De reden waarom Bas Heijne niet over Joke Kaviaar schreef

Kaviaar’s veroordeling is vooral schrijnend omdat zij letterlijk voor het ontbreken van humor is opgepakt. In haar teksten ontbraken volgens de rechtbank “stijlfiguren van politieke satire of sarcastische toonzetting of overdrijving”. Dit is dus waarom figuren als Jan Dijkgraaf, Dominique Weesie, Marck Burema, Annabel Nanninga, Bas Paternotte, Jan Roos en hun dertien in een dozijn na-apers als Luuk Koelman, Bart Schut, Bart Nijman en Bert Brussen op dit moment wegkomen met hun racistisch getreiter. Het lijkt erop dat het OM er vanuit gaat dat ze de dingen die ze schrijven niet menen door hun schrijfstijl. Maar de toegelaten reacties op hun stukken doet vermoeden dat ze hun ‘grappen’ juist wel menen. De ophitsing en de opruiing komt aan bij het beoogd publiek. Het “relativeringsvermogen”, wat volgens de rechtbaank ook bij Kaviaar ontbreekt, dat nodig is om de ‘grappen’ van Dijkgraaf en co te begrijpen komt voort uit het vermogen om een ander als ongelijkwaardig te behandelen. Tegen Al-Jaberi aan de andere hand is pas afgezien van vervolging na de massale verontwaardiging over het vervolgen van iemand omdat hij “fuck de koning” riep. Dat het met anti-racisme te maken had en Al-Jaberi een directe verband tussen Zwarte Piet en de Gouden Koets maakte namen de meeste voor lief. Het ging hen om de mogelijkheid om “fuck de koning” te kunnen roepen. Hun eigen vrijheid van meningsuiting stond op het spel. (…) Het contrast met bijvoorbeeld de vervolging van CDA politicus Michel Rog, waar ik tegen aangifte heb gedaan begin december, is tekenend. Sinds januari vraag ik tevergeefs om de week of er al schot in de zaak zit. Kat in bakkie zou je denken omdat de tweet nog steeds (!) online staat en Rog en Buma voor de camera’s van PowNed bevestigden dat de tweet ook daadwerkelijk van Rog afkomstig was. Ik weet niet eens of hij al verhoord is over de tweet. Afgelopen donderdag kreeg ik daarnaast te horen van de agent die mijn aanvullende aangiftes optekende dat het voor mijn geloofwaardigheid niet goed was om “op alle slakken zout te leggen”. Met andere woorden, ik zou racistische en beledigende uitingen over mij maar zonder de politie moeten trotseren. Dit is het tegenovergestelde van de constatering van de Politie dat “wanneer niet tegen discriminatie wordt opgetreden de fundamentele rechten van mensen in een democratische samenleving [worden] aangetast”.

Quinsy Gario in De reden waarom Bas Heijne niet over Joke Kaviaar schreef (Roetinheteten)