Indonesische migrantenvakbond strijdt voor arbeidsrechten

Slamet Heri en Yasmine Soraya.

Bang om zichtbaar te zijn, bang om bedrogen te worden. Toch hebben Indonesische arbeidsmigranten met en zonder papieren zich verenigd in een vakbond, de Indonesian Migrant Workers Union (IMWU). Samen durven ze de strijd aan te gaan tegen uitbuiting en voor verblijfsrecht. Een gesprek met de IMWU-leden Slamet Heri en Yasmine Soraya.

“Ik ben afgestudeerd als onderwijzer, maar ik kon in Indonesië geen werk vinden. Ik hoorde van de mogelijkheid om in Japan te gaan werken. Dus ik ging naar Jakarta voor een training van 6 maanden om de Japanse taal te leren en meer te weten te komen over de cultuur en manier van werken daar. Helaas was ik in handen gevallen van een maffia-organisatie”, aldus IMWU-voorzitter Heri. Hij betaalde een hoop geld voor de lessen, het onderdak en de “bemiddelingskosten”. Na ruim een jaar aan het lijntje te zijn gehouden belandde hij in Spanje, in plaats van in Japan. Het beloofde werk en huis bleken grote verzinsels te zijn. Met een visum voor slechts 3 weken en 8.800 dollar armer werd hij aan zijn lot overgelaten. Hij besloot naar Nederland te reizen in de hoop daar landgenoten te treffen. Sinds 2006 woont hij hier. Door op te trekken met al langer in Nederland verblijvende migranten leerde hij nieuwe vaardigheden voor allerhande baantjes, en hoe om te gaan met bazen. “Ik ben babysitter, tuinman, timmerman, schoonmaker, bouwvakker en schilder geweest.”

Campagne

Heri is niet de enige die is opgelicht. Jaarlijks worden tienduizenden mensen die hun land verlaten om elders hun brood te verdienen, misleid, financieel uitgebuit, en in de ergste gevallen ook mishandeld en misbruikt door oplichtersbenden of mensenhandelaren. Heri ontmoette in Nederland andere Indonesische migranten die ook een rechteloos bestaan leidden. Zonder verblijfsvergunning, met onvoldoende kennis van de samenleving en met een flinke schuld aan hun “werkbemiddelaars” kunnen ze makkelijk opnieuw in handen vallen van gewetenloze lieden. Begin 2011 richtte Heri daarom samen met andere Indonesische migranten de IMWU (Facebook) op. Maar dat ging niet vanzelf.

Vijf jaar geleden probeerden Indonesische migranten al bij elkaar te komen om voor hun rechten te vechten. Maar mensen in de illegaliteit blijven liever onzichtbaar, waardoor het opbouwen van zelforganisaties vaak een moeizaam en ingewikkeld proces is. Soraya was nauw betrokken bij de oprichting van de IMWU. Ze wordt door Heri “het anker” van de organisatie genoemd. Soraya heeft veel contacten in de Indonesische gemeenschap. Doordat ze verblijfsrecht heeft, verkeert ze in een betere positie om de IMWU te vertegenwoordigen dan de leden zonder papieren. Via een vriend hoorde ze van de FNV-campagne voor rechten voor huishoudelijk werkers. Ook vernam ze van hem dat Doorbraak in Leiden probeerde om huishoudelijk werkers zonder verblijfsrecht te informeren over die campagne en om hen bijeen te brengen. Soraya: “Ik heb al mijn overredingskracht moeten inzetten, maar de Indonesische huishoudelijk werkers zonder papieren durfden de bijeenkomst van Doorbraak, waar ook de organizer van de FNV aanwezig was, niet te bezoeken. De angst om zichtbaar en opnieuw bedrogen te worden was te groot. Later werd langzaam maar zeker over die drempel heen gestapt.”

Soraya bleef op hen inpraten. Uiteindelijk namen ze contact op met FNV Bondgenoten. “Via de FNV ontmoetten we de Filippijnse zelforganisaties van huishoudelijk werkers. We waren onder de indruk van wat zij deden. We werden gevraagd om ons bij hen aan te sluiten, maar we besloten om een eigen organisatie op te zetten. Omdat niet iedereen van ons een huishoudelijk werker is, stellen we ons open voor alle arbeidsmigranten uit Indonesië, met en zonder verblijfsrecht, ongeacht wat voor werk ze doen. Alle migranten worden grotendeels met dezelfde problemen geconfronteerd”, aldus Heri.

Ambassade

In de 10 maanden dat de IMWU bestaat, heeft de zelforganisatie al meer dan 175 leden gekregen, met in veel steden kartrekkers. Er zijn evenveel mannen als vrouwen lid, waardoor de IMWU een goede afspiegeling is van de Indonesische migrantengemeenschap. Heri: “Door contacten met diverse migrantenzelforganisaties, Nederlandse steungroepen, de Indonesische verpleegkundigenorganisatie in Nederland en de organisatie Euromoslim hebben we geleerd dat het mogelijk is om zichtbaar te strijden voor onze rechten. We willen een informatiecentrum zijn voor Indonesische migranten en steun bieden op het gebied van taal, werk, gezondheid, en dergelijke.“ Soraya: “Ons politieke doel is de bescherming van onze arbeidsrechten, voor migranten zonder papieren door legalisering.” Vanwege gezondheidsproblemen heeft Heri inmiddels een tijdelijke verblijfsvergunning. “Maar omdat ik ook zonder verblijfsrecht heb geleefd, vertrouwen mensen mij als hun voorzitter”, zegt hij.

De IMWU heeft ook contact gelegd met de Indonesische ambassade. Volgens de vakbond dient de ambassade de belangen van alle Indonesiërs in Nederland te behartigen. Maar de ambassade liet de IMWU weten dat men zich ten opzichte van de Nederlandse autoriteiten “schaamde” voor de aanwezigheid van Indonesiërs zonder verblijfsrecht. Hun verblijf in Nederland zou de diplomatieke banden schaden. Soraya: “Ook al hebben sommigen geen verblijfsvergunning, toch dragen de migranten enorm bij aan het nationale inkomen van Indonesië door geld op te sturen. En ook voor Nederland zijn we met onze arbeid van belang. De ambassade zou dus bij de Nederlandse regering moeten aandringen op onze bescherming, op erkenning van onze rechten. Ook zou de Indonesische overheid de controle kunnen vergroten op de vele werkbemiddelingsorganisaties, waaronder ook au pair-bureaus.”

Collectief

De IMWU geeft een stem aan de Indonesische migranten. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. De vakbond vertegenwoordigde in haar korte bestaan al de bij FNV Bondgenoten aangesloten huishoudelijk werkers op de Internationale Arbeids Conferentie afgelopen zomer in Genève. De International Labour Organisation (ILO) besloot daar om de Conventie voor huishoudelijk werkers aan te nemen, wat door die arbeiders overal ter wereld positief onthaald werd. Het kabinet Bruin I weigert de conventie echter te ondertekenen, omdat Nederland betere arbeidsrechten zou hebben. Maar huishoudelijk werk in de privé-sfeer valt juist buiten die veronderstelde betere arbeidswetgeving.

De IMWU hoopt met haar activiteiten een belangrijke rol te spelen in de informatievoorziening, belangenbehartiging en strijd van Indonesische arbeidsmigranten in Nederland. Ze wil daarbij ook onsolidaire praktijken in eigen kring bestrijden, zoals het verkopen van baantjes aan elkaar voor absurd hoge bedragen. Heri: “Niet iedereen is de hele tijd bezig met het bemachtigen van een verblijfsvergunning. De meeste migranten willen gewoon geld verdienen. We willen de mensen leren hoe ze hier kunnen overleven en ook een toekomst kunnen opbouwen in Indonesië. Daarom willen we hen bewegen om gezamenlijk geld te steken in een coöperatie. Collectief kun je meer bereiken dan elk individu afzonderlijk. Zo hebben de achtergebleven familieleden en de migranten zelf bij terugkeer iets om verder op voort te bouwen.”

Ellen de Waard
Harry Westerink