De opstand van het anti-liberalisme

Pizzagate ingegeven door angst
Pizzagate ingegeven door angst.

Hoe nuttig is het gebruik van het begrip fascisme in de strijd tegen rechts-populisten, neo-nazi’s en nieuw-rechtsen? In dit lopende debat schreef Micha Brumlik over het teruggrijpen door nieuw-rechts op historische fascistische denkers, terwijl Jan-Georg Gerber de term ongeschikt achtte om de huidige extreem-rechtse tendensen te beschrijven.

Veel van wat Jan-Georg Gerber schrijft over de opkomst van extreem-rechtse partijen in Europa is waar: met het begrip fascisme kunnen die niet allemaal goed omschreven worden, ongeacht welke van de verschillende definities van deze term men gebruikt. De Duitse AfD, de Poolse Partij voor Recht en Rechtvaardigheid (PiS), de Italiaanse Lega en Viktor Orbáns Fidesz in Hongarije zijn te verschillend om onder de term fascisme bijeengebracht te worden.

En toch is er een belangrijk verband te leggen tussen deze zeer uiteenlopende extreem-rechtse partijen: hun anti-liberalisme. Dat is ook de link met hun ideologische voorlopers in de geschiedenis. Brumlik verwees er al naar hoe het nieuw-rechtse milieu een voorbeeld wil nemen aan de anti-liberale pioniers van het historische fascisme.

Bijdragen in deze discussie:
Helemaal bovenaan op de fascisme-schaal
De spoken van het fascisme
De nieuwe Duitse ‘beweging’ Aufstehen gooit anti-racisme overboord
Het oer-fascisme van de gefrustreerden
Iedereen is fascistisch behalve moeder
De financiële crisis en de opkomst van het antisemitisme
De opstand van het anti-liberalisme
Het fascistische gevaar bestaat

Extreme anti-liberale tendensen zijn uitdrukking van een sociale ontwikkeling die veel verder gaat dan het fenomeen van de extreem-rechtse partijen in Europa: enerzijds is de versterking van autoritaire denkpatronen een ontwikkeling die in de hele samenleving speelt, anderzijds is het niet beperkt tot Europa of het westen. De waarden van de Verlichting worden steeds meer ter discussie gesteld en daarmee ook de ideeën van een open, pluralistische samenleving, die in ieder geval probeert haar conflicten rationeel op te lossen, en die zelfs nu en dan zichzelf ter discussie stelt en verkeerde beslissingen corrigeert zonder de ideologische basis van de samenleving als geheel te ondermijnen.

Ondanks alle tekortkomingen is de burgerlijke samenleving momenteel de meest vooruitstrevende samenleving. Ondanks alle tegenstrijdigheden en tegenslagen hebben de Verlichting, het kapitalisme en de burgerlijke democratie de wereld sinds de Amerikaanse Revolutie van 1776 tot een betere plek gemaakt. Ook wereldwijd is de welvaart toegenomen, daalde het aantal analfabeten, is de levensverwachting gestegen en is de situatie van vrouwen en minderheden over het algemeen verbeterd. Dat verandert niets aan problemen zoals de groeiende economische ongelijkheid en een steeds groter wordend isolement van de hogere klasse, die de spot drijft met de naoorlogse belofte van sociale mobiliteit die de burgerlijke samenlevingen kenmerkte. Maar alleen al aan de tegenstanders kan men zien dat het kwartet van burgerlijke samenleving, democratie, kapitalisme en de onttovering* van de wereld, vooralsnog het beste politieke aanbod blijft, omdat de tegenvoorstellen zichzelf allemaal in diskrediet hebben gebracht.

In een interview met de krant “Die Welt” zegt Alain de Benoist, de belangrijkste ideoloog van nieuw-rechts, duidelijk: “Mijn belangrijkste tegenstander was altijd al het liberale kapitalisme, het liberalisme”. De Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken benadrukt dat men niet zo wil zijn als het westen. De Duitse extreem-rechtse partij AfD en de Amerikaanse president Donald Trump zijn tegen vrijhandel en willen immigratie zoveel mogelijk beperken. De Russische president Vladimir Poetin werkt aan een “Euraziatische Unie” die geen waarden zou moeten delen met de Europese Unie. Volgens hem is het westen gedegenereerd, alleen al vanwege de omgang met homo’s. De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan zet kritische journalisten gevangen onder het mom van terrorismebestrijding. In Syrië en Irak gooit de “Islamitische Staat” homo’s van de daken. De aanval op de waarden van de Verlichting en het liberalisme vormt de kern van de politieke richting van deze verder zeer uiteenlopende politieke krachten. Men zou in deze gevallen – zoals Mao Zedong zei in een beroemd citaat – een duidelijke scheidslijn moeten trekken tussen ons en de vijand. Wat gemakkelijker zou zijn als die lijn altijd zo duidelijk herkenbaar was. Bij de Heinrich Böll stichting, die dicht bij De Groenen staat, bediscussieerde men al eens een bruine postgroei-economie, en sommige post-moderne linkse politici denken dat ze genitale verminking moeten verdedigen tegen “mensenrechten-imperialisme”.

Momenteel heerst er bijna wereldwijd oorlog tegen de Verlichting en alles waar die voor staat. Die oorlog gaat samen met een groeiend antisemitisme, dat in bijna alle huidige anti-liberale krachten in verschillende vormen en hevigheid terug te vinden is. De filosoof Moishe Postone zei dat antisemitisme “noodzakelijkerwijs ook de ontkenning is van de belofte van de Verlichting aan individualiteit en het zijn van subject. Het is kortom de opstand tegen de beloften van vrijheid en gelijkheid”. Antisemitisme is tot op zekere hoogte het gepersonaliseerde anti-liberalisme, zoals dat bijvoorbeeld tot uiting komt in de wijdverbreide haat tegen de financiële belegger George Soros.

Antisemitisme maakt de opkomst van extreem-rechtse partijen tot een nog grotere bedreiging. Want samen met alle andere bewegingen maken ze deel uit van wat Samuel Salzborn in zijn boek “Globaler Antisemitismus” (2018) beschrijft als de “derde globale golf tegen democratisering”. De opkomst van nieuw-rechts in Duitsland zou over een paar jaar kunnen leiden tot een regering van de AfD. Maar hun opkomst maakt ook deel uit van een wereldwijd verzet tegen alles waar het liberalisme voor staat. De ideologische fundamenten van dit verzet zijn uiteenlopend en komen niet noodzakelijkerwijs overeen. Sommige van deze groepen staan vijandig tegenover elkaar en hebben geen gemeenschappelijke doelen. Maar in het ontkennen van democratie, Verlichting, wetenschap en een pluralistische samenleving vallen hun wereldbeelden samen.

Er zijn ook overeenkomsten in de methode van agiteren: de basis is angst. Onder de islamisten is het de angst voor de liberalisering of “verwestersing” van de islamitische samenlevingen en gemeenschappen in de diaspora. Partijen als Fidesz en de AfD menen dat er een “omvolking” plaatsvindt, die ze soms zelfs presenteren als een geplande genocide op hun stemmers. Poetin en Alexander Dugin, die in ieder geval in bepaalde fasen optreedt als zijn belangrijkste ideoloog, hebben het over een “Russische ziel” die beschermd moet worden tegen westerse decadentie, waarvan de homoseksualiteit de meeste openlijke expressie zou zijn. Angst zorgt voor een verlangen naar autoriteit, leidt tot het afzien van rationeel denken en creëert ruimte voor complottheorieën en agressiviteit. Wie bang is, gelooft dat Hillary Clinton verbonden is aan een kinderporno-ring, die gevestigd is in een pizzeria, maar zal geen aanstoot nemen als Donald Trump kort voor de verkiezingen van 2016 duidelijk maakt dat hij een nederlaag niet zal accepteren.

Voor wie goed kijkt, is er weinig reden tot angst. Er zijn vanzelfsprekend veel problemen die moeten worden opgelost en die aanleiding geven tot maatschappelijke debatten en conflicten. Maar nooit eerder beschikte de mensheid over zulke technologische middelen om honger, klimaatverandering, tekort aan scholing en armoede zo effectief te bestrijden als nu mogelijk is.

De kern van het hedendaagse anti-liberalisme is een regressieve opstand van ideologische verliezers, die doorhebben dat hun tijd voorbij is en die geen realistische ideeën hebben om bestaande problemen op te lossen. Het is belangrijk om de vraag te stellen hoe we in toekomst willen leven, hoe we de overvloed aan mogelijkheden het beste kunnen benutten, en hoe steeds pluralistischere samenlevingen het eens kunnen worden over gemeenschappelijke kenmerken, om tezamen een “mainstream van minderheden” te creëren. Dat alles is mogelijk.

En zo is het beste middel tegen de angst en de toename aan autoritaire stromingen gewoon wat liberalen en linkse partijen verbindt, los van alle verschillen die ze hebben: de overtuiging dat de beste tijden nog voor ons liggen. Dat de plek waar het betere – zelfs het goede – leven mogelijk is, in de toekomst ligt. En dat hoe die betere toekomst eruit zou moeten zien, de vraag is die het waard is om voor te strijden.

Stefan Laurin
(Dit oorspronkelijk Duitstalige artikel verscheen op 25 oktober 2018 in Jungle World nr. 43 onder de titel “Die Revolte des Antiliberalismus”. Het is vertaald door Nickname.)

* Noot van de vertaler: “De onttovering van de wereld” is een begrip geïntroduceerd door Max Weber. Het komt erop neer dat alles natuur wordt en door wetenschap kan worden beschreven en voorspeld, zodat alle betekenis uit de wereld verdwijnt. In reactie willen bepaalde mensen terug naar een tijd waar er wel betekenis in de wereld was, naar een wereld die heilig was.