De inspirerende buurtstrijd van Solidarisch in Gröpelingen (deel 2)

Halverwege januari toerde een viertal activisten van Solidarisch in Gröpelingen (SiG) door Nederland. Ze spraken op drie openbare bijeenkomsten over hun inspirerende strijdproject in de wijk Gröpelingen in het Duitse Bremen. Op een aansluitende besloten bijeenkomst wisselden wij met hen ideeën en ervaringen uit. Net als Doorbraak probeert SiG buiten de traditionele, beperkende actiewereld te kijken om zo meer mensen te bereiken en daadwerkelijk een tegenmacht op te bouwen die fundamentele veranderingen weet door te voeren. En net als wij steevast doen bij onze campagnes en strijdprojecten (zie bijvoorbeeld dwangarbeid, Zwarte Piet, Voor14), evalueren zij ook hun praktijk regelmatig openlijk en zijn ze niet bang om er vervolgens fikse veranderingen in aan te brengen. We zijn nu aan het bekijken wat we van de strijd van onze Duitse kameraden allemaal kunnen leren, en om dat proces te vergemakkelijken vertalen we een aantal van hun teksten. Vanwege de lengte hebben we dit eerste stuk opgesplitst. Ze beschrijven daarin de principes van waaruit ze werken en de grote veranderingen die SiG heeft doorgevoerd na hun evaluatie van 2020. Het eerste deel lees je hier.

3. Geschiedenis en ontwikkelingen tot eind 2019

Na de inleidende beschouwingen over het begrip en de criteria van basiswerk willen we onze praktijkervaringen tot eind 2019 in meer detail toelichten. Het kennen daarvan is nodig om de ontwikkeling van de spreekuur-organisatie aanpak (soa) te begrijpen, zowel theoretisch als praktisch.

Onze serie over Solidarisch in Gröpelingen (SiG)
1. De inspirerende buurtstrijd van Solidarisch in Gröpelingen (deel 1)
2. De inspirerende buurtstrijd van Solidarisch in Gröpelingen (deel 2)
3. Een interview met Solidarisch in Gröpelingen over buurtwerk en organisatie
4. De zelfomschrijving en het tien puntenplan van Solidarisch in Gröpelingen
5. De constructie van een alternatief via eenvoudige en complexe vormen van basiswerk

De 11 stellingen (in Globalinfo.nl)
Intro, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11.

In 2016 begonnen we als initiatiefgroep van SiG revolutionair basiswerk te ontwikkelen in een wijk in Bremen. Dat werd voorafgegaan door de publicatie van de 11 Stellingen, naar aanleiding waarvan een groep activisten bij elkaar kwam met als doel de theoretische overwegingen van de stellingen te vertalen naar de lokale praktijk in Bremen. Ons uitgangspunt was toen om linkse politiek in de samenleving te brengen, en om van onderop georganiseerde structuren op te bouwen waarin mensen samen kunnen komen, een cultuur van solidariteit met elkaar kunnen beleven, collectieve oplossingen voor hun individuele problemen kunnen ontwikkelen en ook een politiek bewustzijn kunnen verwerven door collectieve organisatie. Wat dat concreet betekent, hebben we ons pas geleidelijk aan gerealiseerd – en dat doen we nog steeds.

Na een paar kennismakingsbijeenkomsten, waarin we onze achtergronden en perspectieven uitwisselden, begonnen we relatief snel met de praktijk. Als gevolg daarvan moesten we veel van de discussies, die fundamenteel waren voor de ontwikkeling van de praktijk, gaandeweg inhalen. Achteraf gezien zouden we zeggen dat het beter is om in het begin wat tijd te nemen om elkaar als eerste initiatiefgroep beter te leren kennen, met elkaar te discussiëren over politieke afspraken, gemeenschappelijke doelen te stellen en een kader te definiëren voor de geplande praktijk. Dat helpt ook bij het zoeken naar nieuwe medestrijders.

De eerste stap van onze praktijk was het selecteren van een wijk. Om dat te doen, onderzochten we een grote verscheidenheid aan wijken aan de hand van statistieken en andere informatie, maar ook door lokale enquêtes uit te voeren. Er kwamen vrij snel twee ruwe categorieën wijken naar voren: wijken die meestal centraal gelegen zijn, gekenmerkt worden door een middenklasse, waar veel linkse activisten wonen en waar al veel culturele en politieke activiteiten zijn. Aan de andere kant zijn er wijken die verder van het centrum af liggen, waar slechts enkele activisten wonen, waar nauwelijks culturele of politieke activiteiten zijn en waar veel mensen wonen die precair werken, een baanloosheidsuitkering ontvangen en ook te maken hebben met racisme en/of verblijfswetgeving. Hoewel de meeste mensen van de initiatiefgroep in buurten dicht bij het stadscentrum woonden, besloten we ons project te starten in een wijk die tot de tweede categorie behoort. Een van de redenen was dat de mensen in ons onderzoek daar veel duidelijker spraken over problemen in het dagelijks leven en de behoefte aan verandering, dan in onze onderzoeken in de wijken dicht bij het stadscentrum, die meestal welvarender zijn. We zagen ook existentiële nood in de levensomstandigheden van veel bewoners daar, waardoor we hoopten dat mensen daar meer bereid zouden zijn om zich samen te organiseren. Het is zeker zinvol als de mensen van de initiatiefgroep in de wijk wonen waar de basisorganisatie wordt opgezet, maar we zouden zeggen dat dat geen noodzaak is. Wat volgens ons belangrijker is, is dat onze praktijk beantwoordt aan een existentiële behoefte en een klassenperspectief aanneemt, wat eerder het geval zal zijn in precaire wijken.

Nadat we de wijk hadden gekozen, gingen we daar langere tijd door met onze informatietafels en enquêtes. Dat was voor ons een goede manier om de lokale omstandigheden beter te leren kennen, maar het was vooral ook een kans om onszelf uit te proberen in gesprekken met mensen op straat en meer zelfvertrouwen te ontwikkelen. Op een gegeven moment werd het duidelijk dat het niet langer voldoende was om alleen maar enquêtes te houden, maar dat we programma’s moesten ontwikkelen en plekken moesten creëren waar mensen samen konden komen.

De eerste stap was daarom het organiseren van een wekelijks geopend café als ontmoetingsplek. Omdat we geen eigen pand in de buurt hadden, moesten we gebruikmaken van gemeentelijke ruimten van het zogenaamde wijkbeheer. We nodigden de bewoners van de aangrenzende blokken actief persoonlijk uit, vaak bij hen aan de deur, voor de cafés begonnen. Het resultaat was dat de cafés relatief snel door een deel van de bewoners werden gebruikt en het werd al snel duidelijk dat er veel problemen waren met hun gezamenlijke huisbaas – een vastgoedbedrijf. Tijdens verschillende gezamenlijke bijeenkomsten bespraken we met de bewoners manieren om terug te vechten tegen die huisbaas, en te vechten voor verbetering van de leefomstandigheden in de flatgebouwen. Maar toen het wijkbeheer achter de bijeenkomsten en de inhoud ervan kwam, werd ons gevraagd om te stoppen met het ophitsen van de bewoners. Korte tijd later kregen we een verbod om de ruimte te gebruiken voor iets anders dan “neutrale” cafés. De sleutels van de ruimte werden ook afgenomen van de bewoners nadat er een geheime bijeenkomst was gehouden zonder medeweten van het wijkbeheer.

Het afnemen van de ruimte bevestigde niet alleen onze inschatting van de rol en het beleid van het wijkbeheer in het klassenconflict in de wijken, maar maakte ons ook bewust van de noodzaak om een eigen ruimte te huren die we zelf konden inrichten en gebruiken. Nadat we eind 2017 onze eigen buurtwinkel hadden gehuurd, begonnen we daar een gevarieerd aanbod te ontwikkelen. Dat omvatte een sociaal, cultureel en politiek aanbod, zoals bijles wiskunde, cursussen Duits, filmavonden, evenementen, gratis voedselaanbod of cafés, maar ook actiecomités op verschillende gebieden zoals huur of werk. Onder de paraplu van de wijkbond moesten deze verschillende strijden samenvloeien en moesten plekken worden gecreëerd die wederzijdse steun en solidariteitsprocessen mogelijk maken, en het besef versterken dat de verschillende individuele problemen vergelijkbare structurele oorzaken hebben. Om dat te bereiken ontwikkelden we een structuur die bestond uit inhoudelijke comités, zoals het huurderscomité, het arbeidersstrijdcomité en later het anti-racisme comité. Anderzijds was er een wekelijkse open bijeenkomst waar mensen met verschillende concrete problemen naartoe konden komen om directe acties en strijd te ontwikkelen. Met andere woorden, er waren verschillende programma’s met als doel collectieve strijd te ontwikkelen vanuit verschillende individuele problemen en tegelijkertijd een cultuur van solidariteit en sociale uitwisseling te bevorderen.

We hadden echter alleen succes op het gebied van huren, en dan slechts voor een bepaalde periode. Aangezien de vastgoedgigant Vonovia meer dan vierduizend flats in Gröpelingen bezit, zijn we in 2017 begonnen met een gerichte campagne om Vonovia-huurders te mobiliseren. We belden aan bij bijna elke Vonovia-flat, hielden huis-aan-huis-gesprekken, plakten onze uitnodigingen op elke deur, organiseerden informatietafels en nog veel meer. Dat resulteerde in een aantal grote huurdersbijeenkomsten, waaruit een huurdersdemonstratie door de wijk voortkwam en ook een huurderscomité ontstond waarin een aantal actieve huurders zich samen met activisten van SiG gedurende twee jaar organiseerden.

Strijden met specifieke eisen voor reparaties in de flats van individuele huurders werden gewonnen door publieke druk (vooral mediawerk) – de twee centrale strijden (een collectief bezwaar tegen de bijkomende hoge “exploitatiekosten” voor huurders, en voor compensatie voor maandenlange moderniseringswerkzaamheden aan een flatgebouw) waren echter geen succes. Bovendien was ons huurcomité niet in staat om een groot aantal huurders over een langere periode actief te betrekken en zo de publieke druk constant hoog te houden. Tegelijkertijd vergde de collectieve strijd voor verlaging van die exploitatiekosten en compensatie voor zenuwslopende moderniseringswerkzaamheden veel individueel overleg. Deze omstandigheden leidden ertoe dat het huurderscomité medio 2020 inactief werd, nadat verschillende actieve huurders zich om gezondheidsredenen moesten terugtrekken en de pandemie persoonlijke ontmoetingen onmogelijk maakte.

Naast het huurderscomité hadden we vanaf het begin ook een arbeidersstrijdcomité. In eerste instantie richtten we ons op de kwestie van uitzendwerk, aangezien Bremen een van de centra van uitzendwerk is en er vooral in Gröpelingen veel mensen zulk werk verrichten. We probeerden een bijeenkomst van uitzendkrachten te organiseren door flyers te verspreiden bij de logistieke industrieterreinen en in de wijk, en door persoonlijke contacten. We slaagden er echter niet in om op dit gebied een langdurige en bindende organisatie tot stand te brengen, waardoor ook dit comité inactief werd. De vraag hoe buurtwerk aan de basis en strijd en organisatie op de werkplek gecombineerd of wederzijds versterkt kunnen worden, houdt ons nog steeds bezig. We geloven echter dat het opbouwen van militante structuren, vooral op het gebied van arbeid, buiten de reformistische DGB vakbonden (zusterorganisatie van de FNV, red.) om, een taak op zich is en niet terloops afgehandeld kan worden in het kader van een comité van een wijkbond. Ook in de andere comités die we oprichtten – zoals het anti-racisme comité en het jongerencomité – konden we niet groeien en die konden we dus helaas niet behouden.

Begin 2020 moesten we vaststellen dat we ons in een crisis bevonden en dat onze praktijk niet het gewenste effect had. We waren erin geslaagd om Solidarisch in Gröpelingen bekend te maken in de buurt en individuele sociale strijden te voeren. Maar uiteindelijk waren we nog steeds slechts een groep activisten in de buurt. We waren ver verwijderd van een militante structuur van onderaf.

4. De spreekuur-organisatie aanpak (soa) sinds eind 2020

Evaluatie van onze praktijk heeft een belangrijke rol gespeeld sinds het begin van ons buurtwerk. Discussies over strategie, de evaluatie van onze praktijk in relatie tot onze doelen en de bereidheid om noodzakelijke veranderingen te bespreken, waren enkele van de redenen waarom we ondanks de moeilijkheden niet opgaven, maar mislukkingen of frustraties konden gebruiken om ervan te leren en onze praktijk dienovereenkomstig verder te ontwikkelen. Naar onze mening staat het voortdurend kritisch kijken naar de praktijk, in relatie tot de gestelde doelen en strategische overwegingen, centraal in de ontwikkeling van een model van revolutionair buurtwerk.

Op basis van onze evaluaties en analyses hebben we een nieuwe aanpak ontwikkeld die we sinds eind 2020 geleidelijk in de praktijk brengen: de spreekuur-organisatie aanpak (soa). Het is een combinatie van spreekuren, bindend lidmaatschap, algemene vergaderingen, campagnes, politieke educatie en verschillende mogelijkheden voor deelname. Op basis van de positieve ervaringen die we hebben opgedaan sinds we de spreekuur-organisatie aanpak hebben ingevoerd, geloven we dat die een uitweg kan bieden uit de impasse waarin sommige wijkgroepen zich bevinden. We hebben de veranderingen in onze praktijk in de afgelopen maanden voorzichtig bekeken om niet te snel conclusies te trekken. Ondertussen zijn we echter van mening dat de spreekuur-organisatie aanpak een enorm potentieel heeft en – indien breed toegepast – een basis kan vormen voor het opbouwen van een georganiseerde sociale beweging in Duitsland. Daarom beschrijven we hieronder de verschillende aspecten waaruit de soa bestaat en hoe we die in de praktijk brengen.

a) Existentiële noodzaak – spreekuur als startpunt voor organiseren

Als we ervan uitgaan dat de meeste mensen – vooral in onzekere levenssituaties – zich niet zomaar organiseren, maar dat organiseren een oplossing moet bieden voor concrete problemen, rijst de vraag wat zo’n existentiële noodzaak kan zijn in een samenleving als de Duitse. Existentiële noodzakelijkheden zijn niet overal hetzelfde, maar hebben land- of zelfs stadsgebonden kenmerken, en daarom is een analyse vereist van de concrete materiële omstandigheden in een wijk en het bijbehorende staatssysteem.

In tegenstelling tot veel andere landen heeft Duitsland bijvoorbeeld een uitgebreide welvaartsstaat die in de sociale kwestie bemiddelt. Terwijl in andere landen mensen zonder betaald werk afhankelijk zijn van collectieve, meestal familie-, netwerken of directe vormen van armoede ervaren, zoals honger of dakloosheid, dempt de welvaartsstaat in Duitsland veel van deze effecten. Tegelijkertijd is een groot deel van de inwoners op de een of andere manier aan die welvaartsstaat gebonden, bijvoorbeeld door aanspraak te maken op huurtoeslag, kinderbijslag, een werkloosheidsuitkering, een arbeidsongeschiktheidsuitkering, enzovoorts. De vroegere afhankelijkheid van collectieve structuren, zoals de eigen familie, is vervangen door afhankelijkheid van de staat, die in bijna geen enkel ander land zo groot is als in Duitsland. De relatie tussen het individu en de welvaartsstaat wordt geregeld door individuele rechten en plichten, die de basis vormen voor het claimen van de verschillende uitkeringen. De staat heeft daarvoor een grote verscheidenheid aan instellingen in het leven geroepen, die elk hun eigen procedures hebben voor het al dan niet toekennen van geldbedragen. Dat leidt tot een onverzadigbare bureaucratie die onze afhankelijkheid dagelijks zichtbaar maakt, en het bemoeilijkt om aanspraak te maken op overheidsfondsen. Veel mensen – vooral in precaire buurten of zonder voldoende kennis van het Duits – worden overweldigd door de zeer tijdrovende en complexe bureaucratische vereisten, wat op zijn beurt weer leidt tot existentiële dreigingen. Wie zijn documenten niet op tijd indient bij het arbeidsbureau of zich niet kan verdedigen tegen de pesterijen, kan immers maandenlang geen uitkering krijgen en uiteindelijk zijn woning verliezen. De bureaucratie van de welvaartsstaat zorgt dus voor een eindeloze vraag naar ondersteuning bij het omgaan met het papierwerk van de overheidsinstanties. De verminderde bereidheid om deel te nemen aan collectieve strijd en stakingen is op zijn beurt deels te wijten aan de succesvolle integratie van delen van de arbeidersklasse in het lokale systeem (‘sociaal partnerschap’), zodat ze actief bijdragen aan het handhaven van de sociale orde. Aan de andere kant is het ook te wijten aan een gevoel van machteloosheid en een gebrek aan alternatieven tegenover deze hegemonie, dat leidt tot berusting en een terugtrekking in de privésfeer.

Maar ook los van de welvaartsstaat wordt de relatie tussen individuen en bazen of verhuurders bemiddeld door een gedifferentieerd en geïndividualiseerd rechtssysteem. Individueel juridisch advies inwinnen is daarom voor veel mensen nog steeds de methode bij uitstek om hun eigen problemen aan te pakken. In de meeste steden is er een breed aanbod aan spreekuren, die meestal worden aangeboden door liefdadigheidsinstellingen of door de overheid gefinancierde organisaties. Die spreekuren doen goed werk en er werken vaak linkse kameraden of kritische mensen. Maar structureel werken ze mee aan de depolitisering van de sociale kwestie, omdat hun advies zich meestal beperkt tot het wettelijk voorgeschreven kader en probeert individuele in plaats van collectieve en politieke oplossingen te vinden, waardoor de individualisering wordt versterkt.

Wij denken dat het belangrijk is om rekening te houden met deze sociale omstandigheden bij het ontwikkelen van modellen voor basiswerk. Naar onze mening is de directe stap van individuele problemen naar collectieve strijd moeilijk in een geïndividualiseerde en gelegaliseerde samenleving, zoals die van Duitsland, zonder verdere tussenstappen.

Tegen de achtergrond van onze analyse van de sociale omstandigheden in de Bondsrepubliek Duitsland, maar ook op basis van de ervaring die we in vier jaar praktijk hebben opgedaan, hebben we eind 2020 besloten om een eigen spreekuur op te zetten. Naar onze mening is de behoefte aan advies een van de existentiële uitgangspunten voor het organiseren in een samenleving die gevormd wordt door de welvaartsstaat, zoals Duitsland. Dit betekent echter ook dat we het spreekuur moeten inzetten als een startpunt voor het organiseren, en niet als een doel op zich en alleen als individueel juridisch advies en een oplossing voor problemen. We willen niet het zoveelste sociale adviescentrum zijn. Om dat te garanderen combineren we advies met bindende organisatie, algemene bijeenkomsten, acties, politieke voorlichting, enzovoorts. Maar daarover later meer.

De ervaring leert dat een spreekuur vaak binnen zeer korte tijd concrete en existentiële verbeteringen voor onze leden kan opleveren. Dat komt omdat veel instanties – vooral de sociale dienst – maar ook bedrijven of verhuurders zich niet eens aan de toch al beperkte wettelijke rechten houden. Veel mensen komen voor advies naar het spreekuur van de wijkbond omdat ze al maanden geen geld hebben gekregen van de sociale dienst, in een beschimmelde flat wonen of zonder reden zijn ontslagen. Ze zijn vaak niet op de hoogte van hun rechten en begrijpen de ingewikkelde administratieve beslissingen niet, en daardoor zijn ze vaak niet in staat om zelfstandig hun rechten te laten gelden. Kritische en ondersteunende begeleiding speelt daarom een belangrijke rol. De eerste kleine stap naar empowering begint al op het spreekuur zelf, door een duidelijke houding tegenover de autoriteiten over te brengen en het gevoel dat we iets voor onszelf en anderen kunnen veranderen als we samen strijden. Tegelijkertijd gaat het bij een spreekuur in de context van een politieke wijkorganisatie niet alleen over het oplossen van acute problemen. Het is eerder de taak van de basisorganisatie om de nieuwe leden duidelijk te maken dat de mogelijkheden van een spreekuur beperkt zijn en dat uiteindelijk niet een spreekuur zal bijdragen aan de fundamentele oplossing van hun problemen, maar alleen zijzelf als deel van een collectieve, militante en solidaire organisatie.

Momenteel draaien we drie dagen per week een spreekuur rond problemen met de immigratiedienst, het arbeidsbureau, de sociale dienst, huisbazen en werk. Tegen de verwachting in hadden we nauwelijks problemen met het vinden van spreekuurmedewerkers omdat er veel kritische mensen zijn die zelf al ervaring hebben met spreekuren (bijvoorbeeld via hun baan als maatschappelijk werker of advocaat) en graag mensen willen steunen in een politieke context. Daarnaast hebben veel mensen uit de wijk ook ervaring en expertise, omdat ze zelf al jaren met het arbeidsbureau te maken hebben of omdat ze familieleden ondersteunen bij administratieve zaken en voor hen vertalen.

Sinds we begonnen zijn met het invoeren van de spreekuur-organisatie aanpak, hebben we kwalitatieve veranderingen opgemerkt op verschillende niveaus. Aan de ene kant betekent een spreekuur dat er voortdurend nieuwe mensen uit de wijk naar onze winkel komen en de wijkbond leren kennen. Terwijl we vroeger het probleem hadden dat slechts een paar mensen gebruik maakten van onze diensten en we steeds moesten nadenken over hoe we in contact konden komen met andere mensen uit de buurt, zorgt de grote behoefte aan een spreekuur er nu voor dat steeds meer mensen uit zichzelf naar ons toe komen. Aan de andere kant worden ook steeds meer mensen via het spreekuur actief in de basisorganisatie, doordat we hen uitnodigen voor de algemene vergaderingen en de verschillende comités, of doordat ze andere taken binnen de organisatie op zich nemen. Het spreekuur is dus een goede manier om naast activisten ook andere mensen bij de wijkbond te betrekken.

Naast de adviseurs zijn er tijdens het spreekuur ook andere leden van de wijkbond aanwezig, spreekuur-organisatie contactpersonen (soc). Die leggen het concept van de wijkbond uit aan mensen die voor het eerst naar het spreekuur komen en geven informatie over lidmaatschap en politieke afspraken. De soc’s spelen een belangrijke rol, omdat ze een eerste indruk geven van de wijkbond en het belang van samen organiseren, op basis waarvan de spreekuurbezoekers beslissen of ze ook lid willen worden.

b) Bindende organisatie

Een tweede aspect waar we kritisch over nadachten, was het gebrek aan betrokkenheid bij de ontwikkeling van onze structuren. In de eerste jaren mikten we vooral op losse evenementen, en op bijeenkomsten en strijd, in plaats van op het opbouwen van vaste organisatiestructuren. Hierdoor bleef Solidarisch in Gröpelingen een kleine groep activisten die verschillende evenementen en bijeenkomsten organiseerde. Maar dat resulteerde niet in een groeiende structuur van verschillende mensen.

Hoewel sommige huurders in het huurderscomité zich emotioneel verbonden voelden met Solidarisch in Gröpelingen, was er geen duidelijk lidmaatschap of formele aansluiting – zelfs niet in termen van deelname aan de besluitvorming. Naar onze mening betekenen dergelijke vrijblijvende connecties niet alleen dat de verantwoordelijkheid uiteindelijk in handen blijft van een paar activisten, maar verhinderen ze ook gezamenlijke leer- en politiseringsprocessen. Huurders uit de wijk komen samen op grote huurdersbijeenkomsten, bespreken hun problemen en strijden – als het goed is – samen voor een bepaalde eis over een bepaalde periode. In het beste geval winnen ze en leren ze dat collectieve organisatie nuttig is. In de meeste gevallen gaan ze dan weer uit elkaar en blijven ze, als ze twijfelen, op de extreem-rechtse AfD of AKP stemmen.

Op basis van onze ervaringen in de afgelopen jaren hebben onze discussies zich toegespitst op de vraag hoe we meer bindende structuren kunnen opbouwen en wat het verschil is tussen een groep en een organisatie, in het bijzonder een basispolitieke organisatie. Velen van ons zijn alleen bekend met groepen waarin de meeste dingen gezamenlijk worden besloten op een plenaire vergadering, nieuwe leden vaak worden geworven via vriendenkringen en de ontwikkeling van de leden een individuele taak blijft voor elke persoon zelf (de enige uitzondering zijn gevallen waarin een kort begeleidingsproces plaatsvindt wanneer mensen lid worden van een groep). Dat werkt echter niet voor een organisatie van honderd leden of meer.

In de afgelopen twee jaar hebben we daarom een bindende organisatiestructuur gecreëerd die naast het spreekuur verschillende comités, vergaderingen en manieren van meedoen omvat. We hebben een lidmaatschapsregeling geïntroduceerd om het spreekuur aan het organiseren te koppelen en een gevoel van verbondenheid te creëren. Vanaf het begin maken we mensen die bij ons komen voor het spreekuur duidelijk dat we geen los adviescentrum zijn, maar een wijkbond gebaseerd op collectieve organisatie. We maken vanaf het begin duidelijk dat we onze problemen op de lange termijn niet alleen met een spreekuur kunnen oplossen, maar dat we ons ook samen moeten organiseren en moeten vechten voor verbeteringen. Lidmaatschap omvat bepaalde criteria zoals: a) solidariteit en deelname aan de strijd van de wijkbond, indien nodig (volgens het bekende motto “Touch one, touch all” en ons motto “People, power, solidarity”), b) deelname aan de algemene vergaderingen, c) deelname aan collectieve communicatie (Whatsapp-groep), en d) een kleine financiële contributie, indien mogelijk (1 euro of meer). Daarnaast zijn er de politieke principes van de buurtbond, die we aan nieuwe potentiële leden meegeven en waarmee ze formeel mee akkoord gaan als ze lid worden.

In de toekomst is het spreekuur er alleen nog voor leden of mensen die lid willen worden van de wijkbond. Lidmaatschap is een voorwaarde om een bindende en langdurige organisatie mogelijk te maken, in het kader waarvan verdere processen zoals politieke vorming, collectieve acties en strijd, mede-vormgeving, en de ontwikkeling van een cultuur van solidariteit, alleen mogelijk zijn.

Voor mensen die meer tijd hebben en meer taken in de buurtvereniging op zich willen nemen, zijn er andere structuren waaraan ze kunnen deelnemen. Die omvatten comités voor de afzonderlijke strijdterreinen van de wijkbond, zoals het comité Keuken Voor Iedereen, het actiecomité, het comité dat onze krant maakt, het spreekuurcomité, sociale media-comité, het comité voor de politieke vorming, enzovoorts. Ten tweede zijn er regelmatige bijeenkomsten, zoals de activisten- of ontwikkelingsbijeenkomsten, waar strategische en inhoudelijke beslissingen worden genomen en taken worden verduidelijkt of verdeeld.

Een ander aspect van het vergemakkelijken van de deelname van nieuwe leden binnen de basisorganisatie is de duidelijke beschrijving en verdeling van taken. Enerzijds maakt dat de taken transparanter. Dat is nodig, want vaak is het voor vooral nieuwe leden moeilijk om de betreffende taken te herkennen en te begrijpen, aangezien vele daarvan zijdelings worden uitgevoerd door reeds actieve leden. Ten tweede maakt het het gemakkelijker om taken te delegeren aan andere leden. Als je precies weet wat een taak inhoudt en wat er wordt verwacht, krijgen nieuwe leden meer vertrouwen om ze op zich te nemen. Het stelt ook verschillende mensen in staat om bepaalde taken voor een beperkte periode op zich te nemen, waardoor het gemakkelijker wordt om de werklast binnen de organisatie te verdelen. Tegelijk is het hebben van een taak belangrijk om je deel te voelen van de collectieve organisatie en om je te kunnen ontwikkelen. Op lange termijn is het de bedoeling dat alle actieve leden van de wijkbond in een comité meedoen of verantwoordelijk zijn voor een specifiek werkgebied. De verschillende niveaus van algemene vergadering, ontwikkelings- en activistenvergaderingen, comités en verantwoordelijkheden maken verschillende niveaus van deelname mogelijk en creëren een taakverdeling die transparantie creëert en voorkomt dat vergaderingen overladen worden met organisatorische punten. De politieke afspraken en de vastgelegde strategische lijnen van SiG vormen de gemeenschappelijke basis voor alle afzonderlijke deelgebieden.

Onderdeel van de reguliere vergaderingen en een belangrijk element in het opbouwen van een basisorganisatie vormen de algemene vergaderingen (av), die sinds augustus 2021 elke zes weken worden gehouden. Alle mensen die naar het spreekuur komen of op een andere manier actief zijn in de basisorganisatie worden uitgenodigd voor deze plenaire vergaderingen. De algemene vergadering is een van de centrale verzamelplaatsen van de wijkbond, waar leden elkaar leren kennen, verslag doen van actuele strijd en laagdrempelige politieke vorming geven. Naast Duits zijn er altijd een of twee vertalingen als voertaal en, indien nodig, verdere vertalingen via individueel fluisteren. Er is altijd eten en muziek om ook sociale interactie mogelijk te maken.

Een ander regelmatig programma dat voor iedereen toegankelijk is, is de Keuken voor Iedereen (KvI). Dat vindt maandelijks plaats en is ontstaan uit de algemene vergadering. Met het oog op de stijgende prijzen hadden veel leden de behoefte geuit om een plek te creëren waar we gratis voedsel konden uitdelen aan mensen binnen SiG. Het vervult verschillende functies voor onze organisatie-inspanningen: de KvI is een goed moment om nieuwe leden bekend te maken met onze organisatie. Tegelijkertijd is het een plek die laagdrempelige deelname mogelijk maakt en een eerste “voorproefje” geeft van hoe het is om georganiseerd te zijn en hoe je in comités werkt. Daarnaast zorgen culturele activiteiten zoals muziek of theater, die na de maaltijd plaatsvinden, voor een andere benadering van politieke kwesties.

De verschillende vormen van deelname maken het voor nieuwe leden en activisten mogelijk om betrokken te raken bij de verschillende activiteiten zonder de druk om direct overal over mee te moeten praten en elke vergadering bij te moeten wonen. Het stelt hen ook in staat om Solidarisch in Gröpelingen stap voor stap te leren kennen als een overkoepelende organisatie met haar structuur en politieke principes. Ten tweede kunnen de nieuwe leden/activisten tijdens dit langere proces om een van de initiatiefnemers te worden, zien of ze het eens zijn met de uitgebreide politieke principes en of ze meer willen deelnemen aan de algemene organisatie van SiG, zowel op lokaal als bovenregionaal niveau. Deze verschillende niveaus zijn nodig om de deelname van verschillende mensen op verschillende manieren mogelijk te maken. De op te bouwen massale politieke organisatie is afhankelijk van deze diverse deelname.

c) Mobilisaties en concrete strijd

Collectieve acties en strijd zijn niet alleen nodig om de strijd voor individuele rechten te winnen, maar ook om deze te politiseren. En ook om te begrijpen wat collectieve actie concreet betekent. Aangezien de spreekuur-organisatie benadering individueel advies als uitgangspunt neemt voor organisatie, en dus een relatie waarin de persoon die naar het spreekuur komt zichzelf aanvankelijk als passief en afhankelijk ervaart, zijn regelmatige collectieve mobilisaties en acties fundamenteel. Ze helpen om de rol van de machteloze hulpvrager af te breken en hen om te vormen tot een politiek subject dat in staat is om actie te ondernemen. Regelmatige mobilisaties benadrukken ook het politieke karakter van de wijkbond en onderstrepen het verschil met adviescentra die zich richten op individuele oplossingen.

Acties kunnen voortkomen uit het spreekuur zelf, bijvoorbeeld als we geen verdere vooruitgang kunnen boeken met juridische middelen of als we de uitkomst van een juridische procedure niet kunnen afwachten omdat de betrokken persoon zich in een acute noodsituatie bevindt. Dit is bijvoorbeeld het geval als de sociale dienst maandenlang geen beslissing neemt over een aanvraag van een uitkering, of een uitkering verlaagt. In zulke gevallen voeren we actie bij de sociale dienst. Een ander voorbeeld is wanneer een bedrijf iemand onrechtmatig heeft ontslagen of een huisbaas een uitzettingsprocedure start. Veel mensen zijn gewend om bepaalde praktijken gewoon te accepteren, omdat ze niet de tijd, kennis of middelen hebben om zich hiertegen te verdedigen. Als leden van de wijkbond zich realiseren dat ze vergelijkbare problemen hebben en individuele problemen of strijd herhaaldelijk worden besproken op algemene vergaderingen of andere bijeenkomsten, ontstaat er een gevoel van solidariteit. Daarnaast helpt het doorgeven van kennis over bepaalde praktijken van staatsinstellingen en andere instanties om discussies op gang te brengen over de oorzaken van dergelijk gedrag. Door individuele gevallen van het spreekuur zowel binnen de wijkbond als openbaar op straat op de agenda te zetten, kan een bewustwordingsproces op gang worden gebracht. Zo kunnen mensen doorkrijgen dat hun individuele situatie structurele oorzaken heeft en niet hun eigen schuld is, en dat we politieke oplossingen en een fundamentele verandering in de samenleving nodig hebben om de oorzaken van onze problemen weg te nemen.

Naast acties die ontstaan vanuit het spreekuur, kunnen acties ook voortkomen uit actuele ontwikkelingen en discussies daarover op algemene vergaderingen of in andere gesprekken, zoals over de huidige inflatie en de daaruit voortvloeiende prijsstijgingen. Het is belangrijk om de acties zo te organiseren dat zoveel mogelijk leden betrokken zijn bij de voorbereiding en uitvoering en dat de actie zelf de individuele deelnemers in staat stelt om voor zichzelf op te komen. Wanneer de wijkbond acties plant, worden alle leden opgeroepen om deel te nemen. Vooral wanneer we concrete strijd leveren. Het gaat er ook om het bewustzijn van “Touch one, touch all” als houding onder de leden te vestigen en ons motto “People, power, solidarity” tot leven te laten komen.

Het actiecomité van de wijkbond is verantwoordelijk voor het organiseren van acties. Belangrijke acties in de afgelopen jaren waren protesten bij het arbeidsbureau, de sociale dienst of de rechtbank om leden te steunen bij hun eisen in individuele procedures. Aan de andere kant hebben we in Gröpelingen relatief succesvolle demonstraties kunnen organiseren tegen prijsstijgingen en de gevolgen van de crisis in het algemeen. Onze ervaring is dat mensen uit de wijk niet spontaan kunnen worden gemobiliseerd voor demonstraties of manifestaties, zelfs als er van tevoren intensief flyers in de wijk worden verspreid en met buren wordt gesproken. Veel mensen hebben geen vertrouwen in het effect van demonstraties of zijn bang dat het negatieve gevolgen kan hebben voor hun wijk. Het is echter anders wanneer een basisorganisatie haar leden oproept voor een demonstratie, mensen die elkaar al kennen, vertrouwen hebben opgebouwd en vooraf samen op vergaderingen hebben gesproken over waarom het belangrijk is om de straat op te gaan. Veel leden van de wijkbond en hun familie en vrienden – mensen uit de wijk of van het spreekuur – waren bij de laatste actie tegen de prijsstijgingen in februari 2023. Velen van hen namen voor het eerst deel aan een manifestatie. Het is dus mogelijk om zelfs in tijden van zwakke beweging, zoals momenteel het geval is in Duitsland, protesten uit de wijken op straat te brengen,, maar volgens ons kan dat niet zonder het kader van een bindende organisatie.

d) Politieke duidelijkheid en definitie van doelstellingen

In het proces van het ontwikkelen van het lidmaatschap en het opzetten van een bindende organisatiestructuur met een taakverdeling in de vorm van verschillende comités, enzovoorts, is ook de behoefte aan een gemeenschappelijke inhoudelijke basis naar voren gekomen. Daarom hebben we politieke afspraken ontwikkeld die het kader bepalen voor het werk van de individuele structuren en die de basisoriëntatie en houding van de wijkbond vaststellen. De politieke afspraken worden overhandigd aan alle nieuwe mensen die geïnteresseerd zijn in de wijkbond. Beslissen om lid te worden betekent op zijn minst geïnformeerd worden over de politieke afspraken en ze passief aanvaarden. Het is de taak van de organisatie en vooral van het comité politieke vorming om de inhoud uit te diepen en te bespreken. Naast de politieke afspraken van de basisleden zijn er ook uitgebreide afspraken die de basis vormen voor de initiatiefnemers van de wijkbond. Die werden ontwikkeld op basis van onze discussies over de elf stellingen en ons zelfbeeld op dat moment. Ze gaan dieper in op de aspecten die in de basisafspraken aan bod komen en bevatten verdere aspecten die nodig zijn voor een plaatsbepaling binnen de linkse bewegingen en een analyse van sociale structuren en de huidige situatie.

e) Politieke vorming

Op het gebied van politieke vorming hebben we een terugkerend educatief aanbod gecreëerd op verschillende inhoudelijke niveaus, afhankelijk van hoe lang mensen al actief zijn in de organisatie en hoeveel voorkennis ze hebben. In de educatieve programma’s worden bijvoorbeeld de strategische en politieke fundamenten van SiG overgebracht. We leggen uit waarom we onszelf als anti-kapitalistisch zien of hoe onze eigen levenssituatie verbonden is met structurele problemen. Anderzijds is de vorming van initiatiefnemers op lange termijn ook een belangrijk onderdeel. Het omgaan met klasse, de verschillende stromingen binnen links, de geschiedenis van wijkbewegingen of de arbeidersbeweging is onder andere nodig om een goede basis te leggen voor buurtwerk aan de basis.

De onderwijsprogramma’s maken gebruik van verschillende methoden van politieke vorming en zijn erop gericht om mensen actief bij het leren te betrekken en hen aan te moedigen om naar hun eigen manier van denken te kijken. We vinden het belangrijk om geen leraar-leerling sfeer te creëren, maar een uitwisseling op gelijke hoogte mogelijk te maken. We organiseren ook open uitwisselingen, waarbij er aan het begin alleen een korte inleiding is over het onderwerp en er daarna openlijk wordt gediscussieerd over onderwerpen als inflatie of de oorlog in Oekraïne.

Op andere gebieden van SiG spelen ook overwegingen van politieke vorming, en het doel om mogelijkheden te creëren om meer een subject te worden, een rol. In het begin dienden algemene vergaderingen meer om mensen van het spreekuur of de bredere gemeenschap uit te nodigen voor SiG. Ze waren bedoeld als een eerste mogelijkheid tot deelnemen, een gevoel te geven van gezamenlijkheid en een overzicht te bieden van de activiteiten en strijdgebieden binnen SiG. De plenaire vergaderingen werden meer gekenmerkt door verslaggeving en minder door uitwisseling. Door een verdere ontwikkeling van de algemene vergadering omvat die nu onder andere het betrekken van iedereen bij de algemene vergadering, bijvoorbeeld door discussies in kleine groepen. Hierdoor wordt de drempel om eigen ideeën in te brengen verlaagd en kunnen alle leden meer betrokken raken bij SiG. De algemene vergadering is een plek geworden waar nieuwe verantwoordelijkheden worden verdeeld en een constant laagdrempelig politiseringsproces plaatsvindt. Deze aanpak wordt ook nagestreefd binnen de activistenbijeenkomsten om op informele wijze kennis over te dragen en de slagvaardigheid van alle activisten binnen de organisatie te versterken.

Een ander belangrijk aspect van politieke vorming is de zomerschool. Aan de laatste zomerschool konden niet alleen initiatiefnemers, maar ook actieve leden van de wijkbonden deelnemen. De zomerschool is een plek waar uitwisseling tussen de verschillende wijkbonden kan plaatsvinden, maar ook waar suggesties en discussies binnen de wijkbonden opgeworpen kunnen worden. Door af te wisselen tussen praktische workshops over onderwerpen als “spreken op demonstraties” en gesprekken over theoretische fundamenten van revolutionair basiswerk, kan iedereen binnen de wijkbond een vergelijkbaar kennisniveau verwerven. De zomerschool versterkt ook het gevoel deel uit te maken van de wijkbond en een beweging van wijkbonden, wat mensen motiveert om nog meer betrokken te raken bij de organisatie.

f) Oprichting van een georganiseerde sociale beweging

Om het idee van een georganiseerde sociale beweging in de praktijk te brengen en te ontwikkelen, hebben we een gezamenlijk comité opgericht met de wijkbond Berg Fidel Solidarisch uit Münster. Het doel daarvan is zowel om een bovenregionale organisatie op te richten als om onze aanpak voortdurend verder te ontwikkelen via wederzijdse uitwisseling en solidaire ondersteuning. Tot nu toe hebben we met Berg Fidel Solidarisch een gezamenlijk tien punten programma gepubliceerd, waarmee we landelijk naar andere wijken gaan, en gemeenschappelijke ideeën in het openbaar vertegenwoordigen. We houden ook gezamenlijke lezingen over ons werk, bezoeken elkaar regelmatig en delen middelen, bijvoorbeeld door gezamenlijke educatie en taakverdeling op verschillende gebieden. We bouwen steeds meer parallelle structuren op en konden bijvoorbeeld een gezamenlijke digitale plenaire vergadering houden. Ons grootste gezamenlijke project tot nu toe was de organisatie van een vijfdaagse zomerschool met deelnemers uit verschillende steden. De zomerschool liet ons zien dat we niet zijn geïsoleerd in onze wijk. Zien en weten dat je niet alleen vecht, maar samen met vele anderen die zichzelf ook zien als onderdeel van een gemeenschappelijke beweging, kan je veel kracht geven in het dagelijks leven.

5. Oproep

In de toekomst willen we een georganiseerde sociale beweging van wijkbonden opbouwen. Daartoe werken we aan structuren en criteria voor samenwerking, proberen we onderwijsvormen te ontwikkelen die ons idee het beste overbrengen en zijn we op zoek naar medestrijders in heel Duitsland en daarbuiten. Deze tekst en de volgende oproep maken deel uit van dit streven.

Sinds de invoering van de spreekuur-organisatie aanpak (soa) is SiG op verschillende manieren veranderd. Een van de belangrijkste veranderingen is dat steeds nieuwe mensen uit de wijk – en daarbuiten – zich via het spreekuur bij de wijkbond aansluiten en dat velen van hen lid worden. Het spreekuur creëert zo een startpunt voor het organiseren en draagt bij aan het opbouwen van de basis van de wijkbeweging. Hierdoor is de samenstelling van de wijkbond ook veranderd van een overwegend witte, academische politieke groep naar een diverse basisorganisatie gedragen door mensen uit de wijk. Aan de andere kant hebben we door het opzetten van verschillende comités en het uitbreiden van open manieren van deelnemen, zoals de algemene vergadering of de Keuken voor Iedereen, meer mensen actief kunnen krijgen in de wijkbond. De combinatie van spreekuur als toegangspoort en verschillende laagdrempelige manieren van deelnemen heeft ertoe geleid dat de afgelopen maanden meer mensen lid zijn geworden van, en actief zijn geworden in, de wijkbond, dan in de vier jaar daarvoor. De meeste van deze nieuwe leden komen uit de wijk zelf. Verschillende educatieve mogelijkheden zoals workshops, open uitwisselingsbijeenkomsten, educatieve sessies, plenaire sessies en discussies hebben er ook toe geleid dat nieuwe leden actiever betrokken raken bij de organisatie en kennis opdoen over politieke kwesties. Hierdoor zijn nieuwe ruimten voor brede deelname ontstaan waarin laagdrempelige politiseringsprocessen kunnen worden gestimuleerd.

Zoals met alle politieke benaderingen, gaat de soa gepaard met een aantal uitdagingen die we ook in de toekomst zullen moeten aangaan. Het blijft bijvoorbeeld altijd een evenwichtsoefening bij het spreekuur om niet alleen individuele oplossingen voor leden te vinden, maar ook te wijzen op de structurele oorzaken van deze problemen en om op basis daarvan politieke actie te initiëren. Daarnaast leiden de uitbreiding van de comités, de groei van de organisatie als geheel en andere taken tot extra werk dat niet iedereen altijd kan doen. Onze ervaring is dat strategische discussies soms op de achtergrond raken omdat praktische taken dringender zijn, zoals het organiseren van de Keuken voor Iedereen op een bepaalde datum. Voldoende tijd en ruimte vrijmaken voor strategische onderwerpen en discussies, ondanks de dringende praktische taken, is daarom een voortdurend onderhandelingsproces.

Tegelijkertijd realiseren we ons, terwijl we onze praktijk ontwikkelen, dat veel ervaring met het organiseren van onderop en het opbouwen van democratische massale basisorganisaties in dit land verloren is gegaan, zodat we veel van de vragen die zich voordoen gaandeweg moeten oplossen (ook al heeft het kijken naar bewegingen in andere landen een belangrijke invloed gehad op de ontwikkeling van onze praktijk). Revolutionair basiswerk is gebaseerd op een heel ander begrip van activisme en politieke praktijk dan velen van ons gewend waren en dan gebruikelijk is in de linkse actiescene. Als gevolg daarvan is het altijd moeilijk voor kameraden om de stap te zetten uit hun gebruikelijke begrip van politiek, en te geloven in het potentieel van organiseren van onderop. We geloven echter dat revolutionair basiswerk na verloop van tijd, en met de ervaring die we opdoen in verschillende steden, een natuurlijk onderdeel zal worden van de linkse cultuur en politieke benaderingen, en zich daarom in de toekomst sneller zal ontwikkelen.

In ieder geval zijn we nog steeds euforisch over de vele veranderingen die we de afgelopen maanden hebben gezien. Ze geven ons nieuwe hoop en versterken ons geloof in het potentieel van revolutionair basiswerk. Op basis van de ervaring die we hebben opgedaan bij het implementeren van de spreekuur-organisatie aanpak, zijn we gaan geloven dat de combinatie van spreekuur en organiseren de potentie heeft om een vruchtbare bodem te leggen voor de ontwikkeling van een georganiseerde sociale beweging vanuit de wijken. Het is echter niet genoeg om deze aanpak in slechts één wijk op te bouwen en te ontwikkelen. Daarom willen we deze tekst gebruiken om andere kameraden en groepen op te roepen om de spreekuur-organisatie aanpak in hun stad uit te proberen en samen met ons verder te ontwikkelen. Als je geïnteresseerd bent, helpen we je graag om de eerste stappen te zetten. Laten we samen de visie van een georganiseerde sociale beweging in praktijk brengen. Laten we een kracht creëren die in staat is de wereld, onszelf en anderen te veranderen.

Als we je interesse hebben gewekt, neem dan contact met ons op: stadtteil-soli@riseup.net of bezoek onze website voor meer informatie.

Wijkbond Solidarisch in Gröpelingen

People, power, solidarity, van onderop naar links

(Dit is een vertaling van het tweede en laatste deel van het stuk “Gesellschaft verändern heißt Macht von unten aufbauen – aber wie und mit wem?”)