Rechts probeert het demonstratierecht uit te hollen via zelfverzonnen misstanden bij de demonstratie tegen Herzog

Screenshot van een filmpje op de Instagram-pagina van Erev Rav.

Ons demonstratierecht wordt beetje bij beetje uitgehold. Wie de gebeurtenissen zelf meemaakt, ziet niet altijd de ontwikkelingen die we achteraf wel kunnen zien. Daarom is het goed om terug te kijken. Een kleine geschiedenis van recente ontwikkelingen

Om te beginnen een kleine opfrisser demonstratierecht (zoals ik ook schrijf in dit artikel voor Oneworld). Demonstraties zijn in principe toegestaan, en mogen alleen beperkt worden ter bescherming van gezondheid, verkeer of ter voorkoming van wanorde. Zo’n beperking kan van alles zijn: verplaatsing van de demonstratie, verbieden van de demonstratie, het opleggen van voorwaarden.

Maar: die beperkingen moeten noodzakelijk zijn, proportioneel zijn met het te behalen doel, en er mag geen andere, minder ingrijpende optie over zijn. Als je een demonstratie verplaatst naar een plek waar de demonstratie geen effect meer heeft, dan perk je de demonstratie in. Dat mag niet. Met de inhoud van de demonstratie mag overigens geen rekening mogen worden gehouden: de vrije meningsuiting mag kwetsen en schuren.

Dan de gebeurtenissen van de afgelopen maanden. Een van de eerste grote demonstraties na de inval van het Israëlische leger in Gaza is die van 15 oktober 2023, waarbij 15.000 mensen in Amsterdam demonstreren. Dat gaat overigens, zelfs volgens de politie, goed. Er is een aantal arrestaties (zoals altijd bij demonstraties van deze grootte), maar voor de rest geen klachten.

Ook wordt de leus “From the river to the sea, Palestine will be free” (hierna: Ftrtts) gebruikt. Dit leidt al tot onrust bij bijvoorbeeld JA21 in Amsterdam, die de burgemeester vraagt of die leus verboden is. Het is goed om even bij die leus stil te staan.

De leus is van oorsprong van de PLO en houdt in dat Palestina tussen de Jordaan en de Middellandse Zee vrij zal zijn. Dit wordt soms uitgelegd als een genocidale leus, maar dat is het niet.

De leus verwijst naar Palestina, omdat men de koloniale naam “Israël” (dat verwijst naar de staat, niet naar het grondgebied) niet wil gebruiken. Israël is een zionistische staat met een Joodse grondslag; de meeste Palestijnen willen een land waar iedereen in vrijheid kan leven.

Dat hiermee de uitroeiing van het Joodse volk bedoeld zou zijn, wordt wel beweerd door Israël, maar dat wordt niet ondersteund. Hiermee wordt het huidige beleid van Israël op een leus van de Palestijnen geplakt. Israël probeert inderdaad het land van Palestijnen te zuiveren.

Dit is ook waar de rechter zich over heeft uitgelaten. In maart 2023 werd het gerechtshof gevraagd of de leus Ftrtts verboden is. Het gerechtshof stelde dat de leus niet genocidaal is in bedoeling, en daarmee ook niet verboden. Het OM deelde die mening. Het gerechtshof stond daarbij expliciet stil bij het feit dat er geen sprake is van bedreiging, opruiing, of strafbaar aanzetten tot haat. Daarin waren ze het eens met de beoordeling van het OM: de historische context en de bedoeling van de leus heeft geen genocidale connotatie.

Het is echter wel goed om stil te staan bij het feit hoe de betekenis verdraaid kan worden. Israël beweert al jaren dat Ftrtts genocidaal is, en heeft simpelweg meer middelen om haar stem te laten horen dan Palestijnen. Daarom is bij meer mensen de incorrecte betekenis bekend.

Op 25 oktober vindt in de Tweede Kamer een debat plaats over het Israëlische offensief. Daarin stemmen VVD, PVV, CDA, CU, SGP, BBB, Omtzigt en Van Haga vóór een motie dat Ftrtts een geweldsoproep is. In tegenstelling tot het hof.

Het is goed om daarbij stil te staan, want hier moeten we kijken naar de rolverdeling tussen rechter en parlement. De Tweede Kamer kan niet bij motie bepalen wat iets wel of niet is. Daar gaat de rechter over, of er moet een wet worden gewijzigd. De werkelijkheid wijzig je niet per motie.

Die motie heeft dan ook geen enkele juridische lading. Een wetswijziging zal waarschijnlijk ook geen effect hebben, want Ftrtts wordt gedekt door de vrijheid van meningsuiting. Het is pure arrogantie dat deze Kamerleden beter denken te weten wat demonstranten bedoelen.

Ook zijn er in deze tijd demonstraties bij universiteiten, zoals Leiden, Utrecht en Amsterdam. Ook hier is er vooral veel aandacht voor studenten die zich geïntimideerd zouden voelen. Ook hier wordt de onwaarheid verspreid over Ftrtts.

Hier moeten we ook kijken naar antisemitisme en kritiek op de staat Israël. Antisemitisme, de haat naar Joodse mensen omwille van hun religie/etniciteit, moet te allen tijde worden verworpen. Daarvoor moeten we ook goed onderscheid maken in wat wel en niet antisemitisch is.

Neem bijvoorbeeld het dragen van de keffiyeh. Dat is een Palestijns symbool, maar Alessia zegt het te zien als een terroristisch symbool. Daarmee noemt ze een belangrijk deel van de Palestijnse identiteit antisemitisch. Alsof Palestijnen per definitie antisemitisch zijn.

Er moet oog zijn voor alle gevoelens, maar tegelijkertijd moeten gevoelens het debat ook niet geheel overheersen. Je kan demonstraties niet verbieden omdat mensen zich er ongemakkelijk bij voelen, omdat ze dingen zien die er niet zijn, waar verschillend over wordt gedacht.

Dit maakt het debat moeilijk: je hebt aan de ene kant écht antisemitisme, en je hebt een Israëlische regering die, ook naar haar burgers en bondgenoten, alle kritiek afdoet als antisemitisme. Daarin moet je zelf een balans vinden, maar daarvoor moet je naar Palestijnen luisteren

Je kan de reactie zien op de constante verdachtmakingen van demonstranten als “sympathisanten van terrorisme”. De Universiteit Leiden liet studenten registeren en volgen als ze meededen aan een discussie over de bezetting van Gaza.

En dan zijn er nog de pro-Palestina sit-ins op stations. Stations zijn openbare plekken waar gedemonstreerd mag worden. Ook hier worden allerlei argumenten gebruikt om de demonstraties te verbieden.

Wat we hier veel zien, zijn verwijzingen naar een vaag “veiligheidsgevoel” en naar toestemming van de NS. Toestemming is niet nodig om te mogen demonstreren (ex. Wet openbare manifestaties). Daarnaast is dat wijzen naar een “veiligheidsgevoel” juist ondermijnend.

Zowel de NS, als universiteiten, als politici, doen nu alsof demonstraties inherent gevaarlijk en onveilig zijn. Dat leidt tot een logische conclusie: demonstraties mogen nooit gehouden worden op een plek waar veel mensen zijn. Terwijl demonstraties juist daar werken.

Een van de grote discussies die hierbij ontstaat is tijdens de Mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid, waarbij ook een Palestijnse vluchteling aan het woord komt. Dit gaat voor sommige aanwezigen te ver, ondanks het woord “rechtvaardigheid”.

Hier zie je ook meteen het politieke spel dat plaatsvindt: rechts Nederland duikt meteen op een verwijzing naar Palestina. Parlementair links Nederland, waaronder Ouwehand en Timmermans, willen zich meteen verdedigen, en doen dit soort uitspraken.

Dit bepaalde het speelveld: er zijn partijen (VVD, CDA, PVV, SGP, CU) die zich onvoorwaardelijk vóór Israël uitspreken. Er zijn ook partijen (PvdA, GL, PvdD) die bereid zijn Palestina onder de bus te gooien. Er is maar één kleine partij (DENK) die zich voor Gaza uitspreekt.

Deze politieke verhoudingen zorgen ervoor dat het steeds makkelijker is om pro-Palestijnse stemmen weg te zetten. PVV, VVD en SGP noemen alle kritiek op Israël antisemitisch. Daar durft niemand wat van te zeggen. En zo creëer je een nieuwe ‘werkelijkheid’.

Dat is de politieke situatie waar we nu in zitten: Palestina wordt een steeds giftiger onderwerp voor politici om aan te raken. Uit angst om met antisemitisme in verband te worden gebracht. Dit wordt ook duidelijk op 5 maart als 20 demonstranten plaatsnemen in de hal van de Tweede Kamer.

Ook hier wordt de leus Ftrtts weer in verband gebracht met antisemitisme. Van een vurige verdediging van het demonstratierecht is geen sprake. Waar we in terecht zijn gekomen, is de periode van “demonstratierecht, behalve…”, waar we nu in zitten.

Naast PvdD en DENK zijn er geen partijen die het aandurven om de beschuldigingen van antisemitisme te temperen, te nuanceren of tegen te spreken. Er zijn alleen maar partijen die keihard meegaan in het frame. Partijen als PvdA en GL, die bereid zijn om de Palestijnse zaak op te offeren.

Hierbij moeten we opmerken dat voor politieke partijen het demonstratierecht niet inherent van belang is. Zij zitten immers al in de Kamer, zij kunnen hun stem al laten horen. Het demonstratierecht is iets dat ze openlijk moeten verdedigen, maar waarin ze niet principieel zijn.

Dat brengt ons bij de demonstratie van afgelopen zondag. Deze demonstratie, georganiseerd door de Joodse, anti-zionistische organisatie Erev Rav, is gericht tegen de komst van president Herzog, aangezien hij medeplichtig is aan genocide.

Opmerkingen van Herzog over het aanvallen van burgerdoelen in Gaza dragen bij aan de vaststelling van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag dat er een grote kans is dat er sprake is van genocide in Gaza, gepleegd door Israël.

Zo wordt er vooraf ook over bericht. Alleen De Telegraaf, een krant met een appeltje te schillen, laat haar gebruikelijke haatdragende berichtgeving toe.

Hier gaat het ook tijdens de demonstratie over. De vele actiebordjes zijn gericht op een staakt-het-vuren, tegen Herzog, tegen genocide, maar vóór het museum. Er wordt geschreeuwd en gejoeld, zoals bij een demonstratie gebruikelijk is. Mensen hebben sterke emoties die ze uiten.

Dit is ook waar het in de berichtgeving over gaat, tenminste op de dag zelf en op maandag. Centraal staat de kritiek op Herzog, de Joodse organisatie, en de kritiek op genocide.

Dat is het geluid tot dinsdag. Dan komt er opeens een ander geluid in de media: opeens zijn het demonstraties rond het Holocaustmusem, niet meer Herzog (Berend Roorda geeft hier overigens een goede uitleg van het demonstratierecht).

En dan walst de Tweede Kamer eroverheen. Opeens gaat het over “kapot schamen” en “antisemitisme”. Politici vallen over elkaar heen om hun afschuw te uiten. Deze demonstratie had volgens de VVD niet plaats mogen vinden.

Dit, terwijl er in feite niets mis ging. Er wordt gejoeld en geschreeuwd, maar dat hoort bij een demonstratie. Er zijn een paar arrestaties, maar geen grote misstanden. De beschuldigingen van antisemitisme, vanuit wederom PVV en SGP, worden niet van bewijs voorzien.

Maar de paniek wordt overgenomen. Gaat de dodenherdenking op 4 mei verstoord worden? Iets waarvoor absoluut geen aanwijzing is en waarmee demonstranten niets winnen? Dit verbindt weer de Holocaust en de demonstranten, waar de demonstraties helemaal niet over gingen.

En dan is daar de uiteindelijke conclusie: moet het demonstratierecht niet ingeperkt worden om deze ‘uitwassen’ (waarover op de dag zelf niet wordt geschreven!) te voorkomen? Geen enkel woord over het huidige demonstratierecht en het belang ervan.

Dit is het resultaat van jaren beitelen aan het demonstratierecht. Het is “gevaarlijk”, mensen krijgen een “onveilig gevoel”, er wordt “geschreeuwd en gejouwd”. Moeten we niet af van dat vervelende recht? Dat dit een manier is om kritiek te hebben op politici is bijzaak. Echt.

Dan komt er aankomende zondag nog een demonstratie gericht tegen Geert Wilders. Weer een demonstratie op een “vervelende locatie”, zo bij het Binnenhof. Moet deze ook verplaatst worden? Mogen politici nog geconfronteerd worden met hun handelen?

Want ook deze demonstratie, en demonstraties als deze, gaan last krijgen van het steeds verder uitgeholde demonstratierecht. En de daarbij horende uitholling van onze democratie. Komt allen op 17 maart, en maak een vuist tegen dit oprukkende fascisme!

Voetnoot: er is absoluut geen bewijs voor het gebruik van antisemitische leuzen tijdens de demonstratie van zondag, schrijft ook Volkskrant-columnist Asha ten Broeke op Twitter:

Ik heb inmiddels geprobeerd om zelf onafhankelijke bronnen te vinden die de bewering van VVD-staatssecretaris Van der Burg staven, namelijk dat er “Juden raus” en “kankerjoden” geroepen zou zijn tijdens de demonstratie tegen de aanwezigheid van de president van Israël bij de opening van het Holocaust-museum.

Allerlei haters vertelden me dat er talloze filmpjes van waren, die overal te vinden zouden zijn, maar toen ik erom vroeg, kreeg ik alleen onderstaand filmpje opgestuurd. De twitteraar beweert dat er “oprotten kankerjoden” wordt gezegd, maar als je goed luistert hoor je dat dit niet klopt: iemand roept “oprotten kankerzionisten”. (Niet netjes, maar ook niet antisemitisch – hier worden mensen op hun ideologie aangesproken, niet op hun afkomst of geloof.) De “Hitlergroet” is geen Hitlergroet, maar een duimpje omlaag. Een andere bron – een filmpje of betrouwbaar journalistiek artikel – heb ik niet kunnen vinden of toegestuurd gekregen.

Dit is belangrijk. De staatssecretaris behoort tot een partij die zowel op lokaal als op landelijk niveau al langer zit te rommelen aan allerlei grondrechten, waaronder het demonstratierecht. VVD-ers doen vaker alsof demonstraties die hen onwelgevallig zijn of slecht uitkomen eigenlijk nepdemonstraties zijn, enkel bedoeld als verstoring van de openbare orde, waardoor het demonstratierecht dus volgens hen niet hoeft te gelden. Deze houding is een bedreiging voor onze democratie.

Als VVD-er heeft Van der Burg een politiek belang bij het opstoken van dit vuurtje. Bovendien is het sowieso altijd de taak van journalisten om de macht kritisch te controleren. Ik zou zeggen dat die taak dubbel zo zwaar geldt wanneer rechtse politici actief proberen aan democratische grondrechten te pielen.

Dat allerlei media de uitspraken van de staatssecretaris zomaar overnemen zonder te controleren of dit echt gezegd is of gebeurd, en zonder wederhoor te plegen bij bijvoorbeeld organisator Erev Rav, is echt heel kwalijk. Beste collega-journalisten: rechtse politici proberen al een tijdje langzaam maar zeker het licht uit te doen in onze democratie. Zullen we ze daar alsjeblieft niet kritiekloos mee laten wegkomen?

(Link naar de tweet met een filmpje waarin gelukkig niemand iets over “kankerjoden” roept)

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)