De nieuwe Duitse ‘beweging’ Aufstehen gooit anti-racisme overboord

Logo van Aufstehen
Logo van Aufstehen.

De nieuwe “verzamelbeweging” van Sarah Wagenknecht en Oskar Lafontaine, prominente leden van de partij Die Linke, vormt geen tegenhanger van de extreem-rechtse AfD of Pegida, maar juist de uitbreiding daarvan tot in linkse kringen.

De nieuwe ‘beweging’ heet Aufstehen, ofwel Opstaan. Het is meer een hashtag dan een programma en inderdaad was er in het begin alleen het woord. Er werd niet eens bekend gemaakt waarvoor of waartegen je dan in opstand moest komen. Niettemin waren er, naar eigen zeggen, binnen drie dagen al 50.000 inschrijvingen binnen voor deze mysterieuze ‘beweging’ – want inschrijven is het nieuwe meedoen. De oproep van Wagenknecht, de fractievoorzitter van Die Linke in het parlement, tot een “verzamelbeweging” behoefde geen uitleg. Hoe concreter iets wordt, hoe minder mensen het zullen steunen, dat is duidelijk. Een beter voorbeeld van populisme is er niet.

Bijdragen in deze discussie:
Helemaal bovenaan op de fascisme-schaal
De spoken van het fascisme
De nieuwe Duitse ‘beweging’ Aufstehen gooit anti-racisme overboord
Het oer-fascisme van de gefrustreerden
Iedereen is fascistisch behalve moeder
De financiële crisis en de opkomst van het antisemitisme
De opstand van het anti-liberalisme
Het fascistische gevaar bestaat

De inhoud kwam in het begin alleen naar buiten via begeleidende artikelen en interviews met Wagenknecht en sommige wat bekendere leden, zoals haar man Lafontaine en de toneelschrijver Bernd Stegemann, en verder van de parlementsleden Sevim Dağdelen van Die Linke, Marco Bülow van de sociaal-democratische SPD en Antje Vollmer van de Groenen. Er wordt gezegd dat er veertig prominente medeoprichters zijn, maar wie dat zijn wordt pas op 4 september bekend gemaakt, wanneer de beweging officieel, nou ja, “begint”.

Wagenknecht zegt: “Wie alleen een tijdelijk arbeidscontract heeft, te weinig pensioen krijgt of wiens kinderen geen goed onderwijs meer krijgen, omdat scholen slecht onderhouden worden en er niet genoeg docenten zijn, voor zulke mensen zijn er goede redenen om boos te zijn op ‘hun daarboven’”. Dat is zeker niet helemaal fout. Maar het hebben over “hun daarboven” vormt niet echt een overtuigende kritiek op het kapitalistische systeem, dat is eerder de taal van populisten en samenzweringsdenkers. Dat neemt niet weg dat dit belangrijke onderwerpen zijn en dat er veel goede redenen zijn voor kritiek en protest. Maar zou dat niet gewoon de reguliere taak moeten zijn van Die Linke?

Dit is het cruciale punt: de nieuwe ‘beweging’ is Die Linke minus anti-racisme. Alleen als het gaat om de migratiepolitiek – daarover was Wagenknecht duidelijk – heeft de ‘beweging’ nadrukkelijk een andere mening dan Die Linke. Je kunt sociale waarden verdedigen en tegelijkertijd tegen migratie zijn, en andersom. Dat is de boodschap van Aufstehen – de enige tot nu toe.

Maar in de toekomst willen ze ook met betrekking tot de buitenlandse politiek een standpunt gaan innemen, lieten Wagenknecht en Lafontaine doorschemeren. Lafontaine bekritiseerde bijvoorbeeld dat de Groenen “zich min of meer als het verlengstuk van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten positioneerden omdat ze vrede en overeenkomsten met Rusland afwijzen”. Je hebt zo meteen een idee uit welke hoek de wind waait: uit het oosten. Of in ieder geval tegen ‘het westen’, de bron van alle kwaad, en schuldig aan het hoge aantal vluchtelingen. Dat is zeker geen marginale opvatting binnen Die Linke, maar men kan duidelijkere standpunten innemen wanneer men niet beteugeld wordt door de partijdemocratie. Wagenknechts ‘beweging’ vormt het tegendeel van “meer democratie” en burgerparticipatie, het is juist Die Linke zonder partijdemocratie. Politiek zoals de oprichtster van de ‘beweging’ het graag ziet. Er zullen nog een oprichtingsoproep en een conferentie volgen, maar de inhoudelijke positie zal tot die tijd vastliggen.

Het doel van Aufstehen is naar eigen zeggen niet alleen om mensen te verzamelen die op Die Linke, de Groenen of de SPD stemmen, maar juist ook de AfD-kiezers. Lafontaine ziet de ‘beweging’ als alternatief voor de Alternative für Deutschland (AfD). “Wij willen met deze beweging ook voorkomen dat de AfD nog sterker wordt”, zegt Lafontaine tegen de krant Welt am Sonntag. Natuurlijk vergeet hij niet de verschillen met de AfD te benadrukken. Die ziet hij minder in de houding tegenover het migratiebeleid, maar meer in het feit dat de AfD “een neo-liberale partij” is die “zich weinig interesseert voor sociale vraagstukken”. Arbeiders en baanlozen “zouden, wanneer de AfD zou gaan regeren, van de regen in de drup belanden. En dat is natuurlijk een uitdaging voor alle partijen die zich met de problemen van werknemers bezighouden.” Kort gezegd: Aufstehen als de werknemersvleugel van Pegida.

Het idee is om een massabeweging te creëren waarbij links en rechts niet van belang zijn. “Hun daarboven” en “wij hieronder” zou voldoende zijn als politiek coördinatensysteem. Dit is niet de eerste keer dat in Die Linke, of in hun voorganger PDS, een poging wordt ondernomen om een massabeweging te initiëren. Dat begon al in 1992 met de Komitees für Gerechtigkeit (Comités voor Rechtvaardigheid) die verontwaardigde vroegere DDR-burgers, die vreesden voor hun culturele identiteit, een stem wilden geven. Gregor Gysi van de PDS en Peter-Michael Diestel van de christendemocratische CDU vormden met die eveneens “van bovenaf” geïnitieerde ‘beweging’ een breed politiek front, dat uiteindelijk de ideologische grondslag legde voor Pegida. De comités waren de eerste recente politieke formatie voor verontwaardigde burgers die het idee hebben dat hun identiteit wordt afgepakt, en die woedend zijn omdat ze het gevoel hebben “belogen en bedrogen” te worden. Maar al snel hoorde men niets meer van die comités en bleek de beweging een flop. Later, midden de jaren negentig, riep de politica Christine Ostrowski op om van de PDS een “Oost-Duitse volkspartij” te maken. Dat de weg van Oost-Duits nationaal naar Duits nationaal heel kort is, blijkt uit Ostrowskis biografie. Al snel pleitte ze voor een dialoog met neo-nazi’s en in 2016 riep ze op om op de AfD te stemmen.

Het Oost-Duitse identiteitsgedoe ging eigenlijk altijd al om het beschermen van het vaderland. Om haat tegen het vreemde. Een haat die zich, behalve tegen buitenlanders, vooral ook richtte tegen ‘wessies’, tegen ‘Het Westen’. Waarbij dat westen niet zozeer stond voor kapitalisme, maar voor alles wat kosmopolitisch, trans-nationaal, potentieel Amerikaans en sowieso vreemd was. Of zoals Jan Gerber het in 2010 in het tijdschrift Promodo formuleerde: “Het verzet tegen buitenlandse overheersing richt zich minder tegen het beheerst worden en des te meer tegen het buitenlandse”.

Ook Sarah Wagenknecht hoorde met haar communistische platform binnen de PDS tot de mensen die DDR-nostalgie gebruikten om zich om de Oost-Duitse ziel te bekommeren. Ze waarschuwde in 1994 al voor een imperialistische “buitenlandse overheersing”. Daarmee liep ze vooruit op het gepraat over de te verdedigen ‘soevereiniteit’, zoals dat nu ingezet wordt door Pegida en extreem-rechtse samenzweringsdenkers als Jürgen Elsässer.

Rainer Trampert schreef in 2016 in het tijdschrift Konkret over Wagenknecht: “De vluchteling speelt op dit moment de belangrijkste rol in de complottheorie waarin Duitsland het slachtoffer is van vreemde invloeden. Het kwade van buiten heeft veel namen: vluchteling, migrant, globalisering, Anglo-Amerika, Israël, New York, internationaal kapitaal, EU-commissie, TTIP, Oost-Europeaan. De angst voor het vreemde en de verzonnen bedreigingen smeden het nationale collectief tezamen.” En dat collectief klampt zich vertwijfeld vast aan haar natie, en daarmee ook aan de door de economische maar ook culturele globalisering aan invloed inboetende natiestaat.

De historicus Peter Brandt, de zoon van Willy Brandt, roept al decennialang, ook in extreem-rechtse publicaties, dat links zich met nationalisme moet gaan bemoeien. Lafontaine liet via Facebook trots weten dat Brandt nu ook Aufstehen steunt. Brandt schreef afgelopen week in het IPG-journal van de Friedrich Ebert Stichting: “De natie is voor de meeste mensen wereldwijd nog steeds de primaire bewustzijns-, gevoels-, en communicatiegemeenschap (…). De natiestaat is tot op heden de enige zekere ruimte voor een rechtsstaat en democratie, ook al heeft de staat langzamerhand competenties afgestaan aan internationale instituties en zal ze dat misschien ook in de toekomst nog doen.” Er zijn twee mogelijkheden om daarop te reageren: je aan de natiestaat hechten en die met nationalistische of patriottische kletspraat verdedigen, of je kunt post-nationaal en lokaal strijden voor globale vrijheid, rechten en sociale voorzieningen. Wagenknecht heeft voor het eerste gekozen.

Dat is niet slechts een Duits of zelfs Oost-Duits fenomeen: het is mondiaal. Of het nu Donald Trump, Wladimir Putin, Recep Tayyip Erdoğan of Viktor Orbán is, dat maakt niet uit. In dat opzicht maakt Aufstehen inderdaad deel uit van het debat van vandaag de dag, en kiest het positie aan het wereldwijde front met aan de ene kant kosmopolieten, trans- en anti-nationalen, stedelijken, modernen, liberalen en anti-autoritairen en aan de andere kant nationalisten, separatisten, identitairen en fundamentalisten.

Tegen die visie wordt af en toe ingebracht dat moslimfundamentalisme niet nationaal maar universalistisch is, en dat klopt over het algemeen wel. Maar dat is juist reden te meer waarom de reactie daarop trans-nationaal moet zijn en niet nationaal-protectionistisch. De politieke islam is juist succesvol omdat ze de onhoudbare nationale grenzen negeert en zodoende op een bepaalde manier avant-garde is. Wie gelooft die stroming via ouderwetse reacties te kunnen stoppen, legitimeert haar alleen nog maar meer.

Het is best mogelijk dat Aufstehen een succes wordt. Volgens een peiling van het instituut Emnid kan 34 procent van de Duitsers zich voorstellen dat ze bij een komende verkiezing op de ‘verzamelbeweging’ zouden stemmen. Maar er valt nog niet op te stemmen. En daar wordt het gevaar van deze ‘beweging’ duidelijk. Uiteindelijk zullen diegenen die zich “genegeerd voelen door de politiek” (Wagenknecht) en die zo dapper opgestaan zijn, toch voor het origineel kiezen. Een peiling van de tv-zender ZDF, een paar dagen nadat Wagenknecht de ‘beweging’ bekend maakte, laat zien waar die toe zou kunnen leiden: de AfD en de Groenen krijgen meer stemmen. De AfD zou 16 procent van de stemmen krijgen, de Groenen 15 procent, en Die Linke verliezen 2 procent en komen uit op nog maar 9 procent. Aufstehen zal de AfD waarschijnlijk wel verder laten doorgroeien.

Ivo Bozic
(Dit oorspronkelijk Duitstalige artikel verscheen op 16 augustus 2018 in Jungle World nr. 33 onder de titel “Aufstehen für Pegida”. Het is vertaald door Nickname.)