Veel Leidse bijstandsgerechtigden toch weer langer dan zes weken aan de dwangarbeid gezet

Het logo van het Leidse dwangarbeidcentrum.
Het logo van het Leidse dwangarbeidcentrum.

Ondanks herhaalde beloften worden bijstandsgerechtigden in Leiden in veel gevallen toch langer dan zes weken aan de dwangarbeid gezet. Na die eerste zes weken zou het verder “vrijwillig” zijn, maar wie met de dwangarbeiders spreekt, weet dat er van vrijwilligheid nauwelijks sprake is. Want wie durft er “nee” te zeggen tegen degene die je kan korten op je bijstand, je laatste strohalm?

This text in English

Bij de officiële invoering van dwangarbeid in Leiden in 2011 liet de gemeenteraad vastleggen dat er een maximum van zes weken aan het gratis rechteloos werken verbonden zou zijn. Uit de vele gesprekken die wij daarna voerden met dwangarbeiders bleek al snel dat de directie van dwangarbeidcentrum DZB dat maximum aan zijn laars lapte. Wij stelden dat regelmatig aan de kaak, en in juli 2013 kaartte collegepartij SP het aan bij de toenmalige CDA-wethouder Jan-Jaap de Haan.

Rapportage Leidse dwangarbeid 2016

1. Veel Leidse bijstandsgerechtigden toch weer langer dan zes weken aan de dwangarbeid gezet
2. DZB pest baanlozen “succesvol” uit de uitkering
3. Observeren? Wees eerlijk, wethouder Damen, dwangarbeid draait toch om afschrikken, disciplineren en uitbuiten?
4. Papieren werkelijkheid van wethouder Damen staat haaks op de realiteit van onderop
5. Waarom de gemeente Leiden zoveel geld in reïntegratietrajecten pompt (en een klein beetje terugverdient)
6. Over de psychologische spelletjes die de gemeente Leiden speelt met baanlozen
7. Leidse dwangarbeiders voortdurend bedreigd met strafkortingen

Ook in mei 2012 rapporteerden we uitgebreid over dwangarbeid in Leiden. Een volledig overzicht vind je in ons dossier 1.

Die moest in de raad erkennen dat een aantal “werkzoekenden” inderdaad langer dan zes weken in het dwangarbeidcentrum was blijven werken. Bij een was dat gedwongen, zo liet hij weten, maar bij de rest was “verlenging met akkoord of zonder (kenbaar gemaakt) bezwaar van werkzoekende gegaan”. Wel gaf hij toe dat uit de “schriftelijke verslaglegging” niet goed meer na te gaan was of “het vrijwillige karakter” van de verlenging “bij de cliënt” steeds “voldoende duidelijk” was geweest.

Veel dwangarbeiders wisten mogelijk best dat ze maar zes weken hoefden, maar waren te bang om er iets van te zeggen wanneer hun termijn weer eens stilzwijgend verlengd werd. Voor je het weet, word je immers gekort of word je anderszins het leven moeilijk gemaakt door je consulent of de bewakers op de werkvloer. Bij zulke machtsverhoudingen bestaat er simpelweg geen “vrijwilligheid”.

Papieren werkelijkheid

De Haan beloofde de raad vervolgens dat baanlozen voortaan bij binnenkomst mondeling en schriftelijk geïnformeerd zouden worden over het maximum. En als men vrijwillig zou willen doorgaan, dan zou dat schriftelijk worden vastgelegd. We zijn nu bijna drie jaar verder. De meeste dwangarbeiders lijken zich tegenwoordig inderdaad goed bewust van de officiële termijn van zes weken. Dat krijgen ze op papier mee. En de “vrijwillige” verlengingen lijken bij de meesten zoals beloofd op papier gezet te worden.

Tot zover de papieren werkelijkheid waarmee de gemeente zich indekt. In de echte werkelijkheid krijgen de meeste baanlozen bij binnenkomst te horen dat het om een soort standaardpakket van twaalf weken gaat: zes weken verplicht en dan zes weken “vrijwillig” dwangarbeiden. Sommige dwangarbeiders vertellen zelfs dat hen wijs gemaakt is dat het om drie termijnen van zes weken gaat. Anderen kregen te horen dat het van de “attitude” van “de cliënt” afhangt of er na zes weken ook nog “vrijwillig” verlengd moet worden. Sommigen worden er simpelweg aan hun lot overgelaten, krijgen niets te horen, en blijven daardoor net zo lang dwangarbeiden tot ze de moed opvatten om zelf over die zes weken-termijn te beginnen.

Vrijwilligheid

Voor de meeste dwangarbeiders heeft het woord “vrijwillig” inmiddels een heel andere betekenis gekregen. Zonder ironie vertellen ze bijvoorbeeld dat ze in de “vrijwillige” fase zitten, maar dat helemaal niet willen en dat in sommige gevallen zelfs openlijk gezegd hebben. Anderen moeten hardop lachen om dat hele gepraat over “vrijwilligheid”, en zeggen dat ze nog nooit van iemand in het centrum gehoord hebben dat die daadwerkelijk “vrijwillig” langer bleef. Behalve misschien van die enkeling die wel heel erg makkelijk psychologisch beïnvloedbaar is.

En na die twee (of drie) termijnen volgemaakt te hebben zou je helemaal “vrijwillig” mogen doorgaan, zeker als je er prijs op stelt dat je consulent je bijstaat met het zoeken naar vacatures, of je mogelijk in aanmerking laat komen voor een werkstage of goedkope opleiding elders. En dat “vrijwillig doorgaan” wordt over het algemeen niet voorzichtig gesuggereerd door de consulenten, maar openlijk als harde voorwaarde gesteld voor verdere ondersteuning. Het is alsof de baanlozen hun “reïntegratie” letterlijk moeten terugverdienen door gratis voor het dwangarbeidcentrum te werken. De ’tegenprestatie’ die de consulent dan zou leveren, blijft in veel gevallen echter, zoals te verwachten, achterwege: het is immers crisis en veel geld hebben ze niet te besteden per “cliënt”.

Een jaar

Van enkele baanlozen hebben we gehoord dat ze al bij binnenkomst in het dwangarbeidcentrum van hun consulent enthousiast te horen kregen dat “veel mensen” er zelf voor kiezen om vrijwillig door te werken, en dat dat tot maximaal een jaar mag.

En dan zijn er ook nog de mensen die herhaaldelijk terugkeren in het centrum. Ze verrichten een tijd dwangarbeid, vinden op een gegeven moment betaald werk en worden daar na verloop van tijd weer ontslagen. Na het aanvragen van bijstand belanden ze dan weer in de dwangarbeid. Gezien de economische crisis en het gebrek aan vaste contracten, zal het niet verbazen dat inmiddels een flinke groep mensen in deze carrousel vast zit. Een carrousel van zwaar onderbetaald flexwerk en dwangarbeid, iets waar de bazen enkele jaren terug alleen maar van konden dromen. We hebben meerdere mensen gesproken die al drie of meer keer aan de dwangarbeid zijn gezet in Leiden.

Maatwerk

Wat ook opvalt, is dat geen twee verhalen van dwangarbeiders hetzelfde zijn. Het beleid verschilt tegenwoordig niet alleen van gemeente tot gemeente, maar nu ook nog eens van consulent tot consulent, van baanloze tot baanloze en zelfs van dag tot dag. De duur van de dwangarbeid en het regime dat baanlozen opgelegd krijgen, lijkt sterk af te hangen van de mondigheid die ze tentoonspreiden, maar vooral ook van hun huidskleur, hun opleidingsniveau en hun kennis van de Nederlandse taal.

Willekeur bij de consulent lijkt een enorme rol te spelen, maar ook de vraag naar arbeid bij de DZB zelf. Dwangarbeiders vertellen soms dat er geen werk is en dat ze feitelijk moeten komen niksen, maar op andere momenten is er juist veel te doen. Het is niet uit te sluiten dat er dan een groter beroep gedaan wordt op de “vrijwilligheid” van de dwangarbeiders. Een soort van vraag-gerelateerde “vrijwilligheid” na het binnenslepen van grote orders. Maatwerk, maar dan op maat van het dwangarbeiderscentrum en niet van de bijstandsgerechtigde.

Uren per week

In een mislukte en misplaatste poging om het sociale gezicht te redden, bracht de Leidse PvdA bij aanvang van het dwangarbeidproject in dat bijstandsgerechtigden per week maximaal 26 uur zouden mogen werken. Volgens de sociaal-democraten zou 26 uur werken tegen een minimumloon precies uitkomen op het niveau van een bijstandsuitkering. Zo zouden bijstandsgerechtigden als het ware het minimumuurloon verdienen, beargumenteerde men, en zou dat wettelijke minimum dus niet ontdoken worden door de gemeente. Dat het werk plaatsvindt onder een uiterst repressief regime met strafkortingen en privacyschendingen, om maar een paar van de problemen te noemen, vond men kennelijk geen probleem. Het was een flauwekulargument van de PvdA. De DZB heeft het dan ook nooit serieus genomen.

Het komt namelijk veelvuldig voor dat bijstandsgerechtigden meer dan 26 uur per week aan de dwangarbeid gezet worden. We horen de laatste tijd steeds vaker van dwangarbeiders dat hen ingepeperd wordt dat het gaat om 48 dagdelen werken. Dat komt dan neer op zes weken van acht dagdelen per week: werkweken van 32 uur per week dus. Zes uur meer dwangarbeid, en dus een flink lager ‘uurloon’ dan waar de sociaal-democraten mee konden leven.

Omgekeerd is het ook niet zo dat het aantal uren dwangarbeid teruggeschroefd wordt naarmate de uitkering die verstrekt wordt, lager is. Daar zijn veel voorbeelden van. Van echtparen die een gezamenlijke, en per persoon gezien dus flink lagere uitkering ontvangen, maar die wel samen tegelijkertijd het volledig aantal uren moeten komen dwangarbeiden. Die zijn dus de facto nog goedkoper voor de DZB dan de andere dwangarbeiders. We hebben zelfs gehoord van een gezin waarvan de ene partner betaald werkte, maar net iets minder verdiende dan bijstandsniveau. Voor de aanvullende bijstandsuitkering van tweehonderd euro per maand moest de andere partner fulltime komen dwangarbeiden. Die draaide dus werkweken van vier dagen voor maar vijftig euro per week!

Maar het kon nog erger, vooral tot ongeveer drie jaar geleden, toen alle baanlozen nog meteen na aanvraag van een uitkering moesten komen dwangarbeiden. Toen kwam het wel voor dat men na een aantal weken te horen kreeg dat de aanvraag was afgewezen, wat betekende dat men al die tijd voor niets, volkomen gratis dus, had gewerkt. We hoorden zo ook van een echtpaar met kinderen dat al drie maanden voor een gezinsuitkering gezamenlijk moest komen dwangarbeiden, terwijl er nog steeds geen cent binnen was gekomen. En de consulent dreigde hen met een strafkorting omdat ze daarover morden! Wat zou die zich daarbij hebben voorgesteld, vraag je je af, minder dan niets uitkeren? Dat ze geld mee moesten gaan brengen naar het dwangarbeidcentrum?

Afschaffing

Als we iets geleerd hebben van alle gesprekken met dwangarbeiders en andere bijstandsgerechtigden, dan is het dat al deze verhalen geen uitwassen zijn, maar dat de dwangarbeid op zich de uitwas is. Het gratis werken onder dwang, dat is het probleem. Dat is een hellend vlak, want welke afspraken er ook in de raad gemaakt worden, de economische druk en de schijnbare almacht van de DZB-directie en -consulenten zal steeds weer zorgen voor een verder afglijden naar nog schandaliger praktijken. De enige oplossing is het volkomen afschaffen van dwangarbeid.

Eric Krebbers