Disciplinering van baanlozen met valse hoop

Pedagogieken van optimisme zijn erop gericht bijstandsgerechtigden te leren omgaan met het (voort)bestaan van hun precaire situatie en tegelijkertijd optimistisch te zijn over hun toekomst. Reïntegratiedienstverlening heeft bijstandsgerechtigden hoofdzakelijk tijdelijk, laaggeschoold en slecht betaald werk met weinig carrièreperspectief te bieden. Door hen tegelijkertijd te stimuleren – en zelfs te verplichten – om deze banen te accepteren én positief vooruit te kijken, creëren klantmanagers onbedoeld wrede hoop die geen concrete oplossing biedt voor, maar, sterker nog, een bestendiging is van de precaire situatie waarin bijstandsgerechtigden zich bevinden. Klantmanagers proberen bijstandsgerechtigden te motiveren en hoop te geven door bijvoorbeeld posters op te hangen waarop staat: “Wie wil, zoekt een mogelijkheid. Wie niet wil, zoekt een reden”; “Twaalf redenen waarom oudere werknemers goud waard zijn”. Of deze bekende uitspraak van Nelson Mandela: “It always seems impossible until it is done” (…) In de woorden van een klantmanager: “Je hebt alleen invloed op jezelf, niet op alle andere dingen.” Bijstandsgerechtigden kunnen nauwelijks scholing krijgen, maar zij zijn wel verplicht een aantal uren per week deel te nemen aan reïntegratietrainingen. Zij moeten er, naast het verbeteren van cv’s en motivatiebrieven, kennis opdoen over het belang van sociale netwerken, zich voorbereiden op hypothetische sollicitatiegesprekken en leren hoe zij onder de huidige omstandigheden gemotiveerd blijven en hoop kunnen houden op een betere toekomst. Die toekomst bestaat uit het aan elkaar rijgen van tijdelijke contracten, legt een klantmanager uit als sommigen bij een groepsbijeenkomst terughoudend reageren op een vacature voor een baan van vier weken: “Zie de arbeidsmarkt als een lapjesdeken. Dit is voor de vrouwen, die zijn vaak beter met naald en draad. Een lapjesdeken bestaat uit allemaal stukjes stof, met draden aan elkaar gemaakt. Elk klein stukje stof is drie maanden werk. Nog een kleiner stukje is die baan van vier weken. Een jaarcontract is een groot stuk stof, je mag heel blij zijn als je een jaarcontract krijgt. Zo ziet de arbeidsmarkt eruit, je moet allemaal stukjes stof aan elkaar maken.” Naast specifieke genderrollen veronderstelt deze uitspraak dat werkzoekenden en werkenden de onzekere arbeidsmarkt moeten accepteren en zich tomeloos moeten inzetten. Voor een dergelijk uithoudingsvermogen is het nodig om paal en perk te stellen aan belemmerende gevoelens en gedachten en daar ‘positiviteit’ tegenover te stellen. Klantmanagers leren bijstandsgerechtigden dan ook om te denken in kansen en mogelijkheden, ook als die zeer beperkt zijn.

Josien Arts in Vooral niet opgeven! Mensen in de bijstand krijgen wrede hoop (Socialevraagstukken)