Wat er gebeurt in Niger is helemaal geen doodgewone staatsgreep (Afrika-serie deel 1)

Op 26 juli 2023 pleegde de presidentiële garde van Niger een staatsgreep tegen de zittende president Mohamed Bazoum. Na wat gekissebis tussen verschillende afdelingen van de strijdmacht stemden alle militaire onderdelen in met de verwijdering van Bazoum en de oprichting van een militaire junta onder leiding van de bevelhebber van de presidentiële garde, generaal Abdourahamane “Omar” Tchiani.

Dit is het vierde land in de Sahel-regio van Afrika waar een staatsgreep plaatsvond. De andere drie zijn Burkina Faso, Guinee en Mali. De nieuwe Nigerese regering kondigde aan dat ze niet langer zou toestaan dat Frankrijk het uranium van Niger zou weghalen. Eén op de drie gloeilampen in Frankrijk wordt gevoed door het uranium uit het veld in Arlit, in het noorden van Niger. De regering Tchiani besloot ook alle militaire samenwerking met Frankrijk stop te zetten, wat betekent dat de 1.500 Franse troepen hun koffers moeten pakken. Zoals ze ook al in Burkina Faso en Mali hadden moeten doen.

Onze Afrika-serie
1. Wat er gebeurt in Niger is helemaal geen doodgewone staatsgreep
2. De junidagen: Senegals strijd voor rechtvaardigheid
3. Lumumba inspireert nog steeds strijd voor verandering in Congo
4. Het ‘vriendelijke’ Nieuwe Kolonialisme

Ondertussen heeft de nieuwe regering nog niets gezegd over Airbase 201, de Amerikaanse luchtmachtbasis in Agadez, duizend kilometer van de hoofdstad van het land, Niamey. Dit is de grootste dronebasis ter wereld en cruciaal voor Amerikaanse operaties in de Sahel. Amerikaanse troepen zullen voorlopig binnen blijven en dronevluchten zijn opgeschort. De coup is duidelijk gericht tegen de Franse aanwezigheid in Niger, maar niet speciaal tegen de Amerikaanse militairen.

Militaire interventie?

Enkele uren nadat de staatsgreep plaatsgevonden had en gelukt bleek te zijn, veroordeelden de belangrijkste westerse landen – met name Frankrijk en de Verenigde Staten – de staatsgreep en verlangden Bazoum in zijn functie te herstellen. De nieuwe regering zette hem toen onmiddellijk vast. Maar Frankrijk noch de Verenigde Staten leken als eerste in te willen grijpen.

Eerder dit jaar maakten de Franse en Amerikaanse regeringen zich zorgen over een opstand in het noorden van Mozambique, die gevolgen had voor de inkomsten van Total-Exxon van het aardgasveld voor de kust van Cabo Delgado. In plaats van Franse en Amerikaanse troepen te sturen, wat de anti-westerse gevoelens van de bevolking zou hebben aangewakkerd, sloten de Fransen en de Verenigde Staten een overeenkomst met Rwanda om troepen naar Mozambique te sturen. Rwandese soldaten trokken Mozambique binnen en drukten de opstand de kop in. De beide westerse mogendheden lijken voorstander van een “Rwanda oplossing” voor de coup in Niger, maar in plaats van Rwanda over te halen troepen naar Niger te sturen, hopen de Franse en Amerikaanse regering dat ECOWAS (de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten) troepen zal zenden om Bazoum weer aan de macht te brengen.

ECOWAS omvat vijftien West-Afrikaanse staten. In de afgelopen jaren schorste zij Burkina Faso en Mali vanwege de staatsgrepen in hun land. Datzelfde gebeurde met Niger een paar dagen na de staatsgreep. ECOWAS werd in 1975 opgericht als een economisch blok, maar besloot in 1990 vredestroepen naar de Liberiaanse burgeroorlog te sturen. Sindsdien heeft ECOWAS naar verschillende landen in de regio militairen gezonden, zoals naar Sierra Leone en Gambia.

Verwarring

Niet lang na de staatsgreep in Niger kondigde ECOWAS een embargo af tegen Niger, zodat het geen handel meer kon drijven met zijn buurlanden. Tegoeden van de centrale bank van Niger, die deze bij regionale banken had ondergebracht, werden geblokkeerd en buitenlandse hulp, die veertig procent van de begroting van Niger uitmaakt, stopte. Dit alles om de massale steun van de Nigerezen aan de nieuwe regering te ondergraven. Verder verklaarde ECOWAS dat zij “alle maatregelen” zou nemen “die nodig zijn om de grondwettelijke orde te herstellen”.

De deadline van 6 augustus voor het zenden van troepen, die ECOWAS zichzelf gesteld had, verliep, omdat het blok het onderling niet eens kon worden over de beoogde militaire operatie. ECOWAS vroeg vervolgens om een “stand-by troepenmacht” die klaar moest staan om Niger binnen te vallen en besloot dat het op 12 augustus in Accra, Ghana, bijeen zou komen om de verschillende opties te bespreken. Die vergadering werd om “technische redenen” afgelast.

Massademonstraties tegen een militaire invasie van Niger in belangrijke ECOWAS-landen, zoals Nigeria en Senegal, hebben hun eigen politici in verwarring gebracht. Maar het zou naïef zijn om te denken dat er geen aanval mogelijk is. De gebeurtenissen gaan erg snel en er is geen reden om aan te nemen dat ECOWAS niet voor het einde van augustus in zal grijpen.

Staatsgrepen in de Sahel

Toen ECOWAS de mogelijkheid opperde van een interventie in Niger, reageerden de militaire regeringen in Burkina Faso en Mali dat dit een “oorlogsverklaring” zou zijn, niet alleen tegen Niger maar ook tegen hun landen. Op 2 augustus reisde een van de belangrijkste leiders van de coup in Niger, generaal Salifou Mody, naar Bamako (de hoofdstad van Mali) en Ouagadougou (de hoofdstad van Burkina Faso) om de situatie in de regio te bespreken en een reactie op een mogelijke ECOWAS- of westerse militaire aanval tegen Niger te coördineren.

Tien dagen later ging generaal Moussa Salaou Barmou naar Conakry (de hoofdstad van Guinee) om de steun van dat land voor Niger te vragen aan de leider van de militaire regering in dat land, Mamadi Doumbouya. Er zijn al voorstellen gedaan om Niger – een van de belangrijkste landen in de Sahel – deel te laten uitmaken van het gesprek over een federatie van Burkina Faso, Guinee en Mali. Allemaal landen die staatsgrepen hebben gepleegd om pro-westerse regeringen omver te werpen, die niet aan de verwachtingen van de steeds armer wordende bevolking voldeden.

Het verhaal van de staatsgreep in Niger lijkt op wat de communistische journaliste Ruth First “de besmettelijkheid van de staatsgreep” noemde in haar opmerkelijke boek “The Barrel of a Gun: political power in Africa and the coup d’etat”. (1970). In de loop van de afgelopen 30 jaar heeft de politiek in de Sahellanden alle levendigheid verloren. Partijen voortgekomen uit nationale bevrijdingsbewegingen, zelfs socialistische partijen, zoals die van Bazoum, zijn verworden tot vertegenwoordigers van de elites, die zelf weer doorgeefluiken zijn van westerse wensen.

De Frans-Amerikaanse NAVO-oorlog in Libië in 2011 zorgde ervoor dat jihadgroepen Libië verlieten en naar het zuiden van Algerije en de Sahel trokken. Bijna de helft van Mali is nu in handen van groepen die gelieerd zijn aan Al Qaida. De komst van deze strijders gaf de lokale elites en het westen een mooie aanleiding om de toch al beperkte vakbondsvrijheden verder te beknotten en linkse mensen uit de gevestigde politieke partijen te verwijderen. Het is niet zo dat de leiders van de belangrijkste politieke partijen rechts of centrumrechts zijn, maar wat hun oriëntatie ook is, ze zijn niet echt onafhankelijk van de wil van Parijs en Washington. Ze zijn – om een woord uit de praktijk te gebruiken – “handlangers” van het westen geworden.

Bij gebrek aan betrouwbare politieke organisaties wenden de verwaarloosde kleine boeren en middenklassers zich tot hun kinderen in het leger voor leiderschap. Mensen als kapitein Ibrahim Traoré (35 jaar), president van Burkina Faso, is opgegroeid in de plattelandsprovincie Mouhoun, en kolonel Assimi Goïta (42 jaar), president van Mali, is afkomstig uit de garnizoens- en veemarktstad Kati. Zij vertegenwoordigen deze klassen perfect. Hun gemeenschappen zijn het slachtoffer geworden van de harde bezuinigingsprogramma’s van het Internationaal Monetair Fonds, van de diefstal van hun grondstoffen door westerse multinationals en van de kosten voor westerse militairen in hun land voor de bestrijding van de jihadi’s. De verstoten bevolkingsgroepen van Niger, zonder een politiek platform om namens hen te spreken, hebben zich achter hun jonge militairen geschaard. Zij verdedigen de staatsgreep in massabijeenkomsten van de hoofdstad Niamey tot de kleine, afgelegen stadjes aan grens met Libië.

Toen ik vóór de pandemie in deze gebieden rondreisde, werd het me duidelijk dat het anti-Franse sentiment geen andere uitingsmogelijkheid vindt dan de hoop op een militaire coup, die misschien revolutionaire leiders aan de macht zou kunnen brengen, zoals Thomas Sankara van Burkina Faso uit de jaren 80. Kapitein Traoré draagt net als Sankara een rode baret, spreekt met Sankara’s politieke openhartigheid en imiteert zelfs Sankara’s manier van spreken. Het zou echter een vergissing zijn om te denken dat de nieuwe militaire presidenten links zijn. Ze worden bewogen door woede over het falen van de elites en het westerse beleid. Maar ze hebben geen goed uitgewerkte plannen vanuit linkse politieke tradities.

Onzekere toekomst

De Nigerese militaire leiders hebben een 21-koppig kabinet gevormd onder leiding van Ali Mahaman Lamine Zeine, een burger die in een vorige regering minister van Financiën was en bij de Afrikaanse Ontwikkelingsbank in Tsjaad werkte. Of de benoeming van deze door een burger geleide regering de ECOWAS-landen ertoe zal bewegen af te zien van een militaire interventie, valt nog te bezien. Want naast een aantal burgers is het leger prominent aanwezig in het kabinet.

Het westen – met name de Verenigde Staten die, zoals hierboven al vermeld, een grote militaire basis in Niger hebben – zijn niet blij met de staatsgrepen van de afgelopen jaren in de Sahel-regio. Met anti-Franse regeringen in Burkina Faso, Mali en Niger en met de mogelijkheid van anti-Frans volksverzet in Tsjaad en Mauritanië blijven economische sancties en militaire operaties als uitgehongerde aasgieren boven de regio rondcirkelen.

Vijay Prashad

Voor het originele artikel zie: “What’s Happening in Niger Is Far From a Typical Coup”, in Counter Currents van 16 augustus 2023. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit

Vijay Prashad is een Indiase historicus, redacteur, journalist en directeur van Tricontinental: Institute for Social Research.