Een radicaal andere manier van wonen

Voor iedereen een huisje. Kameraad Osso bij de Rotterdamse Woonopstand van 19 oktober 2021.

De laatste maanden is er een geweldige golf van woonprotesten gaande, met komende tijd nog protesten in onder andere Delft, Veenendaal, Leiden, Haarlem en Eindhoven. Veel van die protesten hadden en hebben mooie concrete eisen, zoals betaalbare huisvesting voor iedereen, het afschaffen van de verhuurdersheffing, een einde aan tijdelijke huurcontracten, het legaliseren van kraken, etc etc.

Wij voelen ondertussen de behoefte om ook wat verdergaande en radicalere eisen te stellen, die niet alleen gaan over heel directe eisen aan de politiek nu, maar juist ook over hoe we op een hele andere manier kunnen denken over wonen en onze directe leefomgeving. Eisen die niet alleen gaan over dat we voor iedereen een huis willen, maar ook hoe die huizen er dan uit moeten zien, hoe de omgeving van die huizen er uit ziet, hoe we leven in die huizen, en onze sociale banden en politieke structuren als we in die huizen wonen. Want met de manier waarop we wonen is nog zo veel meer mis dan alleen het feit dat er mensen zijn die geen of geen goede woning hebben. In een samenleving waarin wij zouden willen leven, zou wonen er fundamenteel anders uit zien.

Kapitalisme, racisme, kolonialisme en het patriarchaat geven vorm aan onze huizen en dus onze manier van samenleven. Hoe zien onze huizen en wijken er uit in een samenleving zonder onderdrukking en uitbuiting? Hoe moeten we bouwen op een manier die ons in staat stelt anti-kapitalistisch, ecologisch, anti-racistisch en anti-patriarchaal te leven en onze omgeving collectief vorm te geven?

We willen utopische eisen dus, met concrete vergezichten die ons motiveren en waar we voor willen strijden! De ideeën hieronder zijn onvermijdelijk incompleet, maar ze zijn hopelijk een begin waarin anderen zich ook herkennen*:

Wonen is gratis, dakloosheid bestaat niet

Niemand hoeft te betalen om ergens te wonen, want wonen is een basisbehoefte. Er zijn altijd plekken om te wonen beschikbaar waar mensen op een veilige en rustige manier kunnen wonen en leven, en daardoor hoeft niemand dakloos te zijn.

Er zijn woningen voor iedereen, en alle vluchtelingen en migranten krijgen een woning. Wonen is onvoorwaardelijk en vrij van repressie, dus geen huisuitzettingen, geen afsluitingen van gas en licht, geen kostendelersnorm, geen “terugkeerbeleid” voor vluchtelingen.

We criminaliseren degenen die dakloosheid veroorzaken en degenen die proberen woningen in eigendom te nemen terwijl ze die niet nodig hebben, ten koste van anderen, of om daar persoonlijk gewin uit te halen. We zien het als verwerpelijk en crimineel om te tornen aan een basisbehoefte als wonen.

Geen eigendom maar collectief beheer van huizen, dorpen en steden

Er bestaat geen eigendomsrecht meer. Niemand kan een huis bezitten, maar we beheren en onderhouden de huizen die er zijn collectief, en we zorgen er collectief voor dat er genoeg huizen gebouwd worden. We beslissen samen, democratisch en van onderop over de inrichting van onze omgeving, bijvoorbeeld in raden per dorp, buurt en wijk.

Natuurlijk: als we in een huis wonen, hebben we daar zeggenschap over, we kunnen het gebruiken zoals we willen en kunnen er niet uitgezet worden. Maar het huis zal nooit ons eigendom zijn. Als we eigendomsrecht afschaffen, kunnen mensen dus geen huizen bezitten, en kunnen we geen aanspraak maken op huizen waar we niet in wonen. Zo kunnen we op die manier geen macht uitoefenen over anderen of anderen uitbuiten, onderdrukken of uitsluiten.

Goede en duurzame huizen

Alle huizen worden gebouwd of omgebouwd zodat ze gezond, veilig, comfortabel en ecologisch zijn. Alle huizen zijn toegankelijk voor alle mensen met een beperking. Dus geen slecht geïsoleerde, slecht geventileerde, ongezonde, of ontoegankelijke huizen meer.

We gaan bestaande huizen en gebouwen op een duurzame manier ombouwen tot die aan bovenstaande eisen voldoen, in samenhang met de natuur om die huizen en gebouwen heen. Er komt veel meer natuur en leven in de steden, daar moeten onder andere auto’s en wegen plaats voor maken. Niet alleen onze huizen, maar ook de omgeving van onze huizen moeten groen, gezond en toegankelijk zijn, en zoveel mogelijk ingericht zijn om ook met het veranderende klimaat veilig te kunnen leven.

We willen niet leven in vervuilende en verwoestende dorpen en steden. Onze dorpen en steden moeten juist bijdragen aan de natuurlijke ecosystemen waar ze onderdeel van zijn. Dus ook vervuilende industrieën en infrastructuur verdwijnen uit onze leefomgeving (en verdwijnen misschien wel helemaal).

Anti-kapitalisme, anti-racisme, anti-seksisme, strijden tegen alle vormen van onderdrukking

Segregatie verdwijnt, er bestaan geen arme, rijke, witte of zwarte buurten of wijken meer. Individuen en groepen mensen kunnen kiezen waar ze willen wonen en hoe ze willen wonen. Natuurlijk kunnen ze er ook voor kiezen samen te gaan wonen op basis van gedeelde identiteit of (sub)cultuur, en hun huizen en buurten al naar gelang in te richten. Wonen is iets dat we samen doen, niet alleen.

Onderdrukkende structuren verdwijnen niet van de een op de andere dag. Daarom stelt de politieke structuur waarmee we collectief beslissen over onze wijken, dorpen en steden ons in staat de strijd aan te gaan met racisme, seksisme en anderen vormen van onderdrukking. Mensen die niet man, wit, cis of hetero zijn, die gehandicapt zijn, of op een andere manier minder privileges hebben, krijgen een zware stem in het vorm geven van onze huizen en leefomgeving, en het veranderen van de omgeving op een manier die aan hun behoeften tegemoet komt en hen veiligheid biedt (bijvoorbeeld multi-generationele huizen, of gescheiden woningen voor mannen, vrouwen of andere genders).

Verdeling van de woonruimte

We gaan gemiddeld genomen kleiner wonen. We hebben vanzelfsprekend niet allemaal dezelfde behoeften. Sommige mensen zullen meer ruimte nodig hebben dan anderen, maar feit is dat veel rijke mensen nu veel te groot wonen. In de toekomst zijn huizen groot genoeg om al onze behoeften te kunnen vervullen, maar niet groter dan dat. We verspillen zo min mogelijk grondstoffen die de aarde en de natuur en (dus) de mens kapot maken. We houden zoveel mogelijk ruimte over voor een collectief ingerichte omgeving en voor alle natuur.

We zorgen er samen voor dat de woonruimte die er is goed wordt verdeeld. Als mensen bijvoorbeeld in een heel groot huis wonen, kan collectief besloten worden dat in een deel van dat huis andere mensen gaan wonen. Als er in een gebied meer mensen bij komen en er daardoor te weinig woonruimte dreigt te komen, zullen we collectief de woonruimte herverdelen zodat iedereen weer kan wonen.

Collectief leven

We stappen af van het idee dat de ideale vorm van samenwonen met het kerngezin is. Er zijn zoveel andere manier van samenleven, met uitgebreide (gekozen) families, in kleine of grote collectieven, met verschillende families samen, etc. Huizen, wijken en steden moeten daar ook op ingericht worden. Dus geen (of niet alleen maar) huizen waar “kerngezinnen” kunnen wonen. Maar huizen en wijken waar we ons leven kunnen delen, samen kunnen ontspannen, spelen, werken, leren, zorgen, opvoeden, etc. We richten samen collectieve binnen- en buitenruimten in, zoals gezamenlijke keukens, wasruimtes, werkplaatsen, ateliers, speeltuinen, parken, moestuinen, voedselbossen en noem maar op. In zo’n omgeving dragen we zorg voor elkaar en wordt zorg niet geïndividualiseerd, maar leven kinderen, jongeren, ouderen, mensen met en zonder beperking samen en zorgen ze voor elkaar.

Verandering, spelen en experimenteren

We hebben nog geen idee van alle mogelijkheden die een andere samenleving ons biedt, de kansen en mogelijkheden zijn oneindig en gaan ons door het kapitalisme beperkte voorstellingsvermogen te boven. Daarom moeten we altijd experimenteren met nieuwe vormen van wonen en samenleven, slopen en bouwen. We moeten er spelenderwijs collectief achter komen hoe we de wereld en onze huizen, straten, wijken en de rest van onze omgeving het beste in kunnen richten naar onze behoeften, als onderdeel van de ecosystemen waar we in leven.

Joris Hanse, Bart de Baan, Puk Pent

Noot

* Deze eisen en ideeën zijn voortgekomen uit gesprekken en discussies binnen Doorbraak. We zijn een organisatie met een meerderheid van witte mensen en niet per se representatief voor de samenleving. Daarom is deze tekst noodzakelijkerwijs incompleet en imperfect. Daarnaast is dit een korte tekst die onmogelijk alle mogelijkheden en mooie toekomstperspectieven kan bevatten. Daarom nodigen we iedereen van harte uit om te reageren, aan te vullen, kritiek te geven, en ons er op te wijzen als we de plank faliekant mis slaan.