Rechts hoopt op een verstoring van 4 mei om de repressie tegen actievoerders verder te kunnen opvoeren

Nationaal monument op de Dam in Amsterdam (foto: Sietske/CC BY-SA 3.0 Deed, niet veranderd.)

Spanningen lopen op over extra beladen Dodenherdenking 2024”, kopte De Kanttekening onlangs. Wil je weten hoe een land halsoverkop de repressie in duikelt? Men neme een gevaarlijke cocktail van ophefpolitiek, hypocrisie, actiedrang en ‘signalen’ van een oncontroleerbaar surveillanceapparaat. Hoe een leugen regeert.

Allereerst, voor alle duidelijkheid: er is geen enkele aanleiding om te geloven dat de Dodenherdenking verstoord gaat worden. Er zijn geen oproepen gedaan, er worden voor zover ik kan zien ook geen demonstraties georganiseerd.

Waar komt het idee dan vandaan dat 4 mei “gevaar” loopt? Het gerucht begon tijdens een Tweede Kamer-debat over de demonstratie tegen de komst van president Herzog. Zijn komst werd in het licht van Israëlische oorlogsmisdrijven als ongepast gezien.

Mirjam Bikker van de CU opperde tijdens dat debat dat de herdenking op 4 mei wel eens gevaar zou kunnen lopen. Deze vergelijking maakte ze om de demonstratie tegen Herzog neer te zetten als een demonstratie tegen de herdenking van de Holocaust. Wederom: zonder aanleiding.

Tijdens dit debat vielen partijen over elkaar heen om de demonstratie in steeds strengere termen te veroordelen. Ook staatssecretaris Eric van der Burg deed mee, en slingerde geruchten de wereld in dat demonstranten pro-Hamas zouden zijn geweest.

Van de hevige beschuldigingen van Van der Burg bleek overigens geen bewijs te zijn. Hij had het “van horen zeggen”. Volgens burgemeester Halsema was er geen bewijs voor antisemitisme tijdens de dag.

Dat Bikker en andere partijen de demonstraties tegen Israëlische oorlogsmisdrijven en antisemitisme met elkaar gelijk willen trekken, is niets nieuws. Zo wil de VVD al langer F-35 onderdelen aan Israël leveren. Handig om dan kritiek te smoren.

Het is exemplarisch voor de politieke sfeer die om kritiek tegen Israël is ontstaan. Terwijl verzet tegen Israëlische oorlogsmisdrijven groeit, lijkt de parlementaire politiek juist eensgezind in hun steun voor Israël. Elke rechtse aantijging wordt klakkeloos aanvaard.

Zo kan het voorkomen dat een demonstratie, deels georganiseerd door Joodse organisaties, in escalerende termen wordt weggezet, waarbij voor steeds grotere consequenties wordt gewaarschuwd. Ingaan tegen die ongefundeerde paniek is meteen verdacht.

Ik kan niet genoeg benadrukken hoe krachtig de geldingsdrang is onder politici als het om dit onderwerp gaat. Zodra het onderwerp Palestina wordt aangesneden, is er geen enkele ruimte meer voor feitenanalyse. Alles is opeens emotioneel absolutisme.

Omdat er geen kritische stem meer is vanuit de partijpolitiek, is er ook vanuit media geen kritiek meer. Van de grote mediaplatformen is er geen enkele die de vraag stelt: wat is nu eigenlijk het risico? Wat zijn nu eigenlijk die aanwijzingen?

Voor scepsis is reden genoeg. Als bron worden de politie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTV) aangehaald. Waarop zij hun verdenkingen baseren, blijft extreem vaag.

Er wordt gesteld dat de kans “reëel” is vanwege “toegenomen maatschappelijke spanningen”. Met andere woorden: puur omdat er protesten zijn tegen een bepaald overheidsbeleid, moet worden aangenomen dat er bedoelingen zijn om de Dodenherdenking te verstoren.

Er wordt ook niet uitgelegd hoe groot die “reële” kans nu is. Er is een hoop mogelijk. Een eenmansactie zou de Dodenherdenking kunnen verstoren, zoals ook eerder gebeurd is. Dat het kan gebeuren, is geen reden om aan te nemen dat die kans groot is.

Er is ook geen enkele manier om de NCTV en politie hierop te controleren. De politie kan weigeren de informatie over openbare orde openbaar te maken onder art 5.1.2.d van de Wet open overheid.

Dus ze kunnen simpelweg stellen dat er een dreiging bestaat, en ze worden geloofd.

Dus: op basis van een politieke manoeuvre van Mirjam Bikker en consorten, gevolgd door paniekvoetbal, angst en geldingsdrang vanuit de partijpolitiek, worden nu vergaand burgerrechten ingeperkt. Terwijl deze maatregelen juist het gevoel van gevaar en dreiging zullen versterken.

We kunnen nu al zien hoe de politie, gemeente en NCTV hierover zullen praten naderhand. Als er geen verstoring plaatsvindt, zal worden gezegd dat de politie “adequaat heeft gehandeld” om de verstoring te voorkomen. Wordt er wel verstoord, dan gaan de maatregelen niet ver genoeg.

En wat heeft dan een verstoring te heten? Bij het Holocaustmuseum kon de ceremonie gewoon doorgaan. De “verstoring” bestond uit de demonstranten die buiten stonden. Wat is dan een verstoring op 4 mei? Een Palestijnse vlag? Een keffiyeh?

We weten dat partijen als PVV, VVD, CDA, SGP en CU staan te springen om elke pro-Palestijnse uiting aan te grijpen om kritiek tegen Israël weg te zetten. Dus is het erop wachten dat de kleinst mogelijke gebeurtenis tot “verstoring” wordt verheven.

Dat risico wordt alleen maar groter met meer politie-inzet. Wat als jij op de Dam een vlag wil dragen en een agent pikt je eruit? Als je dan tegen de grond wordt gewerkt, heb jij dan de “herdenking verstoord”? Of gaan ze elke vlag zien als een “poging tot verstoring”?

Op deze manier worden Palestijnen, en iedereen die geeft om de oorlogsmisdrijven gepleegd in Gaza, buitengesloten. Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van meerdere volkerenmoorden, ook die waar Nederland aan heeft bijgedragen. Die herdenking behoort ook Palestina toe.

Dat we op 4 mei stilstaan bij oorlogen waar Nederland geen troepen heenstuurt, is ons niet vreemd. In 2022 werd bijvoorbeeld stilgestaan bij de oorlog in Oekraïne. Want alle oorlogen zijn in de kern met elkaar verbonden.

De veelgehoorde tegenreactie “het mag wel, maar niet hier, niet nu” is compleet hol. Nederland heeft laten zien wat er gebeurt als er voor Palestina wordt gedemonstreerd. Verdachtmaking als sport en een wedstrijd in veroordeling.

Het is een onmetelijke tragiek dat juist 4 mei, de herdenkingsdag voor de horror van autocratie, wordt “verdedigd” met surveillance, paniekerige verdachtmakingen en machtsvertoon van de sterke arm van de staat. Het is dat machtsvertoon dat de herdenking allang heeft verstoord.

Ook deze keer is de kreet: dit nooit meer. Dat betekent nergens meer, nooit meer, voor niemand meer. Nooit meer fascisme, nooit meer genocide. Tot die tijd behoort 4 mei alle slachtoffers toe. Ook als hun strijd nog niet gestreden is.

Kortom, als een sneeuwbal dendert de hetze rond 4 mei naar beneden. Elke actie die wordt genomen, verantwoordt een nog verdergaande vervolgstap. De repressie verantwoordt zichzelf.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)