Zaag aan de poten van de macht in plaats van zelf op de stoel te willen zitten

Khalid Jone van We Are Here op het solidariteitsprotest met de vluchtelingen in Moria in Den Haag op 13 september 2020.

Naar aanleiding van het Oneworld-artikel “Hoe ngo’s op Lesbos verandering in de weg staan” en van stukken als “People vs. Empire” van Arundhati Roy en “Accomplices not allies: abolishing the ally industrial complex” van Indigenous Action voelde ik weer de neiging om een langer stuk te tikken.

Ik zie de laatste tijd weer de discussie ontstaan over het nut en de onzin van “aan tafel zitten” met de overheid door activisten. In de discussie over Moria en het in standhouden van het gevangenenkamp daar door Nederlandse ngo’s komt dit goed naar voren. Wanneer ben je nog bezig mensen te helpen en wanneer ben je een collaborerende factor die helpt ellende in stand te houden? Dit in combinatie met de vraag: mag je geld verdienen, je bestaan betalen, over de ellende van andere mensen die het slechter hebben dan jij?

Als fossiele anarchist kom ik al ruim een kwart eeuw vaak in botsing met de “aan tafel zit”-mensen. In de dierenrechtenbeweging noemden we die mensen de “wij willen grotere kooien”-mensen. De welzijnsorganisaties. Kleine verbeteringetjes die er op papier leuk uit zien en weer als overwinning gebruikt kunnen worden voor een nieuwe donatieronde, maar die op de daadwerkelijke schaal geen verschil uitmaken.

Wij waren uiteraard de “geen kooien”-mensen. Maar dat was “te radicaal”. Met ons kon je niet praten, niet onderhandelen. Wij waren geen “partner”.

Dit patroon zie je in alle bewegingen terug komen. Er wordt vanuit de overheid of vanuit bedrijven geëist dat je aan tafel komt zitten. Dat je een “redelijkheid” laat zien. Polderen, onderhandelen.

Ik noem dat meewerken aan het in stand houden van ellende.

Ik ben opgegroeid in de tijd van de anti-apartheidsbeweging. Wat zou het raar zijn geweest als de eis was geweest: “mag het een beetje minder apartheid?” Nee, de eis was duidelijk: Zuid-Afrika moest apartheid opgeven en het land moest een radicale verandering ondergaan. Geen halve maatregelen.

Men vraagt ook niet aan iemand die zijn partner mishandelt of hij even wat minder vaak wil slaan. Gaan we gezellig om de tafel zitten en een planning maken over hoe vaak er geslagen mag worden. Of in plaats van met de vuist liever de open hand gebruikt kan worden.

Absurde suggesties, maar dit is exact wat een groot deel van de ngo’s en welzijnsorganisaties doen. Mag er iets minder repressie alsjeblieft?

Overheden en bedrijven vinden het fantastisch om met welzijnsorganisaties samen te werken. Het is namelijk makkelijk om niet de volledige en essentiële veranderingen door te hoeven voeren. Vaak zijn intentieverklaringen al goed genoeg. Een fotomomentje met de minister of wethouder. Een postercampagne gefinancierd door de gemeente. Een doekje voor het bloeden.

Dit soort momenten en overleggen worden gebruikt als wapens tegen mensen die radicalere eisen stellen: “Jullie eisen zijn te zwaar en daarom komen jullie niet aan tafel. Kijk ons eens. Babysteps!”

Lekker de wind uit de zeilen nemen van grassrootsactivisten, mensen die vaak zelf tot de onderdrukte groep behoren en die simpelweg eisen stellen en hun recht op een gelijkwaardig bestaan opeisen. Die worden dan voorbijgestreefd door white saviours die het wel even op de managementmanier aanpakken: “Wij komen wel even op voor jullie belangen. Wees maar stil.” En dat natuurlijk vanuit een kantoor aan de grachtengordel met bijbehorend salaris. Maar wel met een duurzaam koffiezetapparaat natuurlijk.

Ook milieuwelzijnsorganisaties doen dit al jaren. Duizenden donoren, decennia aan projecten… en geen enkele verandering te zien op het gebied van de vermindering van global warming of ontbossing. Maar dat lijkt ook vaak niet eens echt het doel te zijn. Problemen oplossen betekent namelijk een einde maken aan je eigen bestaan. En dat kost banen en geld.

Anti-fascisten krijgen vaak te horen dat ze actie ondernemen voor de kick of om alleen maar anti te zijn. Maar stuk voor stuk ken ik anti-fascisten die ontzettend blij zouden zijn als er geen fascisten en nazi’s meer waren. Dan konden we ons lekker bezighouden met starwarsquizen of zo. Hetzelfde geldt voor dierenrechtenactivisten. Als morgen de hele wereld veganistisch wordt, dan kunnen wij lekker de hele dag taartjes gaan bakken.

Welzijnsorganisaties en ngo’s moeten niet denken aan het einde van de problemen. De hele reden van hun bestaan zou verdwijnen. Wat nu?

En dan zie je dus ook meteen de valsheid die naar voren komt vanuit deze clubs richting “radicalen”. Het naar beneden trappen. Ik heb het al eerder een keer aangehaald, maar op grote anti-globaliseringsdemonstraties hadden wij radicalen soms meer last van de ngo’s dan van de politie. Zij duwden ons uit een demonstratie, riepen de politie er bij en wezen aan wie een steen had gegooid. En waren er als de kippen bij om in de media te roepen dat ze “afstand nemen van illegale elementen”. Dat soort persberichten vonden ze belangrijker dan de boodschap verspreiden waarvoor ze eigenlijk de straat op gingen. De angst om in hetzelfde schuitje te komen als de radicalen was groter dan de wil om eisen te stellen. Stel je voor dat je namelijk niet meer aan tafel mag zitten, omdat je niet hard genoeg afstand hebt genomen! Dan wordt Papa Staat boos. Geldkranen en intentieverklaringen!

Dit soort organisatievormen ondermijnen echte structurele veranderingen. De enorme opleving van de Black Lives Matter-movement van het afgelopen jaar gaf mensen vleugels. De straten op, de pleinen bezet, fuck your racism! Wereldwijd stonden overheden even met de mond vol tanden… maar… oude draaiboeken werden weer uit de kast gehaald. Met hun focus op geweldloosheid versus enkelingen die wat radicaler waren in hun acties. Witte mannen in blauwe pakken riepen zo snel mogelijk: “Wat goed dat alles vreedzaam verlopen is!” Wel braaf zijn, anders wordt Papa boos. En overheden en organisaties gingen met Black Lives Matter-activisten aan tafel zitten. Handen werden geschud, intentieverklaringen werden getekend… en niks is veranderd. Niet in de VS, niet in het VK of Frankrijk, en niet in Nederland. Lege beloften en symbolische gebaren… verder horen we de krekels.

Waarmee ik absoluut niet zeg dat Black Lives Matter niets bereikt! Het gaat mij om de reactie van de overheid. De macht en kracht van Black Lives Matter ligt op straat en niet aan tafel.

Want echte verandering wil de overheid niet. Echte veranderingen willen grote bedrijven niet. Het systeem werkt namelijk perfect voor hen zo! Waarom dat veranderen? De macht blijft in dezelfde handen. Het geld blijft rollen.

En dat is mijn laatste gripe. Ngo’s en welzijnsclubs nemen geen politieke standpunten in. Gaan niet voor de “macro”, maar heel erg voor de “micro”. Geen politieke kleur betekent dat donatiegeld van alle kanten kan komen. En dat je met iedereen aan tafel zit. Allemansvriendjes willen zijn. “We willen een beter vluchtelingenkamp” versus “We willen geen kampen en rot op met je dodelijke grensbeleid”. Geen politieke kleur betekent ook geen echte verandering willen. Neutraal zijn heeft nog nooit tot verandering geleid.

Echte sociale veranderingen kwamen door politiek gekleurde directe actie. Arbeidersrechten, stemrechten, vrouwenstemrecht, lhbtq-rechten. Rellen, staken, bezetten, eisen stellen. Van Mayday tot Stonewall en van de sufragettes tot het ANC. Eisen stellen en afdwingen. Zagen aan de poten van de macht in plaats van op dezelfde stoel willen zitten.

De engste woorden voor ngo’s en welzijnsorganisaties zijn kapitalisme en neo-liberalisme. Ze willen koste wat het kost vermijden dat mensen gaan kijken naar het “grote plaatje”. Naar de “macro”. Want als mensen het “grote plaatje” zien, en zien dat ngo’s en welzijnsclubs een gewillig onderdeel zijn van kapitalisme en neo-liberalisme, dan raken die hun steun kwijt.

Wanneer verandert hulp geven in collaboratie met de onderdrukkers? Stel jezelf die vraag iedere keer als je een oproep ziet voor meer geld voor dekens of slaapzakken voor een gevangenis in Griekenland. Stel jezelf die vraag als je een groep ‘vertegenwoordigers’ aan tafel ziet zitten met de overheid en er slechts een fotomomentje plaatsvindt. Stel jezelf die vraag als iemand geld vraagt voor verbetering in de levensomstandigheden van dieren in de bio-industrie, in plaats van dat ze geld vragen voor de afschaffing van de bio-industrie.

En steun “radicalen” in plaats van hen af te vallen. Een steen door de ruit is niet zo erg als systematische repressie en moord. Kijk naar je eigen initiële verontwaardiging en besef dat ook jij geconditioneerd bent om te denken dat een konijn bevrijden uit een kooi het waard is om de gevangenis in te gaan, terwijl het dagelijks martelen en vermoorden van dieren voor winst als normaal gezien wordt. Kijk naar je eigen emotie als je ziet dat mensen in Chili of Hong Kong het gevecht aangaan met de overheid en dat je zelf denkt dat zoiets hier niet kan omdat wij meer “beschaafd” zijn en liever polderen.

Kevin Heller

(Dit artikel verscheen eerder op Facebook.)