Verkiezingsprogramma door laten rekenen door het CPB betekent kiezen voor een rechts beleid

Zetel van het Centraal Planbureau aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag. (Foto door OSeveno/(CC BY-SA 3.0), niets veranderd.)

Ik zie veel mensen in technocratisch links weer smalend kijken naar het idee dat het Centraal Planbureau (CPB) geen waardevolle weergave zou geven. Echter, volgens mij mag links ook vraagtekens plaatsen bij het nut van het bruto binnenlands product (bbp) als dé belangrijkste economische maatstaf. Die aanname is namelijk funest.

Het nut van het bbp wordt niet alleen door radicaal-linksen in twijfel getrokken. Ook rechtse economen zien het als een incomplete maatstaf. Het bbp bereken je door consumentenuitgaven, overheidsuitgaven, investeringen en export. Wat is dan het probleem?

Het probleem is dat het bbp geen onderscheid maakt tussen verschillende uitgaven. Iemand die voor 1.000 euro huurt, draagt evenveel bij aan de economie als iemand die voor 400 euro huurt en voor 600 euro aan andere dingen besteed. Maar voor de economie maakt dat wel uit.

“Het planbureau gaat komende maanden de verkiezingsprogramma’s ‘doorrekenen’ en presenteerde vorige week, fijn transparant, alvast de veronderstellingen en spelregels die ze daarbij hanteert. Kunnen de partijen er bij het schrijven van de programma’s rekening mee houden”, aldus Mirjam de Rijk in De Groene Amsterdammer (betaalmuur). “Die veronderstellingen en spelregels zijn interessante kost. En doen de wenkbrauwen soms hevig fronsen. Neem bijvoorbeeld deze: als een partij de uitkeringen verlaagt, leidt dit in het model tot meer economische groei. Hoe? Nou, lagere uitkeringen zorgen voor lagere lonen, en dat is goed voor de export, dus voor de economie, aldus het model.”

Hoge huren leiden tot grotere ongelijkheid, aangezien meer kapitaal samensmelt bij mensen die al rijk zijn, waardoor zij meer kunnen investeren om nog rijker te worden. Lagere huren leiden tot meer levensgenot en gezondere lokale economieën.

Dit betekent dat het bbp niet stijgt door maatregelen die huizenprijzen doen dalen, terwijl het wél leidt tot een gelukkigere bevolking. In tegenstelling tot beleid waardoor mensen hun spaargeld moeten uitgeven om te overleven. Dan verhoogt het bpp wel, omdat spaargeld niet productief is.

Bovendien houdt het bbp geen rekening met externe kosten, zoals milieuschade. Een bos laten staan levert niets op aan het bbp, terwijl een bos kappen dat wel doet. Het is zelfs zo dat duurzame consumentenproducten maken slecht is voor het bbp, omdat er dan minder consumentenuitgaven zijn.

Het bbp heeft weinig te maken met de kwaliteit van producten die worden geproduceerd. Sterker nog: een economie waarin auto’s elke vijf jaar kapot gaan, heeft waarschijnlijk een hoger bbp dan een gelijksoortige economie waar auto’s beter bestand zijn.

Daardoor heeft het bbp, en daarmee de CPB-doorrekening, een compleet vertekend beeld van economische plannen van politieke partijen. Een vertekend beeld dat kunstmatig rechtse ideeën beloont en linkse ideeën afwijst.

Dat is een groot probleem van huidig parlementair links: als je het bbp als een belangrijke maatstaf blijft gebruiken, dan kom je hoe dan ook uit op rechts beleid met een sociaal randje, in plaats van sociaal beleid. Bovendien neemt het kapitalisme als een gegeven.

Dus in plaats van partijen uitlachen die (ongetwijfeld om verkeerde redenen) fundamentele vragen stellen, is het ook goed om eens te kijken naar die fundamenten van dit land, dat de afgelopen veertig jaar alleen maar naar rechts is opgeschoven.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)