Over de verhuisplicht voor bijstandsgerechtigden

Volgens artikel 18.4.e van de Participatiewet moet de bijstandsgerechtigde bereid zijn om te verhuizen, indien het college meent dat er geen andere mogelijkheid is voor het naar vermogen krijgen en aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid. Bovendien moet de belanghebbende een arbeidsovereenkomst met een duur van tenminste een jaar en een netto beloning die ten minste gelijk is aan de voor de belanghebbende geldende bijstandsnorm, kunnen aangaan. Deze verplichting is recent ingevoerd, namelijk in 2015, op initiatief van minister Asscher en staatssecretaris Klijnsma onder het kabinet Rutte 2. De reden is natuurlijk dat mensen inderdaad vaak bereid zijn om te verhuizen, wanneer zij daardoor een betere dienstbetrekking kunnen verwerven. Maar ik vind het een denkfout om deze gangbare vrijwillige keuze te vertalen in een verplichting. Immers, de woonplaats kan voor mensen een onschatbare waarde hebben. Persoonlijke netwerken zijn meestal lokaal. Dit geldt helemaal voor mensen in kwetsbare omstandigheden, zoals financiële nood. De leefbaarheid van hun situatie wordt sterk bepaald door de lokaal opgebouwde sociale ondersteuning. Omgekeerd veroorzaakt een verhuizing gewoonlijk spanning en onbehagen. Je komt in een nieuwe woning, en in een nieuwe omgeving, waar je de weg niet kent. Bovendien gaat dit gepaard met de extra onkosten voor de verhuizing. Bijna niemand zal dit onbehagen vrijwillig accepteren in ruil voor de zekerheid van een dienstbetrekking van een jaar, met een netto beloning gelijk aan de bijstand. In mijn omgeving keuren de meeste mensen dit artikel 18.4.e af. Merkwaardigerwijs vindt men het soms toch niet nodig om dit wetsartikel te schrappen, omdat namelijk de plicht een dode letter zou zijn. Indertijd verdedigde PvdA-fractielid John Kerstens het artikel juist met deze redenatie. Maar het is enigszins koddig om een wetsartikel in te voeren, wanneer dit naar verwachting ongebruikt zou blijven. Vermoedelijk is dit laatste momenteel inderdaad nog het geval voor de meeste gemeenten. Nieuwe regels worden slechts langzaam gemeengoed. Maar ik vind het argument vals. Immers, wanneer rechts-liberale partijen lokaal de overhand krijgen, dan zou de verhuisplicht wel degelijk kunnen worden toegepast. De rechts-liberale ideologie hecht weinig waarde aan sociale verbanden, en pleit voor zelfredzaamheid. Ik vind de verhuisplicht een vorm van rechteloosheid voor bijstandsgerechtigden. Bovendien is alleen al de aanwezigheid van dit wetsartikel bedreigend en een psychische last voor hen, ook wanneer het inactief blijft.

Emil Bakkum in De Participatiewet (Bijstandinutrecht.me)