Fuck de basisbanen (het volgende werkverschaffingstraject voor baanlozen)!

Een van onze spandoeken

Als het aan politieke partijen, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), wethouders van de grote gemeenten en zelfs de FNV ligt, dan moeten baanlozen tegen een mager loon en vooralsnog zonder CAO aan het werk in basisbanen. Dat zijn “nieuwe” banen die expliciet voor bijstandsgerechtigden worden gemaakt door gemeenten en bedrijven samen. Baanlozen mogen zogenaamd “vrijwillig” voor deze banen kiezen, onder het mom van “maatwerk”. De basisbanen moeten “maatschappelijk nuttig” zijn. Denk aan werk in de zorg, in het onderwijs, in wijken, en ach, overal waar de nood hoog is omdat banen in het verleden zijn wegbezuinigd of omdat de ecologische catastrofe daarom vraagt. Baanlozen mogen dat werk lekker opknappen voor bijna nop en de facto onder het bijstandsregime. Doorbraak wil geen basisbanen of andere vernederende en betuttelende werkverschaffingsprojecten. We willen onvoorwaardelijke en hogere uitkeringen. En als we (willen) werken in een baan, dan moeten we daar een hoog loon voor krijgen en werken met een goede CAO.

Pilot na pilot, experiment na experiment, baanloosheid wordt maar niet geaccepteerd. De bedenkers van de experimenten voor baanlozen zeggen dat er vooroordelen over ons bestaan, dat het daarom voor ons zelf ook niet fijn is om baanloos te zijn. Ze stellen dat ze deze stigmatisering tegen willen gaan. Vervolgens bedenken ze experimenten om ons zogenaamd te helpen, maar precies die experimenten zorgen voor meer disciplinering en ellende voor ons, en houden ons in armoede. Al deze experimenten zijn namelijk onderdeel van het repressieve regime van de bijstand, waardoor we nooit vrijwillig kunnen kiezen of en hoe we eraan willen deelnemen. De enige keuze die baanlozen kunnen maken, is de keuze die al voor hen is gemaakt.

Voor ons zijn basisbanen daarom het zoveelste werkverschaffings- of reïntegratieproject. Basisbanen brengen dezelfde problemen voor baanlozen met zich mee als al die experimenten en trajecten. De bedenkers doen zo mee aan het disciplineren en stigmatiseren, ook al beweren ze van niet. Ze pleiten immers voor het werken in basisbanen, een aparte categorie banen speciaal voor baanlozen, die onderbetaald zijn, waarschijnlijk zonder CAO, en nog steeds onder het bijstandsregime, met alle repressie, vernedering en angst die daarbij komt kijken. Een basisbaan-“loon” is nog altijd meer dan een uitkering, zou je kunnen zeggen. Ja, misschien wel, maar de minimumlonen (en de uitkeringen) zijn ook te laag, vandaar de #voor14 campagne van de FNV. Daar komt bij dat in de praktijk de bijstandsgerechtigden die in een basisbaan werken helemaal niet per se het minimumloon verdienen.

Het ligt aan het kapitalisme

Baanlozen zijn nodig in een kapitalistische economie. Meer specifiek: het opjagen en vernederen van baanlozen en hen dwingen om elk shitbaantje aan te nemen, dat is vooral nodig voor die economie. Dat zorgt er namelijk voor dat arbeid goedkoop blijft voor de bazen. De enige “oplossing” voor het feit dat het vaak klote is om baanloos te zijn, is om ervoor te zorgen dat het niet meer klote is om baanloos te zijn. Maar dat is niet mogelijk binnen het kapitalisme. De enige anti-kapitalistische oplossing is: stop met het stigmatiseren en criminaliseren van baanlozen. Maak het leuk om baanloos te zijn! Stop met al jullie trajectjes en experimentjes, stop de disciplinering, verhoog de uitkeringen en maak die onvoorwaardelijk.

De basisbaanpleiters willen dat het kapitalisme blijft bestaan. Wij niet. De sociaal-democratische basisbaanpleiters bedenken wel allerlei manieren waarop er geld zou moeten worden vrijgemaakt voor baanlozen-banen, voor zogenaamd “duurzaam” werk, maar niet voor een hogere uitkering. “Duurzaam werk”, daarmee wordt niet bedoeld dat er werk moet worden gedaan dat niet destructief is of zelfs goed is voor de ecologie. Nee, “duurzaam” werk is voor de basisbaanpleiters een werkverschaffing die langer duurt dan twee jaar. Ze noemen daarbij niet expliciet de terugkeer naar het vaste contract (waar de FNV wel voor pleit, met een halfbakken campagne onder de naam Eerlijk Werk is De Basis). De basisbaanfans zijn een beetje tegen de flexibilisering van arbeid, maar ook weer niet helemaal, want tja, die zielige werkgevers, en tja, de overheid, en tja, de arbeidsmarkt.

FNV en basisbanen

Ook de FNV is voor basisbanen voor baanlozen, mits er een minimumloon van 14 euro voor wordt betaald. De FNV vindt het positief “dat in mensen met een uitkering geïnvesteerd wordt”. Maar wat betekent “investeren in mensen met een uitkering”? In de praktijk betekent dat altijd investeren in de reïntegratie-industrie en investeren in mensen die baantjes hebben door ons te controleren en op te jagen, en dat is ook het geval met de basisbanen. Er wordt nooit geïnvesteerd in bestaanszekerheid en autonomie voor baanlozen. De FNV gaat mee in de retoriek van het arbeidsethos en dus in het pesten van baanlozen.

De FNV schrijft verder dat basisbanen banen moeten zijn met “voldoende uren, waar werknemers zelf over kunnen beslissen, mét een leefbaar uurloon van tenminste 14 euro. Bovendien mag de basisbaan niet tot werkverdringing van anderen leiden.” Hierin kunnen we niet, ook niet met de beste wil van de wereld, lezen dat de FNV pleit voor autonomie en bestaanszekerheid voor baanlozen. Wij “mogen”, ook van de vakbond, “vrijwillig kiezen” voor deze banen-voor-baanlozen tegen een “leefbaar loon”, in plaats van ons te laten disciplineren binnen tal van reïntegratieverplichtingen met een inkomen waarvan ook niet te leven is. Zou de FNV tegen het verarmen en criminaliseren van baanlozen zijn, dan zou de vakbond tegen het basisbanen-idee en tegen alle experimenten zijn. En nadrukkelijk strijden voor het afschaffen van alle repressie jegens baanlozen en voor onvoorwaardelijke uitkeringen.

Basisbanen in uitvoering

We schreven al eerder over een ander experiment: de parallelle arbeidsmarkt. De theoretici van de basisbanen en de parallelle arbeidsmarkt benadrukken vaak de onderlinge verschillen. Basisbanen zouden vaste banen tegen het minimumloon zijn, waarbij doorstroming naar de “reguliere” arbeidsmarkt niet per se het doel is. Het zijn ook banen in de non-profit en publieke sector. Bij de parallelle arbeidsmarkt is het doel wel om uit te stromen naar de “reguliere” arbeidsmarkt en wordt expliciet de samenwerking gezocht met bedrijven. De overeenkomst tussen het model van de basisbanen en dat van de parallelle arbeidsmarkt is dat de theoretici ervan in principe iedereen het “recht op werk” willen geven: iedereen moet werken in een baan (alsof iedereen dat wil)! Baanlozen zouden niet meer voor een uitkering naar een loket moeten gaan, maar naar een loket voor een basisbaan of een parallelle arbeidsmarkt-baan.

Dat streven wordt heel expliciet gemaakt door wethouder Bert Kuster van de gemeente Oude IJsselstreek. Zijn idee was om daar de bijstand af te schaffen per januari 2021, en daarvoor basisbanen in de plaats te doen. De bijstand afschaffen bleek wettelijk gezien niet te kunnen, maar er worden nu wel 45 basisbanen gecreëerd.

Ook in andere gemeenten wordt geëxperimenteerd, maar liggen de “ambities” nog wat minder hoog. In Lelystad, Rotterdam en Groningen zijn bij elkaar opgeteld nu 35 baanlozen-banen opgetuigd. Daarnaast zijn er plannen in Amstelveen en De Bilt. Wat dan precies een basisbaan is, verschilt per gemeente. Maar opvallend is dat de belofte van een basisbaan vaak niet wordt nagekomen: meestal is het onderbetaald en tijdelijk werk voor een of twee jaar. Hoe het zit met arbeidsvoorwaarden als avond- of weekendtoeslag, WW- en pensioenopbouw, en dergelijke, is onduidelijk. Het doel is niet om een vaste baan aan te bieden, maar om mensen een kans te geven om heel misschien door te stromen naar de “reguliere” arbeidsmarkt.

Sterker nog, in De Bilt bestaat de zogenaamde “BasisMaatWerk”-baan met behoud van uitkering en zogenaamd vrijwilligerswerk. Dat riekt naar klassieke dwangarbeid of een tegenprestatie voor baanlozen! Interessant is hoe zo het begrip basisbaan, waar we überhaupt al niet blij van worden, aan enorme inflatie onderhevig is. Ging het eerst nog om betaald werk, nu gaat ouderwetse dwangarbeid ook al door voor een basisbaan.

In Lelystad begon in 2020 een experiment met negen zogenaamde buurtconciërges. Baanlozen krijgen een (tijdelijk) baantje om de “ogen en oren van de buurt” te zijn, en ontvangen daarvoor het minimumloon. Onduidelijk is of ze echt een regulier contract en volledige arbeidsrechten krijgen. Het experiment is ondertussen verlengd nadat alle partijen er reuze enthousiast over waren. De baas van het lokale reïntegratiebedrijf draagt, net als de wethouder van Oude IJsselstreek, de visie uit om de bijstand af te schaffen en iedere baanloze een basisbaan door de strot te rammen.

In Rotterdam werden maar liefst drie baanlozen aan de basisbaan gezet bij Woonstad (een woningcorporatie) en WMO Radar (welzijnsorganisatie). En in Groningen werken 25 voormalige baanlozen “in de wijken”, bijvoorbeeld als ondersteuning in buurthuizen en bij het uitlenen van gereedschap, enzovoorts. Ze krijgen een contract en doorstromen naar een “reguliere” baan is niet het doel. De basisbaners worden begeleid door bedrijven die ons welbekend zijn in de Groningse reïntegratie-industrie. De werkgever is Thermiek BV, een bedrijf dat daarvoor speciaal is opgericht door de gemeente en ook onderdeel is van de gemeente. Daarmee zitten de basisbaners nog steeds onder de plak van het bijstandsregime.

Te weinig geld om baanlozen te disciplineren

De ronkende plannen stuiten nogal eens op de harde werkelijkheid: het kost allemaal een heleboel geld. En gemeenten hebben te weinig geld, dus worden samenwerkingen gezocht met bedrijven, die in niet al te grote getale en maar mondjesmaat enthousiast zijn. Daarnaast worden her en der subsidies losgepeuterd, zoals een Europese subsidie in Groningen. Basisbanen voor grote groepen baanlozen en op de lange termijn zijn daardoor onhaalbaar. Dat betekent in de praktijk: een aantal bijstandsgerechtigden krijgt tijdelijke en laagbetaalde baantjes aangesmeerd met dubieuze arbeidsvoorwaarden, met een leger van begeleiders er omheen, die er wel een vet inkomen aan overhouden.

Dat leger bestaat uit consulenten, adviseurs, projectmanagers, hoogleraren en zulks meer. Zo krijgen de Groningse wijkbedrijven waar de basisbaners werken, subsidie om begeleiders te betalen. Tegelijkertijd wordt Start Foundation (welbekend van de parallelle arbeidsmarkt) ingevlogen om alles te monitoren en te evalueren. En zo gaat het in meerdere gemeenten.

Zingeving

Bij alle nieuwe banenplannen voor baanlozen, zoals de basisbaan en de parallelle arbeidsmarkt, draait het voor de bedenkers niet meer om het afgedwongen arbeidsethos waarbij “wie niet werkt, zal niet vreten” leidend is. In plaats daarvan appelleren ze aan een zelf opgelegd arbeidsethos waarbij wordt verondersteld dat wij zonder baan geen volledige identiteit zouden kunnen ontwikkelen. Het hebben van een baan zou de enige manier zijn om een zinvol leven te leiden en “mee te doen” in de maatschappij en zo onze ontnomen waardigheid terug te winnen. Onze identiteit moet nauw verweven zijn met het produceren en functioneren in het kapitalistische systeem, en alleen als we daar aan meedoen, hebben we recht op iets meer kruimels van de taart.

Er wordt dus niet meer zoveel gepleit voor keiharde wederkerigheid (je krijgt geld van ons en als je geen tegenprestatie levert, krijg je niets). Baanlozen krijgen steeds meer te maken met indoctrinatie: ze moeten gaan werken in een tijdelijke basisbaan, want dan verdwijnen op magische wijze armoede, toegebracht (zelf)stigma en alle andere ellende in ons persoonlijke leven. Ongeacht hoe laag ons inkomen ook is, we zouden ons dan toch heel erg goed voelen. We doen immers “maatschappelijk nuttig” werk en van schouderklopjes kunnen we best rondkomen. De basisbaan wordt dus vooral gepresenteerd als iets dat wij voor onszelf doen, maar niet als iets dat ons wordt opgelegd door de sociale dienst.

Beleidsmakers hebben zelf geen last van hun plannen

Hoe hard beleidsmakers ook beweren dat wij baanlozen zelf basisbanen en meer van die crap willen, ze voeren nog altijd hun eigen plannen uit over onze ruggen. Want als beleidsmakers zouden willen dat wij een heel goed en fijn leven hadden, dan zouden ze in eerste instantie het bijstandsregime willen afschaffen en de bijstand fors willen verhogen.

De beleidsmakers maken beleid voor anderen en niet voor zichzelf. Ze voelen zelf nooit de pijn, de armoede en de vernedering. Ze voelen niet hoe mensen onderaan de samenleving door het huidige bijstandsbeleid en hun experimenten kapot worden gemaakt. Ze kunnen leuke plannetjes bedenken zonder dat ze daar zelf ooit last van zullen hebben vanuit hun positietjes bij de gemeenten en de universiteiten.

Wat willen we dan wel?

Daarmee willen we niet zeggen dat we willen dat zij ook van de bijstand gaan leven. Nee, we willen dat wij zelf kunnen beslissen over ons leven, en dat er niet over ons wordt besloten. Het niet hebben van loonarbeid is een soort doodzonde in de huidige maatschappij. Maar wij denken juist dat we baanloosheid en baanlozen moeten koesteren en pamperen. Als wij niet op onze nek worden gezeten, hebben we de ruimte om ons eigen leven in te richten, op een manier die niet wordt bepaald door de kapitalistische economie. We kunnen werken en de wereld vormgeven in dienst van onze eigen creativiteit, inzichten en inspiratie, en zorg voor elkaar. We kunnen werken richting een ecologisch duurzame wereld zonder uitbuiting, onderdrukking en uitsluiting, iets dat met kapitalistische loonarbeid onmogelijk is.

Met andere woorden: strijden voor baanloosheid betekent ook strijden tegen het verwoestende kapitalistische systeem. En die strijd is broodnodig, want het is geen optie om het kapitalisme door te laten denderen op haar vernietigende koers.

Joris Hanse

Puk Pent