere lonen. Voor de activisten staat de campagneslogan “Wir fahren zusammen” (“Wij reizen samen”) voor de gezamenlijke strijd voor een sociale en ecologische vervoerstransitie, niet voor een of/of-keuze.

Om dat te bereiken moeten de arbeiders en de klimaatbeweging hun krachten bundelen. Werkers in het openbaar vervoer kunnen hun stakingsmacht gebruiken om de openbare infrastructuur aanzienlijk te verstoren en zo noodzakelijke investeringen in het openbaar vervoer af te dwingen. De klimaatbeweging kan haar publicitaire machtsmiddelen gebruiken om werkonderbrekingen in het openbaar vervoer te legitimeren met publieke acties en verklaringen en zo de politieke druk opvoeren voor een sociale en ecologische ommekeer in het vervoer. Door te focussen op arbeidersstrijd kunnen nieuwe machtsmiddelen en bredere sociale steun voor ecologische kwesties worden aangeboord.

Resultaat van jarenlang werk

Op papier lijkt het daarom voor de hand te liggen om deze actoren samen te brengen in de zin van ecologische klassenpolitiek. Maar het feit dat het zich daadwerkelijk in tientallen steden ontvouwt in de vorm van levendige actiegroepen is het resultaat van jaren werk. De eerste stappen in deze richting werden al in 2020 gezet. In ongeveer dertig steden ondersteunden klimaatactivisten stakende arbeiders in een loonconflict in het lokale vervoer, bijvoorbeeld door middel van demonstraties, informatiestands of op de picketlijn. Gezamenlijke klimaatstakingen leken in 2020 echter nog steeds niet realistisch. In dit opzicht bouwt de huidige samenwerking voort op bestaande ervaringen, maar bereikt dat nu al een nieuw niveau. Drie maart was een grote stap in de richting van een arbeidsomslag van de klimaatbeweging enerzijds en een klimaatomslag van de vakbonden anderzijds.

De afgelopen maanden hebben klimaatactivisten en werkers belangrijke ervaringen opgedaan. De krachten bundelen betekent vechten voor wederzijds begrip, vertrouwen en een gemeenschappelijke praktijk. Er rijzen tal van vragen zoals: hoe laat houden we een bijeenkomst zodat mensen met ploegendiensten en gezinnen aanwezig kunnen zijn? Hoe gaan we om met afwijzing of racisme op het depot? Hoe kunnen we mensen met totaal andere achtergronden benaderen? Als we er echter in slagen om dichterbij te komen en de eerste kleine kringen van activisten te vormen, dan kunnen die een impact hebben en de klimaat- en arbeidersbeweging in gelijke mate vormen en nieuw leven inblazen.

Nadat de klimaatactivisten de eerste contacten hadden gelegd met ondernemingsraden, vakbondsvertegenwoordigers of ondernemingsgroepen, ontwikkelden de lokale allianties vanaf de herfst van 2022 verschillende vormen om solidariteit te organiseren. Via verschillende vormen van landelijke uitwisseling konden andere groepen die activiteiten observeren en verder ontwikkelen. In Leipzig, bijvoorbeeld, verzamelden activisten steunbetuigingen van passagiers in de vorm van ansichtkaarten en confronteerden ze lokale politici met de zorgen van de werkers. In Göttingen brachten openbaar vervoer- werkers verslag uit over hun werkomstandigheden tijdens een stadsmeeting en nodigden ze de bevolking van de stad uit om zichzelf te zien als onderdeel van het huidige loonconflict. Sommige activisten waren ook betrokken bij het opbouwen van de stakingsbereidheid in het bedrijf – vooraf aan 3 maart en daarna.

Het uitgangspunt bij de samenwerking ter plekke was vaak de directe bezorgdheid van de werkers: veel buschauffeurs en treinmachinisten zien zichzelf niet in de eerste plaats als klimaatbeschermers. Ze maken zich zorgen of ze zich nog wel een baan kunnen veroorloven waarbij ze maar net boven het minimumloon verdienen. Of ze overwegen hun baan op te zeggen omdat ze veel te weinig erkenning krijgen voor het werk dat ze verrichten onder veel te zware omstandigheden. Concrete ervaringen van solidariteit maakten het mogelijk om op deze basis bruggen te bouwen – tussen scholieren, studenten en buschauffeurs, tussen het depot en de actievergadering, van zorgen over het einde van de maand tot machteloosheid tegenover de escalerende klimaatcrisis.

Stakingsmeeting van ver.di-vakbondsleden en Fridays for Future-activisten bij een remise in Frankfurt am Main (3 maar t2023).

Het overwinnen van verschillen

De klimaatstaking in Keulen gaf ons een glimp van de inherente kracht van samenwerking tussen klimaatbeweging en werkers. Nog maar een paar maanden geleden weigerden de werkers van de Keulse ov-bedrijven samen te werken omdat ze te veel verschillen zagen met de klimaatbeweging. Lokale activisten bleven echter de dialoog zoeken, verzamelden handtekeningen van mensen die zich bereid verklaarden de vakbondsleden te steunen in hun strijd voor hogere lonen en lieten zien dat het hen menens was. Totdat de werkers een paar dagen voor 3 maart besloten om toch samen met de klimaatbeweging de straat op te gaan. Toen bij de startbijeenkomst van de klimaatstaking een klimaatactiviste het podium betrad, zaten tientallen vakbondsleden, gekleed in ver.di-stakingsvesten, op de eerste rij. Ze vroeg met luide stem aan de menigte: “Zijn jullie klaar om in 2024 samen het hele land lam te leggen?” De reactie was gejuich, gefluit – een volmondig “ja”.

Iedereen die die dag aanwezig was, besefte dat de strijd tegen een lege portemonnee aan het einde van de maand en de strijd tegen het einde van de wereld bij elkaar horen. En beide kunnen alleen samen worden gewonnen. Deze band van solidariteit werd versterkt door zowel de gedeelde ervaringen van de afgelopen weken als door de pogingen tot verdeeldheid zaaien in de media en door bazen.

Maart wordt beslissend voor de werkers in het openbaar vervoer en hun eisen. Daarom zal de campagne nog intensiever worden en in meer steden verbindingen leggen om de stakingen te versterken. Het beoogde doel van de campagne gaat echter veel verder dan maart: het loonconflict van 2024 in het lokale openbaar vervoer moet worden gebruikt om de noodzakelijke investeringen in de vervoerstransitie door te drukken. Tot die tijd moet de klimaatbeweging ook terugkeren naar de scholen en universiteiten en het momentum van voor de pandemie weer oppakken. In ieder geval is het potentieel om grote stappen te zetten in de richting van een openbaar vervoer-transitie groot, misschien wel groter dan een paar jaar geleden.

Franziska Heinisch en Julia Kaiser

Franziska Heinisch is auteur en activist op het raakvlak van klimaat- en arbeidersstrijd. Ze werkt als organisator en woont in Berlijn. Julia Kaiser is socioloog aan de Universiteit van Leipzig en is gespecialiseerd in onderzoek naar sociaal-ecologische transformatieconflicten en allianties. Ze is politiek actief in de partij Die Linke in Leipzig.

Dit artikel verscheen op 21 maart 2023 onder de titel “Vom Betriebshof zum Klimastreik” in het tijdschrift AK.