Samen loon en respect opeisen bij Bastion en elders

Bastion Hotel.

Als we ons loon niet krijgen, dan gaan we het halen. Onder dat motto voeren de Anarchistische Groep Amsterdam (AGA) en anderen sinds begin augustus actie tegen de Bastion Hotel Groep, dat zijn schoonmakers zwaar onderbetaalt en respectloos behandelt. Voor de hoteldeuren klagen de activisten Bastion met megafoons en spandoeken aan, wat het publieke imago van het bedrijf schade toebrengt en de omzet kan doen kelderen. Dat middel van autonome arbeidersstrijd verdient overal navolging.

De ervaringen van Annemarie maken duidelijk hoe noodzakelijk het is om weerstand te bieden tegen uitbuiting door de Bastion-managers. Ze werkte van mei tot en met juli 2011 als kamermeisje bij Bastion Hotel Leiden/Oegstgeest, gelegen aan de A44. “Ik had gesolliciteerd via een internetsite van een uitzendbureau, omdat ik in de zomer wat bij wilde verdienen. De voorwaarden waren geregeld via de horeca-cao, dus in principe zou het goed geregeld geweest moeten zijn.” Volgens haar contract zou ze net iets meer dan het minimumloon moeten krijgen. “Ik was toen 19 jaar en zou 5 euro en nog wat bruto per uur moeten ontvangen. Maar in de praktijk was dat een stuk minder, omdat het verrekend werd met de hoeveelheid hotelkamers die ik moest schoonmaken. Ik kreeg altijd 10 minuten de tijd om een kamer schoon te maken.” Het ging dus niet om uurloon, maar om stukloon. “Als ik 10 kamers schoonmaakte, dan kreeg ik maar voor 1 uur en 40 minuten uitbetaald, ook al had ik daar 3 uur over gedaan.” Zo jaagt Bastion zijn schoonmaakpersoneel op en drukt het bedrijf de loonkosten. Vooral toen ze nog maar net was begonnen met haar baan, kreeg Annemarie het vaak niet voor elkaar om de kamers in 10 minuten af te hebben. Daardoor kreeg ze een veel lager loon uitbetaald in verhouding tot het aantal uren dat ze had gewerkt. Dat vormde ook de reden waarom onlangs een andere schoonmaakster in Amsterdam samen met AGA in actie kwam tegen het bedrijf.

Een van de acties tegen Bastion Hotels.

Annemarie vond de werksfeer bij Bastion “niet goed. Alle werknemers waren jong en deden het als bijbaantje naast hun opleiding. Alleen de managers deden het werk full-time. Ik zou me ook niet kunnen voorstellen dat er mensen zijn die dit werk langer dan een paar maanden kunnen en willen doen.” De sfeer werd ook verziekt door het kleinerende en disciplinerende systeem van cijfers geven aan het personeel. Hoe beter de kamermeisjes hadden schoongemaakt, hoe hoger de cijfers waren die de managers hen gaven. “Als je goed had schoongemaakt, maar de spiegel in de badkamer was nog vies en er misten nog wat theezakjes, dan kreeg je een 7,5. De manier waarop ik werd behandeld, vormde voor mij de doorslaggevende druppel om daar weg te gaan. Een manager schreeuwde een keer onterecht tegen me, omdat ik een aantal kamers niet goed schoongemaakt zou hebben. Maar die kamers stonden helemaal niet op mijn lijst. Het was dus niet mijn taak. Dat vond ik echt onbehoorlijk. Toen ben ik gelijk gestopt met werken. Veel mensen die daar werkten, gingen na een tijdje weer weg omdat het slecht verdiende en zwaar werk is. Ik kon nauwelijks pauze houden. Elke minuut pauze die ik nam, ging van mijn loon af. Want de kamermeisjes krijgen per kamer betaald en moeten dus steeds opschieten. Soms werkte ik 8 uur met in totaal amper 10 minuten pauze.”

Solidariteit

Spandoek van de ASB.

Als arbeiders zich organiseren, dan kunnen ze meer macht opbouwen tegenover hun bazen. Daar gaat dreiging vanuit, waardoor bazen gaan beseffen dat ze flinke problemen kunnen krijgen als ze hun arbeiders tekort doen. Beleefd vragen om meer loon en respect loopt vaak op niets uit. Maar de bazen voor het blok zetten kan flink succesvol zijn, zo blijkt uit de strijd van de schoonmakers die de afgelopen jaren tweemaal wekenlang staakten voor betere arbeidsvoorwaarden. De bazen moeten in de portemonnee worden getroffen en aan den lijve ondervinden dat er met arbeiders niet valt te sollen. Ze moeten voelen dat het de arbeiders menens is. Dan pas kan er wat veranderen. Solidariteit loont als mensen gezamenlijk de strijd aangaan en zich niet tegen elkaar laten uitspelen.

Het bij de baas opeisen van achterstallig loon is een actiemiddel dat AGA al vaker heeft toegepast, met name in de horecasector. Het gaat daarbij tot nu toe vooral om “een exitstrategie”. Arbeiders die al waren ontslagen of zelf ontslag hadden genomen, proberen zo om dat ontslag voor de baas zo duur mogelijk te maken. De essentie van de strijdmethode van onderop vormt het vertrouwen op eigen kracht. De arbeiders schakelen daarbij niet de vakbonden in en laten het niet aan hen over om de zaak door hun tussenkomst op te lossen, maar gaan zelf op de bedrijfsleiding af en maken het de bazen zo lastig mogelijk. Veel arbeiders in precaire posities, zoals mensen zonder verblijfsrecht en flexwerkers, kunnen of willen zich niet afhankelijk laten maken van vakbonden die lange tijd veel te weinig zijn opgekomen voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De uit de VS overgewaaide methode van organizing heeft wel wat verbeterd in de opstelling van de bonden, maar toch komen die op veel precaire werkers nog steeds over als trage, gesloten en weinig strijdbare bureaucratische bolwerken. Wat de houding van de bonden ook mag zijn en hoe die zich ook zou kunnen ontwikkelen, toch moeten arbeidersprotesten tegen onderbetaling, werkdruk en respectloze behandeling eerst en vooral op de werkvloer zelf plaatsvinden, van onderop via zelforganisatie.

Spandoek.

Ook uitkeringsgerechtigden grijpen naar het middel van actie voor en door zichzelf. Ze kunnen in de kantoren en voor de ingang van overheidsinstellingen zichtbaar en hoorbaar aanwezig zijn, hun rechten opeisen en de verantwoordelijke bestuurders en ambtenaren aanklagen. Dat gebeurt vaker dan overheidsbureaucraten lief is. “Wij voeren actie in de gebouwen waar precaire arbeiders en werklozen bij elkaar worden gebracht en worden gecontroleerd”, aldus de Franse werklozen die een paar maanden geleden op uitnodiging van Doorbraak een bezoek brachten aan Nederland om te vertellen over hun strijdervaringen. “Onze ideeën en acties gaan altijd uit van concrete situaties waar we allemaal mee te maken hebben. We proberen solidariteit te organiseren, zelfs op een heel kleinschalig microniveau, want we willen laten zien dat solidariteit effectiever is dan concurrentie tussen werklozen, of een instelling van ieder-voor-zich.” Ook uit het actie-onderzoek van de groep Für eine Linke Strömung (FeLS) in Duitsland blijkt dat werklozen zich op allerlei manieren verzetten tegen disciplinering en uitbuiting. Terwijl de Bastion-managers hun schoonmaakpersoneel soms bestraffen met onvoldoendes, keren de FeLS-activisten de verhoudingen om en vragen ze werklozen om hun casemanagers bij het jobcenter eens een keer te beoordelen met een rapportcijfer. Daarmee oefenen de werklozen van hun kant tegendruk uit op de autoriteiten, die zo op hun beurt even niet meer kunnen indelen, bestraffen en brandmerken, maar juist ingedeeld, bestraft en gebrandmerkt worden.

Annemarie is een schuilnaam.

Harry Westerink
Shirley de Vet