Wat er gebeurt wanneer het College voor de Rechten van de Mens discriminatie toestaat…

Nog steeds blackface in de klas.
Nog steeds blackface in de klas.

Het College voor de Rechten van de Mens is een instituut dat is opgericht om mensenrechten te promoten, te monitoren en te beschermen, om ervoor te zorgen dat mensenrechten (inclusief gelijke behandeling) worden nageleefd in de praktijk, in beleid en wetgeving, en om het bewustzijn rond mensenrechten in Nederland te vergroten. Maar om het bewustzijn rond mensenrechten te vergroten moet je wel eerst begrijpen wat mensenrechten zijn.

In 2014 deed het college een racistische uitspraak: het gaf een schoolbestuur, SPO Utrecht, toestemming om de racistische karikatuur Zwarte Piet te blijven gebruiken bij het Sinterklaasfeest. Bij die karikaturen ging het niet alleen om tekeningen en andere afbeeldingen, maar ook om het schminken met zwarte verf (blackface) en het opdoen van pruiken om zwarte Afrikanen na te doen.

Vertaald door Eric Krebbers
Original text in English

Wat deze uitspraak zo ontzettend slecht maakt, is dat het college tegelijkertijd ook oordeelde dat Zwarte Piet feitelijk discriminerend is. Waarom oordeelde het mensenrechtenpanel, waarin overigens geen zwarte mensen zitting hebben, dan toch dat het in 2014 acceptabel was om zwarte kinderen bloot te stellen aan een vernederende karikatuur als Zwarte Piet? In de uitspraak stond, nogal cryptisch, dat de manier van Sinterklaas vieren van 2014 in 2015 mogelijk niet acceptabel zou zijn, en men gaf SPO Utrecht een jaar uitstel om een andere viering te bedenken, omdat er door het meedoen van Zwarte Piet volgens het college niet voorzien kon worden in een discriminatievrije omgeving.

Het uitstel dat SPO werd geboden gaat in tegen mensenrechtenprincipes. Om het simpel te stellen: racistische discriminatie is in elke situatie fout, en zou direct en effectief gestopt moeten worden. Een schoolbestuur toestemming geven om door te gaan met een racistische praktijk gaat in tegen de kernprincipes van mensenrechten, en ik zou willen stellen dat dat op zich een racistische beslissing is: witte mensen zouden niemand permissie moeten geven om de waardigheid van zwarte kinderen aan te tasten.

Het college gaf de Nederlandse samenleving feitelijk een argument in handen om door te gaan met de racistische praktijk. Formeel had men gedaan wat minimaal vereist was: men had verklaard dat Zwarte Piet discriminatoire aspecten heeft. Die verklaring over een onmiskenbaar feit was niet opmerkelijk, het was als verklaren dat iemand met obesitas overgewicht heeft.

Maar wat het college feitelijk deed, was een situatie creëren waarin praten over discriminatie het hoofddoel werd. Wanneer een schoolbestuur maar kon laten zien dat men discriminatie besproken had, dan had men aan haar verplichtingen voldaan. Dat leidde ertoe dat schoolbesturen in Den Haag verklaarden dat ze de discriminatoire elementen in drie jaar geleidelijk zouden afbouwen. Zo geven scholen zichzelf drie jaar uitstel, en dat kon omdat ze de kwestie hadden besproken. Het was dus prima om racisme niet uit te roeien.

Maar het idee van geleidelijk afschaffen van discriminatie is onzin. Iets is discriminatoir of het is dat niet. Eén hakenkruis is niet minder beledigend dan twee. Het dragen van een hakenkruis, een of meerdere, is altijd beledigend voor Joden en anti-racisten, net zoals de racistische karikatuur Zwarte Piet, een of meerdere, altijd beledigend is voor zwarte mensen en anti-racisten.

Omdat het college de intrinsieke waardigheid van de zwarte persoon uit het oog verloor, hebben nu andere instituten het echte doel uit het oog verloren: discriminatie uitroeien. Dat is bijzonder duidelijk bij lokale overheden: die geloven dat racistische karikaturen gewoon kunnen, zolang er maar jaarlijks een discussie (dialoog) over wordt georganiseerd.

De burgemeester van Utrecht, Jan van Zanen, zegt geen mening te hebben of Zwarte Piet racistisch is of niet, en hij vindt dat de dialoog die in Utrecht wordt georganiseerd genoeg is om aan zijn zorgverplichtingen te voldoen. Het gaat overduidelijk om een rookgordijn om verder te kunnen gaan met de populaire racistische karikaturen, omdat ja, Zwarte Piet nu eenmaal blijvend populair is. Van Zanen denkt dat het bestaan van dialogen hem verschoont van verdere verantwoordelijkheid om de racistische karikatuur volkomen af te schaffen. De dialogen vormen een doelloze discussie – met geen enkele besluitvormende of zelfs maar adviserende mogelijkheid.

Een meerderheid in de samenleving zou niet in staat mogen zijn de rechten van een minderheid te schenden. In een gezonde democratie zou een minderheid geweld aandoen onacceptabel worden gevonden. We zijn nu in 2017, drie jaar na de uitspraak van 2014. Sindsdien heeft het college een standpunt doen uitgaan, maar heeft men scholen en burgemeesters die doorgaan met discrimineren niet massaal veroordeeld. Zwarte Piet komt nog steeds op scholen, wordt nog steeds onthaald door burgemeesters in functie, en wordt nog steeds direct en indirect gesubsidieerd door de staat.

Zelfs multinationale bedrijven voelen zich op hun gemak met hoe normaal discriminatie is in Nederland. In 2016 sponsorde hamburgerrestaurant McDonald’s een intocht met 600 Zwarte Pieten. Het racisme in die situaties is overduidelijk en openlijk, zie ook de foto’s van de intocht in Leiden waar zelfs karikaturen meededen die omschreven zouden kunnen worden als “kannibalen”. Als een instituut als het College voor de Rechten van de Mens niet begrijpt wat mensenrechten zijn, of ze niet wil beschermen, wat voor hoop is er dan voor de rest van de samenleving?

JvL