Politie en justitie demonstreren óók, in de wijze waarop ze op actievoerders reageren

Politie bij de blokkade van de A12.

Het AD vroeg me iets te schrijven over protest en burgerlijke ongehoorzaamheid, met name in het licht van recente klimaatacties. Mijn take: ‘Je zou kunnen stellen dat er altijd minstens twee demonstraties zijn: politie en justitie demonstreren óók, in de wijze waarop ze op actievoerders reageren'”, aldus Mathijs van de Sande op Todon. Hier zijn integrale opiniestuk.

Status quo belangrijker dan toekomst van aarde

Overheden blijven prioriteit geven aan de status quo, ondanks noodzaak voor een ander klimaatbeleid, stelt Mathijs van de Sande. Bij protesten voor radicaler beleid wordt anders opgetreden dan bij boerenprotesten.

Van activisten die zich vastplakken aan schilderijen en de bezetters van het Duitse ‘bruinkooldorp’ Lützerath tot de 768 actievoerders van Extinction Rebellion die vorige week de A12 bezetten: milieuactivisten maken vaker gebruik van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’.

Dat is een actiemethode waarbij men bewust de wet overtreedt om aandacht te vragen voor een maatschappelijk probleem. Vaak met de verwachting om hiervoor gearresteerd en eventueel vervolgd te worden. Tegelijkertijd zijn klimaatactivisten ook verontwaardigd over de manier waarop ze door politie, justitie en soms ook door rechters worden bejegend. Twee actievoerders die zich aan een schilderij van Vermeer vastlijmden, kregen een ongekend hoge celstraf van twee maanden. Acht mensen die mobiliseerden voor de recente bezetting van de A12, werden al dagen vóór de actie gearresteerd. En is het niet opvallend dat klimaatactivisten vaker en sneller worden opgepakt dan demonstrerende boeren? Volgens advocaten en organisaties als Amnesty International blijkt hieruit dat demonstratierecht in Nederland onder druk staat. Maar er is ook veel onbegrip voor de actievoerders. Ze overtraden immers bewust de wet? En dat je demonstratierecht hebt, wil toch niet zeggen dat álles mag? Kunnen ze niet gewoon demonstreren, op een legale manier en op basis van overleg met lokale overheden?

Zo eenvoudig ligt het niet. Allereerst betekent ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ nadrukkelijk niet dat alles is toegestaan. Filosofen en rechtswetenschappers hebben veel gediscussieerd over de vraag aan welke criteria actievoerders moeten voldoen om zich op dit principe te kunnen beroepen. Volgens de meesten dient een actie gewetensvol, publiekelijk en geweldloos te zijn én moeten alle andere paden om onrecht aan te kaarten zijn bewandeld. Met name dat laatste is in deze context heel belangrijk. Zowel langs de electorale als de juridische weg (Urgenda-zaak) is alles al geprobeerd om overheden en het publiek van de noodzaak van een radicaal ander klimaatbeleid te doordringen. Door arrestatie te riskeren willen klimaatactivisten zeggen: het is écht vijf voor twaalf.

Zo bezien is het voor overheden dus onmogelijk zich als ‘neutrale’ partij in deze thematiek op te stellen. Een weg blokkeren is weliswaar verboden, maar door die wet te handhaven maakt men wel degelijk een politieke afweging: de doorstroom van het verkeer en het beschermen van de openbare orde worden belangrijker gevonden dan het statement van de actievoerders. Ondanks de aantoonbare noodzaak van verandering blijven overheden prioriteit geven aan de status quo. Ze geven daarmee een signaal af, ook al pretenderen ze ‘objectief’ te handelen. Het is immers zo dat zulke afwegingen vaak heel anders uitvallen, zoals bij veel boerenprotesten. Je zou daarom kunnen stellen dat er altijd minstens twee demonstraties zijn: politie en justitie demonstreren óók, in de wijze waarop ze op actievoerders reageren.

En daarmee onderstrepen ze precies het punt dat klimaatactivisten willen maken: de toekomst van de aarde en haar bewoners is uiteindelijk nog altijd ondergeschikt aan het beschermen van gevestigde belangen.

Mathijs van de Sande

(Universitair docent politieke filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.)