Een ander soort zuster

In het boek “Een ander soort zuster” komen 34 vrouwelijke Belgische en Nederlandse dierenrechtenactivisten aan het woord. De vrouwen beschrijven hoe zij vegan werden, hun activisme en de problemen waar ze tegenaan lopen binnen de vegan beweging.

Dat is onder andere seksisme: de meeste vegans zijn vrouwen, maar mannen zijn het boegbeeld. Er is seksisme, ook seksueel misbruik binnen de vegan beweging. Vrouwen voelen zich niet altijd veilig, bij problemen kunnen ze niet altijd terecht bij hun mede-vegans. Klachten worden soms weggewuifd, ook door vrouwen: “het is toch allemaal voor de dieren”. Er moet beter naar vrouwen geluisterd worden, ook door vrouwen, en mannen kunnen andere mannen die ongewenst gedrag vertonen, daarop aanspreken. De vrouwen beschrijven hun ervaringen, hun reacties en geven tips hoe het beter kan.

Niet-witte vegans voelen zich in het vegan wereldje niet altijd thuis. De vegan wereld heeft een imago van wit, dun, welvarend en westers. Terwijl veganisme al heel lang bestaat in een reeks niet-westerse culturen, en daar liggen ook oplossingen. In andere delen van de wereld heb je als veganist niet altijd dezelfde mogelijkheden als hier, bijvoorbeeld qua voedingskeuze.

Er is ook gebrek aan inclusiviteit voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking, bijvoorbeeld autisme: health shaming, slechte toegankelijkheid, te weinig rekening houden met wat mogelijk is en wat niet voor iemand. Of de saaie klusjes op hen afschuiven. Een samenleving die anti-speciesistisch is kan alleen bereikt worden als werkelijk alle vormen van discriminatie aangepakt worden.

Een paar vrouwen spreken over burnout: veganisten die altijd maar doorgaan branden na een poos op. Beter is het om je ook bezig te houden met andere activiteiten die met veganisme niets te maken hebben.

Maar vooral tonen de vrouwen hun diepe liefde voor dieren, hun inzet en activisme, wat dat ook is – het runnen van een restaurant, dierenarts zijn, opvang van dieren, festivals organiseren, schrijven, enzovoorts, enzovoorts – en ze beschrijven hoe ze zelf vegan geworden zijn, soms met vallen en opstaan. De verhalen zijn persoonlijk en menselijk, waardoor je jezelf erin herkent. Vegan activisme wordt van alle kanten belicht, en laat zien dat veganisten ook gewone mensen zijn. Ook komt aan bod hoe zwaar het kan zijn, psychisch, om vegan te zijn omdat je botst met een verkeerd functionerende wereld – maar de vrouwen spreken ook over de liefdevolle steun die ze krijgen van vrienden, partner, mede-vegans, familie.

De vrouwen en hun activiteiten verschillen onderling veel, dat maakt het boek levendig en interessant. Ik heb het met plezier gelezen. Het is zeker voor vegan activisten de moeite waard. Of voor vegans die actief willen gaan worden. Ik vind het boek niet zo geschikt voor beginnende vegans, er wordt niet gesproken over voedingsleer bijvoorbeeld. In sommige teksten worden veel woorden gebruikt die buiten de vegan wereld niet zo bekend zijn. De nadruk ligt op activisme.

De teksten zijn niet te lang, en je kunt alle teksten los van elkaar lezen. Het boek is compact, geeft veel informatie. Voor wie meer wil lezen: er staan bij veel teksten referenties, Engels en Nederlands. Een verklarende woordenlijst ontbreekt maar zou welkom zijn. Achterin het boek vind je korte beschrijvingen van de vrouwen zelf en hun activisme.

It isn’t a diet. It isn’t for show.
It’s a lifetime decision you make once you know.
It’s about compassion, it’s about purest love.
It is treating all equal: none below, none above.

(Shannalee Buchanan, blz. 29)

Meer lees je op de website eenandersoortzuster.org/

“Een ander soort zuster. Inspirerende verhalen van vrouwelijke dierenrechtenactivisten”, Geertrui Cazaux en Kiki Baaijens (red.). Uitgeverij: Pumbo, € 13,90. ISBN: 9789090335568.

Elly