Hogeschool van Amsterdam laat pro-blackface posters hangen

Aanstaande dinsdag wordt “The Uprising” vertoond op de Hogeschool van Amsterdam (HvA), waarin onder andere de strijd tegen Zwarte Piet wordt belicht. Nu heeft een groep onder de naam “Conversatieven HvA” posters opgehangen op de hogeschool met de boodschap om Zwarte Piet te behouden. Het bestuur van de HvA heeft hierop geen actie ondernomen met als argument “Zo organiseert Floor ook dit jaar een ‘brandende kwestie’ over (onder andere) de strijd tegen Zwarte Piet. Het faciliteren van het debat betekent ook dat we ruimte bieden aan het uitdragen van meningen en opvattingen, los van de vraag of dat ook onze meningen en opvattingen zijn.” De HvA gebruikt de vertoning van “The Uprising” als argument om studenten met racistische denkbeelden vrij spel te geven. Daarmee valt de HvA in de valkuil van een koloniaal mechanisme. Namelijk de maatschappelijke discussie rondom Zwarte Piet benaderen vanuit een zogenaamde objectiviteit. Het bestuur benadert diversiteit vanuit het kader “waar of niet waar?”. Diversiteit is ruimte bieden aan het uitdragen van verschillende meningen waar je het niet mee eens hoeft te zijn. Dat is waar. Maar dit gaat niet over diversiteit. Dit gaat over racisme. Dit is een moreel vraagstuk. Het kader dat we bij morele kwesties hanteren, is de vraag “is het moreel juist of onjuist?”. Is het moreel juist om uitingen van racisme toe te staan? Zou de HvA bij uitingen van antisemitisme ook uitgaan van diversiteit aan meningen of zouden ze vanuit een historisch bewustzijn actie ondernemen, wetende dat antisemitisme moreel onjuist is?

Pravini Baboeram op Facebook