De criminalisering van illegalen is allang beleid en wet

Verbanning
Op pagina 21 van het regeerakkoord van Bruin I staat het ondubbelzinnig: “Illegaal verblijf wordt strafbaar”. De humanitaire organisaties Kerk in Actie en INLIA reageerden daarop door meteen een petitie tegen die strafbaarstelling te lanceren, overigens zonder de fundamenten van het beleid aan de kaak te stellen. Maar in de praktijk zijn er al veel regels die illegaliteit min of meer strafbaar stellen. Is het protest dus niet te beperkt?

Het plan van Bruin I is verre van nieuw. De toenmalige VVD-minister van Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk onderzocht in 2004 al de haalbaarheid van strafbaarstelling van illegaal verblijf. Zij kwam tot de conclusie dat er te weinig celcapaciteit was, en dat het een te grote druk zou leggen op het toch al overbelaste strafrechtsysteem. In 2007 pleitte het toenmalige VVD-Kamerlid Henk Kamp opnieuw voor strafbaarstelling in zijn nota “Immigratie en Integratie”. En in 2008 deed de PVV dat in een motie nog eens over. Staatssecretaris van Justitie Nebahat Albayrak van het kabinet-Balkenende IV wees echter alle moties van de hand, want strafbaarstelling zou “illegalen in het strafsysteem brengen en de cellen bevolken, terwijl mijn inzet is dat eerst geprobeerd wordt om hen uit te zetten”. Blijkbaar denkt de huidige minister van Immigratie en Asiel Gerd Leers daar nu dus anders over.

In meerdere Europese landen valt illegaal verblijf al onder de strafwet, bijvoorbeeld in Duitsland en Italië. Maar ook in Frankrijk, waar de sans papiers-beweging toch vrij groot is. Zelfs het helpen van illegalen is in Frankrijk strafbaar, en in havenstad Calais durven inwoners nauwelijks de op straat levende migranten en vluchtelingen te helpen buiten de gevestigde hulporganisaties om. Ze worden dan namelijk lastiggevallen en thuis opgezocht door de politie.

Verbanning

In Nederland is illegaal verblijf in het algemeen weliswaar formeel niet strafbaar gesteld, maar in de praktijk is er wel degelijk al een heleboel wetgeving die het illegale bestaan criminaliseert en illegalen straft voor hun aanwezigheid. Het meest bekend is vreemdelingendetentie. Dat is formeel weliswaar geen straf, maar het wordt natuurlijk wel als zodanig ervaren. Illegalen worden immers maandenlang opgesloten in een detentiecentrum, wat een ander woord is voor gevangenis. Daar heerst een strafrechtelijk regime en “de detentiecentra hebben nog steeds de uitstraling van gevangenissen”, aldus Amnesty International in haar onlangs verschenen rapport.

De criminalisering van illegalen is voor een deel ook wel strafrechtelijk vastgelegd. Binnen het vreemdelingenbeleid bestaat de verplichting voor illegalen om zich te melden bij de korpschef van de regio waar ze verblijven. Niet melden levert een strafbaar feit op waar men 6 maanden gevangenisstraf voor kan krijgen. En er is meer. In 2007 startte er een pilotproject waarbij in 3 regio’s sneller ongewenstverklaringen worden afgegeven. Een ongewenst verklaarde illegaal is al strafbaar als hij één voet op Nederlandse bodem zet. Dit moderne equivalent van de middeleeuwse verbanning kan tot 10 jaar aanhouden. En het gaat bij ongewenstverklaringen zeker niet alleen om “grote criminelen”. Op internet zijn schrijnende verhalen te lezen over uiteengerukte gezinnen. “Ben vandaag jarig. 36 geworden, zegt in feite niets voor mij. Ik leef met mijn kinderen alleen. Ik vraag me af of zo’n huwelijk überhaupt wel bestaat. Want 6,5 jaar moeten we nog wachten, voordat de ongewenstverklaring van mijn man opgeheven wordt.”

Bij het pilotproject wordt een illegaal de eerste keer dat hij wordt ontdekt door de vreemdelingenpolitie geregistreerd. De tweede keer wordt hij ongewenst verklaard en de derde keer wordt hij dan vervolgd voor het nog steeds in Nederland zijn. Dat kan een gevangenisstraf van een half jaar opleveren. Bovendien worden illegalen na het uitzitten van hun straf vaak direct in vreemdelingendetentie gestopt. En daar kunnen ze volgens de Europese regelgeving nog weer eens maximaal achttien maanden vastgehouden worden. Overigens zijn ze dan vaak na die eerste twee ontdekkingen ook al in vreemdelingendetentie beland. De illegalen blijven zo dus ronddraaien in een carrousel van gevangenschap, ongeacht de reden waarom ze illegaal in Nederland verblijven. In een brief aan de Tweede Kamer van oktober 2010 kondigde de minister van Justitie aan de pilot naar het hele land uit te gaan breiden. Daarmee kunnen illegalen na een simpele verkeersovertreding zo’n 10 jaar worden uitgesloten van elk perspectief.

In de EU bestaat een soortgelijke maatregel. In de in 2008 aangenomen terugkeerrichtlijn staat een omstreden “re-entry ban” waarmee vluchtelingen en migranten die illegaal in Europa worden aangetroffen en worden uitgezet, voor 5 jaar de toegang tot heel Europa kan worden ontzegd. Europese regels werken ook direct in Nederland, dus de re-entry ban is ook hier van toepassing.

Reaguurders

De aangekondigde wet “eens illegaal, altijd illegaal” stelt illegaal verblijf weliswaar niet strafbaar, maar zorgt er wel voor dat ontdekte illegalen vervolgens nooit meer legaal kunnen worden. Balkenende IV wilde deze gewraakte wet al invoeren, maar door hevige protesten van humanitaire organisaties moest de toenmalige minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin de scherpe kantjes ervan afhalen. In het huidige regeerakkoord komt de voorgestelde wet niet alleen terug, maar staan er juist minder uitzonderingsgronden in genoemd dan in Hirsch Ballins wetsvoorstel.

Er bestaat dus al een heel stelsel aan regels die het bestaan van illegalen bemoeilijken en bestraffen. Gevoelsmatig is het direct strafbaar stellen van het illegaal-zijn misschien wel de afschuwelijkste. Maar in de praktijk duwt de overheid illegalen allang steeds verder de criminaliteit in. De juridische criminalisering van illegalen gaat ook hand in hand met criminalisering in de media. De overheid doet al jarenlang zijn best om in elk beleidsstuk de woorden “overlastgevende” en “criminele” voor het woord “illegalen” te zetten. We hebben de afgelopen jaren diverse bewindslieden, beleidsmakers, politiefunctionarissen, rechtse opiniemakers en helaas ook hulpverleners die woorden zien herhalen in mediaberichten. Daardoor is in de publieke opinie het woord illegaal al bijna synoniem geworden voor crimineel. Zo creëert criminalisering in de media draagvlak voor de steeds verder gaande juridische criminalisering. En dat tekent zich natuurlijk vervolgens ook af in de online reacties van reaguurders op mediaberichten. “De te deporteren personen zijn ongewensten, veelal profiteurs die afkomen op de door ons opgebouwde en gefinancierde maatschappij”, aldus ene Bert uit Rotterdam als reactie op een krantenbericht over acties tegen het uitzetbeleid.

Verjaardagsfeestje

De petitie van Kerk in Actie en INLIA benoemt geen van de al bestaande wetten en regels. De actie richt zich uitsluitend tegen “het kabinetsvoornemen om illegaal verblijf strafbaar te stellen”. Dat “heilloos voornemen levert geen enkele bijdrage aan de oplossing van een probleem”, aldus INLIA, om vervolgens alleen een aantal groepen illegalen in schrijnende omstandigheden te beschrijven. Kerk in Actie pleit daarnaast voor het inzetten op alternatieven voor strafbaarstelling, waarbij vreemdelingendetentie als uiterste mogelijkheid wordt genoemd. VluchtelingenWerk, dat de petitie steunt, stelt in Trouw dat strafbaarstelling “alleen maar leidt tot meer drukte voor de rechters, zonder zicht op bijvoorbeeld terugkeer of legalisatie”. De organisatie noemt het “een buitenproportionele maatregel”. De Nederlandse gemeenten waarschuwen voor openbare orde-, veiligheids- en gezondheidsproblematiek.

Ook zijn de organisaties en gemeenten geschrokken van “de stemmen die opgaan om de humanitaire hulp aan illegalen strafbaar te stellen.” “Wordt daarmee de bijbelse barmhartigheid strafbaar gesteld”, vraagt INLIA zich af. “Nederland zou er in een klap tienduizenden wetsovertreders bij krijgen”, aldus Trouw. Overigens is de meerderheid van de Tweede Kamer op dit moment tegen de strafbaarstelling van de hulp aan illegalen. Maar ook hier is een deel van de voornemens al werkelijkheid. Het is namelijk een verplichting om “onmiddellijk mededeling te doen aan de korpschef van het politiekorps” bij het geven van “nachtverblijf” aan een illegaal. Op het spreekuur van de Leidse steungroep De Fabel van de illegaal vertelde in 2009 een Thais-Nederlandse vrouw dat ze een boete had gekregen omdat zij haar verjaardagsfeestje met een paar vrienden zonder verblijfsrecht had gevierd.

“Criminaliteit” is een tijds- en plaatsgebonden concept, net als het begrip “onschuld”. Het zijn geen absolute vaststaande begrippen, maar concepten die onlosmakelijk verbonden zijn met de onrechtvaardige verhoudingen in een kapitalistische en patriarchale samenleving. Als illegaliteit strafbaar wordt gesteld, dan betekent dat voor mensen in vreemdelingendetentie dat zij volgens de letter van de wet niet meer “onschuldig” vastzitten. Hun leven is dan immers op zichzelf al strafbaar gesteld. Maar het is zinloos om tegen dat voornemen van het huidige kabinet te vechten, zonder het web van regels te benoemen waar illegalen al in verstrikt zijn. Regels die illegalen al straffen voor hun bestaan, en hun leven op zichzelf al criminaliseren. Zo wordt de interne logica ontkend van een beleid dat onbruikbare vluchtelingen en migranten wil weghouden, ontmoedigen, uitsluiten en opjagen. Illegaliteit mag dus inderdaad niet strafbaar worden, maar eigenlijk moeten mensen sowieso al niet illegaal gemaakt mogen worden. We moeten nu meer dan ooit roepen: “Geen vrouw, geen man, geen mens is illegaal!”

Mariët van Bommel