Fanmail uit Wokeland

Spandoek bij de demonstratie: “Mannen stop. De verantwoordelijkheid ligt bij jullie.”

Zo gaat de NRC-redactie met kritische lezers om.

Afgelopen zaterdag heeft in Leiden om middernacht een demonstratie plaatsgevonden. Aanleiding was een reeks aanrandingen en een (gemelde) verkrachting in de stad – uiteraard niet voor de eerste keer. Met leuzen als “1234, wij willen geen verkrachters hier, 5678, gooi de mannen in de gracht!”, “Nee is nee!” en “Mannen, spreek je vrienden aan!” betuigden rond de driehonderd demonstranten hun solidariteit met de slachtoffers, met een heel erg duidelijke politieke boodschap over wiens beurt het is om verandering in deze rape cultuur te brengen: mannen en mensen met geïnternaliseerde mannelijkheid.

Als je nu naar de berichtgeving van NRC-journaliste Carola Houtekamer kijkt, dan zie je daarvan eigenlijk niks terug. Alinea na alinea gaat het artikel enkel over de strategieën en bemoeienissen die vrouwen ondernemen om zich ’s nachts op straat veiliger te voelen. Zo mist Houtekamer volledig de boodschap, de essentie, van het protest. Ze heeft kennelijk de leuzen van de demonstranten niet echt kunnen begrijpen. Daarnaast heeft ze bij het kleine stukje tekst dat daadwerkelijk over de mars en de interacties met de omstanders ging, ook nog feitelijke fouten gemaakt (bijvoorbeeld dat er niet één, maar drie jongens tegelijk op de demonstratie infietsten en dat degene die in een vijandige discussie belandde met de demonstranten niet degene was die door de politie werd vastgepakt). Fouten zijn er om gemaakt te worden, maar van een professionele journalist zou je beter verwachten.

Houtekamer had kennelijk vooraf een heel duidelijk idee waarover ze zou gaan schrijven, en heeft er bewust voor gekozen om het juist niet over de mars zelf te hebben. Ze heeft de mars slechts als aanleiding genomen om het te hebben over wat zijzelf interessant vindt. En haar interesse betreft duidelijk niet het daadwerkelijke maatschappelijke probleem. Een vreselijke, onmenselijke keuze als je beseft wie daar liepen te demonstreren: slachtoffers van verkrachtingen en potentiële slachtoffers van verkrachtingen, mensen die aanrandingen hebben ervaren en aanrandingen gaan ervaren, mensen die heel erg aangedaan zijn van wat er in Leiden gebeurd is, wetende dat het nog vaker gaat gebeuren en dat het niet alleen in Leiden en op straat gebeurt, omdat het een structureel probleem is. Een van die mensen was ik.

Ik heb haar daarom een email gestuurd, via de NRC, waarin ik aangaf dat ik het niet eens ben met haar berichtgeving. Ik schreef dat zij mij iets anders had beloofd. Want na afloop van de demonstratie had ik een kort gesprek met haar. Ze vroeg me toen of ze een foto van mij mocht maken – maar niet een van mij als demonstrant. Zij wilde mijn hand fotograferen, terwijl ik een sleutel vasthield (in haar artikel schreef ze later dus dat vrouwen zo bewapend door de stad lopen). Ik uitte toen al mijn kritiek dat ik het maar een vreemde beeldvorming vond, en benadrukte wat het verhaal van de mars was. Toen deed ze alsof ze me begreep, en zei ze dat dat ook zeker haar insteek zou worden.

Een dag later beantwoordde ze mijn mail nogal standaard: “Over wie de schuldigen zijn – dat gesprek voeren aan de hand van een verkrachting die niet is opgehelderd, is journalistiek lastig. […] De problematiek is complex, divers, en het is journalistiek rommelig een gesprek over daderschap aan een straatverkrachting op te hangen.” Ze sloot af met wat reclame voor andere artikelen die ze heeft geschreven. Dank je wel! Ze gaf het dus toe: ze wilde het niet over daderschap hebben, en dus ook niet over het echte, structurele probleem.

Dat vrouwen, vrouwelijk gelezen personen en queer personen ’s nachts met sleutels in hun handen over straat lopen, is niet het probleem, Carola. Het is een symptoom van een zieke maatschappij. En deze mensen, waaronder ik, zullen net zo lang moeten doorgaan met hun “strategieën” zo lang mannen zullen doorgaan met mensen te verkrachten. Als mensen, en dus ook redacties en journalisten als Carola Houtekamer, blijven weigeren het probleem te benoemen, zullen we nooit bij de verandering komen die simpelweg zou betekenen dat iedereen veilig over straat kan lopen.

Maar hierbij heeft de NRC het niet kunnen laten. Want in het “betreft” van haar mailantwoord aan mij stond: “Fanmail uit wokeland”. Dat was ze vergeten aan te passen voordat ze haar mail verstuurde. Haar houding en die van de redactie is dus helder: laten we kritische lezers en ervaringsdeskundigen niet serieus nemen! Laten we hen onmenselijk en misogyn behandelen! Ben je verkracht en wil je het daarover hebben? Dan ben je woke! Uit je terechte kritiek op ons verslag? Dan is het een fanmail, knipoog. Want kritiek en vrouwen, die moeten we niet serieus nemen!

Haar antwoord is een bevestiging van de rape cultuur waarin we leven. Het is het weer niet serieus nemen van slachtoffers van seksueel geweld. Daarom zijn Houtekamer en de NRC deel van het probleem – en dan snap ik ook wel dat het lastig is om het over daderschap te hebben. Dan zou je namelijk kritisch naar jezelf en de mensen om je heen moeten kijken, verantwoordelijkheid nemen en dingen veranderen. En vooral: openstaan voor kritiek, iets dat bovendien en simpelweg bij je taak als journalist en redactie hoort.

Klara