Open brief: zes vragen van Doorbraak-activist Mehmet Kirmaci aan Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk van DENK

Öztürk and Kuzu.
Öztürk and Kuzu.

Beste Tunahan en Selçuk,

Met de beweging DENK zijn jullie, na een flinke periode actief te zijn geweest binnen de sociaal-democratie, je eigen politieke koers ingeslagen. Dat is jullie goed recht. Met afgrijzen hebben we bij Doorbraak gezien hoe jullie snel daarna geconfronteerd werden met het rancuneuze media-offensief van de PvdA, met persoonlijke bedreigingen en met ronduit racistische bagger die jullie naar jullie hoofd kregen gesmeten. Mensen die zich thuis voelen bij jullie politieke project, zoals Sylvana Simons en Farid Azarkan, zijn eveneens het mikpunt van racistische agressie geworden. Dit kan en mag niet! Jullie kunnen altijd op onze solidariteit en steun rekenen wanneer jullie vrijheden, rechten en waardigheid in het gedrang komen.

Links

Met het politiek manifest van DENK van begin 2015 scharen jullie jezelf in het linkse, anti-racistische kamp in Nederland. Doorbraak gelooft – anders dan jullie – in de noodzaak van de vormgeving van een fundamenteel andere maatschappij waarin het kapitalisme plaats maakt voor een gedecentraliseerde, socialistische samenleving waarin politieke besluitvorming via directe democratie plaatsvindt en ook de ontwikkeling en het beheer van de economie in handen is gebracht van lokale en regionale raden. Ondanks dit principiële verschil kunnen wij veel van jullie ideeën volgen of delen wij deze zelfs. Zo maken jullie je terecht zorgen over de verruwing, verharding en verrechtsing van onze samenleving. Ook ziet DENK het verschil tussen arm en rijk, laag- en hoogopgeleid en zieken en gezonden groter worden. Jullie pleiten voor een eerlijke verdeling van de welvaart door inkomens- en vermogensongelijkheid aan te pakken, investeringen te doen in het onderwijs, solidariteit als basisprincipe te hanteren in de zorg en op te treden tegen de “doorgeslagen marktwerking” in deze sector. Jullie stelling dat we in Nederland te hard werken en te veel consumeren, waardoor er niet alleen sprake is van een burn-out van mensen, maar er ook een burn-out van de samenleving dreigt, kunnen wij eveneens alleen maar bevestigen.

Ook jullie opvattingen over een verdraagzame samenleving en de aanpak van racisme vinden wij sterk. DENK vindt het onzinnig om te spreken over integratie, aangezien die al een feit is: veruit de meeste Nederlanders met andere wortels zijn hier geboren en getogen, en nemen via bijvoorbeeld werk en studie deel aan de maatschappij. De term “integratie” willen jullie dan ook afschaffen, evenals het label “allochtoon” waarmee mensen worden gestigmatiseerd en ingedeeld in “niet bestaande hokjes”. DENK vindt dat de tijd rijp is om te werken aan acceptatie, aangezien discriminatie en racisme momenteel de grootste hindernis vormen “om met elkaar en op plezierige wijze samen te kunnen leven”.

Wederzijdse acceptatie willen jullie bevorderen door kennis van de migratiegeschiedenis als kerndoel op te nemen in het onderwijs en daarbij nadrukkelijk aandacht te besteden aan kolonialisme en slavernij. In dat kader wil DENK het oud-ministerie van Koloniën omdopen in een Museum van Koloniën, zodat vooral jongeren “het leed van de voorouders van velen in de samenleving” onder ogen kunnen zien. Tevens willen jullie de strijd aanbinden met Zwarte Piet. Allemaal ideeën die ons uit het hart zijn gegrepen. Hetzelfde geldt voor jullie afkeer van etnisch profileren door de politie, en voor jullie voorstel van de invoering van een racismeregister zodat iedereen die is veroordeeld vanwege een racistisch vergrijp uitgesloten kan worden van publieke functies. Ook delen wij jullie boosheid over de druk die op Nederlandse moslims wordt gelegd om bij elke jihadistische aanslag expliciet en bijna ritueel afstand te nemen van deze daad, alsof elke moslim medeverantwoordelijk is of sympathiseert met fundamentalisten. Een laatste pluim verdient DENK voor het, naast moslimhaat, expliciet benoemen van antisemitisme als een vorm van racisme waartegen gestreden dient te worden.

Bijsmaak

En toch, Tunahan en Selçuk, blijven wij een nare bijsmaak overhouden aan de analyse van jullie standpunten en project. Het is de bijsmaak van politieke inconsistentie, waardoor wij ons ernstig afvragen of jullie betrouwbare bondgenoten kunnen zijn in de linkse en anti-racistische strijd. Want elke keer als er kritiek komt op de staat Turkije, het land waarin jullie beiden zijn geboren, of wanneer de belangen van Turkije in het gedrang komen, staan jullie steeds direct klaar om de hoogst mogelijke verdedigingsmuren op te trekken rondom Ankara, waar nu helaas de autoritaire en neo-liberale AKP heer en meester is.

Voorbeelden zijn er legio. De aanleiding voor jullie breuk met de PvdA eind 2014 was het feit dat PvdA-minister Lodewijk Asscher de Turkse organisaties Islamitische Stichting Nederland (Hollanda Diyanet Vakfı (HDV)) en Milli Görüş in de gaten wilde laten houden. Jullie schreeuwden moord en brand. Van de HDV – de grootste koepel van moskeeën in Nederland – is bekend dat zij organische relaties heeft met het Turkse Presidium voor Godsdienstzaken (DİB), een orgaan van de Turkse staat. Deze organische banden met de Turkse overheid komen onder meer tot uiting in het feit dat het bestuursvoorzitterschap van de HDV altijd wordt bekleed door een lid van het Turkse diplomatieke korps in Nederland. Zo is geheel volgens deze traditie ook de onlangs benoemde voorzitter van de stichting, dr. Yusuf Acar, als attaché voor religieuze zaken verbonden aan de diplomatieke dienst van Turkije in Nederland. Nog bij de laatste verkiezingen in Turkije werd in de moskeeën van de HDV opgeroepen om op de AKP te stemmen en werden door de stichting touringcars ingezet om zoveel mogelijk mensen op de partij van de Turkse president Erdoğan te laten stemmen. Milli Görüş behoeft geen nadere uitleg: deze organisatie heeft altijd posities ingenomen dichtbij de AKP en de radicalere, islamitische Saadet Partij.

Toen eind 2015 duizenden Turkse Nederlanders ongevraagd een brief kregen op hun huisadres van de toenmalige Turkse premier Davutoğlu met de boodschap om bij de parlementsverkiezingen op zijn partij, de AKP, te stemmen en er terecht ophef ontstond over deze massale privacyschending, waren jullie er weer als de kippen bij om Ankara te verdedigen: volgens jullie was er “niets mis” met deze electorale briefactie.

Rondom de Armeense genocide zijn jullie standpunten ook weer voorspelbaar in lijn met de formele opvattingen van Ankara. In jullie ogen is de massamoord op de Armeense inwoners van het Ottomaanse Rijk in 1915 een “kwestie”, maar zeker geen genocide. Tunahan verklaarde in april vorig jaar in de Tweede Kamer bij een stemming over een motie van de ChristenUnie, die het kabinet oproept om de Turkse regering aan te sporen de Armeense genocide te erkennen, dat er “tijdens de Eerste Wereldoorlog zich verschrikkelijke gebeurtenissen hebben voltrokken” waarbij er “aan beide kanten” veel mensen zijn omgekomen, hetgeen jullie “betreuren”. Voor ons is de Armeense genocide een historisch feit dat erkend moet worden door de regeringen van Turkije én Nederland. Doorbraak-activisten afkomstig uit Turkije maken zich daar ook sterk voor, bijvoorbeeld middels de campagne “Erken 1915”. Eén tot anderhalf miljoen systematisch door de Ottomaanse staat gedode Armeniërs (en andere christenen) kunnen in onze visie niet worden afgedaan als een betreurenswaardige “kwestie”.

Twee andere, recente voorvallen waarbij jullie standpunten wederom niet te onderscheiden waren van de opvattingen van de door de AKP gecontroleerde Turkse staat, betreffen de dreigende veroordeling van de oud-militair Jitse Akse in Nederland en de arrestatie van de Turks-Nederlandse columniste Ebru Umar in Turkije op beschuldiging van belediging van de president. Akse, die mee heeft gevochten in de rangen van de Koerdische YPG tegen de barbaren van Islamitische Staat, wordt alsnog niet veroordeeld door het OM. Maar Selçuk was het daar niet mee eens. In de Tweede Kamer benadrukte hij dat Akse “een moordenaar” is omdat hij “zonder mandaat” van het Nederlandse leger mensen zou hebben gedood. Jullie teleurstelling is, vrezen wij, louter geworteld in het feit dat Akse aan de zijde van de YPG heeft gevochten, op dit moment de aartsvijand van de Turkse staat in Syrië en die door Erdoğan en zijn kliek wordt gelijkgesteld aan de monsters van Islamitische Staat.

De aandachtverslaafde Ebru Umar is allesbehalve onze favoriete columniste. Laten we dat voorop stellen. Altijd en overal staat ze klaar om olie op het vuur van de islamhaat te gooien. Maar dit wil niet zeggen dat haar arrestatie door de Turkse autoriteiten acceptabel is. Als columniste heeft ze wel eens “fuck” gezegd tegen Erdoğan en hem terecht de “megalomaanste dictator sinds de oprichting van de republiek” genoemd. So what? DENK weigerde om de arrestatie te veroordelen. Werkelijk ongelooflijk waren de vergoelijkende woorden van Tunahan die in een interview met NU.nl verklaarde: “Wat is er mis mee als je zegt dat iedereen zich aan de wet hoort te houden en dus ook dat Ebru Umar zich in Turkije aan de Turkse wet moet houden? Als je naar Singapore gaat, ga je daar dan ook blowen, terwijl je weet dat daar de doodstraf op staat?” De wetten in Turkije en de toepassing ervan zijn fout, dat is de kern van de zaak, maar dat hebben we tot nu toe niet uit jullie monden gehoord. Het land staat op plek 151 van de persvrijheidsindex 2016 van Reporters Without Borders, een zeer zorgelijke ranking waarin Turkije het aflegt tegen landen als Zuid-Soedan, Ethiopië, Pakistan en Afghanistan. Deze trieste 151e plek is niet ten onrechte: intimidatie en arrestatie van regimekritische journalisten zijn aan de orde van de dag in Turkije, evenals het opleggen van staatstoezicht aan dagbladen zoals Zaman.

Consistentie

Op insinuaties van het onderhouden van banden met Erdoğans Ankara reageren jullie steevast geprikkeld en verbolgen, en met vragen om bewijs. Feitelijke relaties vinden wij niet eens zo interessant. Jullie standpunten zijn tot nu toe nooit kritisch geweest ten aanzien van de Turkse overheid, sterker nog: deze zijn op kritische momenten altijd in lijn geweest met de opvattingen van de machthebbers in Ankara. Dit vinden wij op zichzelf al verontrustend, te meer daar jullie jezelf positioneren in het linkse kamp in Nederland. De opstelling van DENK tot nu toe is inconsistent geweest met de kernwaarden van links en geeft ons daarom het sterke gevoel dat jullie linkse en anti-racistische posities innemen om binnenlandse, strategische redenen en niet vanuit een doorwrocht en consequent links wereldbeeld. Linkse waarden zijn immers universeel. De roep om spreiding van kennis, macht en inkomen, eerbied voor de rechten van de mens en respect voor de rechten van minderheden gelden niet alleen in Nederland, maar ook in Turkije, Groenland en Swaziland. Maar misschien is ons gevoel nog te veel ingegeven door momentopnamen. Daarom willen wij jullie een zestal vragen stellen. Wij hopen dat jullie de moeite nemen om deze te beantwoorden, zodat wij en anderen goed geïnformeerd kunnen kijken naar de beweging DENK en haar politieke consistentie.

1. Maken jullie je, net als wij en vele anderen, zorgen over de autoritaire en repressieve wind die door Turkije waait?

De AKP-regering treedt immers steeds intoleranter en meer autoritair op tegen andersdenkenden. De lijst van wandaden is lang, daarom enkele voorbeelden. Nog geen week geleden zijn Şebnem Fincancı (voorzitter van de mensenrechtenorganisatie TİHV), Ahmet Nesin (schrijver) en Erol Önderoğlu (Turkije-vertegenwoordiger van de Reporters Without Borders) opgepakt op beschuldiging van het “maken van propaganda voor een terroristische organisatie”. De aanleiding voor de arrestaties, die onder meer door Amnesty International zijn veroordeeld, is de deelname van het trio als gastredacteur aan de publicatie van het Koerdische dagblad Özgür Gündem, een krant waarmee het drietal zich solidair heeft verklaard. De journalisten Can Dündar en Erdem Gül hangt nog steeds een levenslange gevangenisstraf wegens hoogverraad boven het hoofd, omdat zij als journalisten van het dagblad Cumhuriyet ruchtbaarheid hebben gegeven aan illegale wapentransporten vanuit Turkije naar Syrië. Leden van de Academici voor Vrede, die de militaire acties tegen Koerdische steden en de deportatie van en geweld tegen de burgerbevolking hebben veroordeeld, worden juridisch vervolgd, eveneens op grond van de omstreden anti-terreur wet. En onlangs is er immuniteit afgekondigd voor Turkse militairen die operaties uitvoeren in Koerdische gebieden, wat de kans op vervolging bij wetsovertredingen aanzienlijk verkleint.

2. Wat vindt DENK van de massale aanwezigheid van Turkse troepen op Cyprus en de houding van de VN hierover?

DENK pleit voor een twee-statenoplossing in “het Israëlisch-Palestijns conflict”. Jullie roepen op tot de erkenning van Palestina door Nederland en een einde aan de Israëlische kolonisatiepolitiek via illegale nederzettingen in bezet gebied. Standpunten die ook ons niet vreemd zijn. Hoewel de situatie op Cyprus niet helemaal vergelijkbaar is met de bezetting van Palestina, zijn er ook overeenkomsten. Net als ten aanzien van de Israëlische bezetting van Palestina, heeft de VN de aanhoudende militaire bezetting van het noorden van Cyprus door het Turkse leger via diverse resoluties onomwonden veroordeeld en opgeroepen tot een terugtrekking van de Turkse strijdkrachten en respect voor de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Cyprus. Ook de kolonisatie van Noord-Cyprus door de stimulering van immigratie vanuit Turkije door Ankara is herhaalde malen door de VN veroordeeld. Zonder al te veel succes overigens, want inmiddels komt bijna de helft van de Turkstaligen op Cyprus uit Turkije. Zou hetgeen voor Palestina geldt ook niet voor Cyprus moeten gelden? Met andere woorden: een terugtrekking van vreemde strijdkrachten en een einde aan de kolonisatiepolitiek.

3. Moet de invloed van álle staten op de beleving van de islam en de opleiding van geestelijke voorgangers in Nederland niet gebroken worden?

In het politiek manifest van DENK pleiten jullie voor Nederlandse imamopleidingen die door de Nederlandse overheid zouden moeten worden aangemoedigd zonder dat dezelfde overheid zich bemoeit met het curriculum. Maar het is een feit dat de Turkse overheid zich via de HDV, die feitelijk fungeert als een buitenlandse afdeling van het staatsorgaan Presidium voor Godsdienstzaken, volop bemoeit met de perceptie en beleving van de islam door Turkse Nederlanders. Geldt jullie afkeer van bemoeienis door de Nederlandse overheid ook voor de Turkse staat via deelname aan het bestuur van de HDV en de uitzending van imams uit Turkije?

4. Hoever wil DENK gaan in de stimulering van kritisch historisch bewustzijn ten aanzien van het Nederlandse koloniale en slavernijverleden?

Jullie pleidooi voor een serieuze plek voor migratie, kolonialisme en slavernij in het Nederlandse onderwijs ondersteunen wij van harte, evenals jullie idee om het oud-ministerie van Koloniën om te dopen in een museum. Moet daarbij in jullie ogen ook een plek worden gegeven aan de slavenhandel door islamitische Arabieren en Ottomanen? De Ottomanen schaften de slavernij formeel in 1890 af, wat niet meeviel omdat de islam, evenals het christendom overigens, slavernij niet onomwonden verbiedt. Sterker nog, de eerste moslims – waaronder de profeet Mohammed – kochten, verkochten en hielden slaven, en lieten sommigen van hen ook vrij. Zijn jullie het met ons eens dat ook deze kwalijke rol van religies kritisch moet worden belicht? Over musea en kritisch bewustzijn gesproken. Wat vinden jullie van de eis van de alevitische beweging in Turkije en West-Europa om het voormalige hotel Madımak in Sivas – waarin in 1993 bijna veertig alevitische en linkse intellectuelen, schrijvers, musici en kunstenaars het leven hebben gelaten na brandstichting door een soennitische, fundamentalistische menigte – om te dopen in een museum van de schaamte? Een eis die bij de AKP-regering tot nu toe aan dovemansoren gericht is geweest.

5. Zijn jullie ook bezorgd over de discriminatie en het racisme binnen de gemeenschappen uit Turkije in Nederland?

Zoals hierboven beschreven, delen wij jullie zorgen over en strijdbaarheid tegen discriminatie en racisme in Nederland. Jullie wijzen daarbij naar de sterkste haatbronnen in Nederland: naar de rechts-populistische hoek. Maar wat vinden jullie eigenlijk van mensen binnen de Turkse gemeenschap zoals Ahmet Akgündüz, de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam, die menigmaal homofobe en antisemitische uitspraken heeft gedaan en alevieten tot op het bot heeft beledigd door te verkondigen dat moslims niet met hen mogen trouwen en geen vlees mogen eten dat door hen is bereid?

6. Vinden ook jullie dat linkse politici en activisten verre moeten blijven van elke vorm van samenwerking met aanhangers en sympathisanten van de extreem-rechtse Partij van de Nationalistische Beweging (MHP)?

“Politieke haatzaaiers zijn er vooral het afgelopen decennium in geslaagd en slagen er steeds vaker in om verschillen tussen groepen mensen te benadrukken voor hun eigen gewin”, schrijven jullie in het manifest van DENK. Een analyse die klopt als een bus. Maar dergelijke haatzaaiers zijn in georganiseerd verband ook actief in de Turkse gemeenschap in Nederland. Een voorbeeld daarvan is de MHP en de aan deze partij gelieerde stichtingen en verenigingen, een beweging die onder niet-Turken beter bekend is onder de naam Grijze Wolven. Aan de handen van deze partij kleeft het bloed van honderden linkse activisten die in de jaren zeventig in Turkije door MHP-militanten zijn vermoord in het kader van de “oorlog tegen het communisme”. Ook vandaag de dag zaaien zij haat en geweld, tegen Koerden, Armeniërs, LHBT-ers en religieuze minderheden. Delen jullie onze opvatting dat links elke vorm van samenwerking met de MHP en haar volgelingen principieel moet weigeren? Zo ja, dan gaan wij ervan uit dat de actieve deelname van Tunahan aan een demonstratie vorig jaar tegen de onderdrukking van de Oeigoeren in China, waarbij veelvuldig MHP-slogans werden gescandeerd en de Grijze Wolven-groet werd gebracht, op een pijnlijk misverstand berustte.

Mehmet Kirmaci