De “war on woke”: het tegenoffensief van rechts na BLM

Wat nu wokeness of cancel culture wordt genoemd, luisterde vroeger naar de naam “politieke correctheid”, “identity politics” of “cultuurmarxisme”. Reeds in 1991 waarschuwde toenmalig Amerikaans president George Bush ervoor dat politieke correctheid “de vrije meningsuiting bedreigt, ook op Amerikaanse campussen”. Het is prijzenswaardig om racisme, seksisme en haat te willen bestrijden, zo vervolgde Bush, maar activisten vervangen “oude vooroordelen door nieuwe”. Ze verklaren “bepaalde onderwerpen, uitdrukkingen en zelfs gebaren tot verboden terrein. Wat begon als een strijd voor beschaving is ontaard in conflict en censuur.” Dat was 1991 dus. Ook in het Groot-Britannië van de jaren tachtig zien we dit soort retoriek al opduiken. Daar werd niet zozeer gesproken over politieke correctheid als wel over de “loony left”. De door Thatcher aangestuurde conservatieven en hun media probeerden aan de hand van al dan niet verzonnen of uitvergrote anekdotes aan te tonen dat lokale, linkse besturen zichzelf verloren in krankzinnige regelgevingen rond diversiteit. Een van de bekendste controverses in dat verband was die rond het kleuterliedje “Baa Baa Black Sheep” in 1987. Een reporter van de Daily Mail beweerde in een artikel dat het lokale linkse bestuur bevolen had om de tekst aan te passen. Verontwaardiging alom. Ziedaar het ‘gekke links’ dat zichzelf bezighoudt met het wijzigen van de tekst van kleuterliedjes. Alleen, het verhaal was helemaal verzonnen. Gedurende de jaren tachtig vond er op deze manier een heuse campagne plaats tegen de “loony left”. In de tabloids verschenen tussen 1981 en 1987 meer dan drieduizend artikelen met dergelijke verhalen over de “loony left”. Het grootste deel ervan was onwaar, uitvergroot of uit de context gerukt.

Thomas Decreus in De “war on woke”: het tegenoffensief van rechts na BLM (Dewereldmorgen.be)