Uit FNV-onderzoek blijkt dat baanlozen tot wel 26 maanden aan de dwangarbeid worden gezet

Gemeenten zijn, volgens de wettelijke en beleidsmatige kaders, verplicht om bij werken zonder loon te toetsen op mogelijke verdringing van betaalde arbeid. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om re­ïntegratietrajecten, de tegen­prestatie of wanneer social return bij aanbesteding wordt toegepast. De FNV vindt dat werken zonder loon tot oneerlijke concurrentie en tot verlies van echte banen leidt. Het gevaar op verdringing is in hoge mate aanwezig. Verdringing van betaalde arbeid raakt niet alleen de uitkeringsgerechtigden, maar ook de betaalde werkenden. De FNV wil voorkomen dat mensen tegen elkaar worden uitgespeeld. De toets volgens de omschrijving in de Participatiewet is volgens FNV overigens niet streng genoeg. Onderzoeksresultaat: toetst uw gemeente werkzaamheden die uitkeringsgerechtigden uitvoeren op verdringing van betaald werk? Ja, altijd: 60%, Ja, maar niet altijd: 19%, Nee: 4% en Anders: 8%. Er lijkt sprake te zijn van een lichte verbetering ten opzichte van de vorige editie van de Lokale Monitor: toen zei krap de helft van de gemeenten systematisch te toetsen of er sprake is van verdringing. Wellicht hebben de acties van de FNV hier effect gehad. Westland en Midden­ Delfland zeggen gebruik te maken van het verdringingsprotocol dat is gesloten tussen FNV en gemeenten. Bij veel gemeenten lijkt een ambtenaar een inschatting te maken of er sprake is van verdringing. Soms moet de werkgever een verklaring tekenen dat er geen sprake is van verdringing. Leiden controleert of er geen vacature is uitgezet voor de functie. Nijmegen houdt bovendien een lijst bij met bedrijven waarmee geen zaken meer wordt gedaan, bijvoorbeeld omdat zij misbruik maken van voorzieningen of omdat ze slecht met hun personeel omgaan. Hoorn, Koggenland en Opmeer hebben een commissie ingesteld waar­aan belanghebbenden situaties kunnen voorleggen waar mogelijk sprake is van verdringing. Terneuzen en Nijmegen checken of er bij het bedrijf geen ontslagen of reorganisatie hebben plaatsgevonden. De FNV vindt het belangrijk dat verdringing van betaald werk goed en onafhankelijk wordt onderzocht, voorkomen en beëindigd. De gemiddelde duur van dit soort trajecten is 6,5 maanden. Er zijn ook uitschieters; zo zijn er gemeenten waar de gemiddelde duur van dit soort trajecten oploopt tot maar liefst 26 maanden. 9 gemeenten melden dat ze geen enkele bijstandsgerechtigde op een traject hebben geplaatst waarbij ze werkzaamheden verrichten, zonder dat er sprake is van een regulier arbeidscontract (betreft het meest recente jaar waarover gegevens beschikbaar zijn).

In FNV Lokale Monitor 2018 (FNV)