Het jaar dat de Bed Bad Brood-opvang dichtging midden in een pandemie (video)

Werk thuis, blijf thuis, beperk je sociale contacten. Maar wat als je geen thuis hebt? Wat als je niet mag werken? Wat als je sociale contacten de enigen zijn die je kunnen helpen? In Leiden sloot de gemeente de Bed Bad Brood-opvang voor mensen zonder verblijfsvergunning, midden in de eerste golf van de corona-pandemie. Acht mannen kwamen daardoor op straat te staan. Later in het jaar klopten meer mensen zonder verblijfsrecht die dreigden op straat te komen, aan bij de lokale steungroepen. Door steungroepen, vrijwilligers en sympathisanten is keihard gewerkt om iedereen toch weer onder een dak te krijgen. Mensen zonder papieren leven nog steeds in Leiden, zij blijven, zij volharden. Volg Mariët terwijl ze de stad Leiden bekijkt, en luister hoe ze vertelt over deze gebeurtenissen. Over Mariët. Mariët van Bommel is klusser, medewerker productie en manusje van alles bij Theater De Generator. Zij is al bijna twintig jaar activist op thema’s rond wonen en inkomen, migratie, anti-racisme en feminisme. Bij de strijd van mensen zonder papieren voor verblijfsrecht en onderdak is ze in het bijzonder betrokken. De laatste dertien jaar is ze verbonden aan actiegroep Doorbraak, waar ze onder andere werkt bij spreekuur De Fabel van de illegaal voor mensen zonder papieren. Lees haar artikel over het eerste half jaar na de sluiting van de Leidse opvang hier.

Nummer 4 in de reeks “F*k it’s February” van Theater de Generator

De uitgeschreven tekst van de video

Februari 2020…

We hadden nog niet door wat op ons afkwam. We konden het zien aankomen. We zagen de ziekte door de wereld kruipen, vliegen, rennen. Maar de meesten van ons hielden de ogen gesloten. De politici, de bestuurders wilden er niet van weten. Want carnaval moet doorgaan, wintersport moet doorgaan. Handen schudden, dat doen we gewoon in dit land! Alles gaat door zoals gepland. En dus ook de sluiting van de Bed Bad Brood-opvang in Leiden.

Dat was al besloten. Het was al besloten in het najaar van 2019. Het stond in de kranten, nog voordat de steungroepen in de stad het wisten.

Ja, die opvang, die kost nu eenmaal heel veel geld. En in Rotterdam heeft de landelijke opvang een vestiging geopend. Die Leidse bewoners, die geen verblijfsvergunning hebben, die moeten maar verhuizen. Een probleem minder, voor de gemeente Leiden.

Die bewoners, die willen niet. Ze wonen zeven, tien, twintig jaar in Leiden. Ze zijn Leidenaren. Ze willen niet naar een andere stad. Ze willen niet naar een stad waar ze niemand kennen. Ze willen niet uitgeleverd worden aan een nieuwe opvang, waar alles weer overnieuw gedaan zal worden. Van opvang naar straat naar opvang naar gevangenis naar straat. Ze willen niet meer.

Maar het is al besloten.

Waarom zou de gemeente luisteren naar mensen zonder verblijfsvergunning?

De steungroepen willen ook niet. Hier is het sociale netwerk. Hier kennen wij hen en zij ons. In Rotterdam moet alles weer opnieuw. Opnieuw op de wachtlijst voor de gespecialiseerde zorg. Opnieuw vertrouwensbanden opbouwen.

Er is geen garantie dat Rotterdam mensen niet op straat gaat zetten na zes maanden.

Er is niet eens garantie dat Rotterdam iedereen uit Leiden zal toelaten.

Hoe kan de gemeente nu zo’n besluit nemen zonder garanties?

Maar het is al besloten.

Het is besloten, besproken, gestemd in de gemeenteraad.

En vrijwel alle raadsleden hebben meegestemd.

En eenmaal besloten is besloten.

Niets kan het stoppen.

Niet de protesten van de bewoners.

Niet de brandbrieven van de steungroepen.

Niet de moties (1,2,3,4) van enkele raadsleden.

Niet de dreigende pandemie, en ook, niet het losbarsten daarvan in Nederland.

Oh ja, corona…

Het verandert niets aan de vastbeslotenheid van de gemeente Leiden.

De landelijke overheid zegt: werk thuis, blijf thuis, beperk sociale contacten.

Thuis wordt door ambtenaren gewerkt aan de sluiting van het huis van de ongedocumenteerden.

Vanuit huis spreekt de wethouder op online raadsvergaderingen over “afgesproken is afgesproken”. En over “vrijwilligheid”, want het is niet verplicht om naar Rotterdam te gaan, maar “we doen er alles aan om vertrek te stimuleren”. En “stimuleren”, zoals ook in het landelijk beleid, betekent niets minder dan het mes op de keel, dwingen door uitsluiting, afsluiting van alle mogelijkheden behalve vertrekken … Het is de eigen verantwoordelijkheid als men op straat belandt.

De landelijke overheid zegt: werk thuis, blijf thuis, beperk sociale contacten.

En de opvang is geen thuis, want de opvang wordt opgeheven.

De ongedocumenteerden waren al die tijd thuislozen, en zullen daklozen worden.

Midden in de eerste golf zegt de landelijke overheid: maak plek voor alle daklozen, ook niet-rechthebbenden.

Midden in de eerste golf, als de gemeente Leiden de Bed Bad Brood-opvang sluit.

Laat ze niet binnen, schrijft de gemeente aan de reguliere daklozenopvang. Deze deuren blijven dicht.

Werk thuis, blijf thuis, beperk je sociale contacten.

Hoe moet je overleven zonder huis, zonder werk, en met sociale contacten die ook bang zijn voor besmetting?

Geen valse hoop wekken, zegt de wethouder. Ze kunnen niet blijven in Leiden.

Geen valse hoop wekken, zeggen de steungroepen. In Rotterdam is geen toekomst.

Er is geen hoop in Rotterdam, zeggen de mensen zonder papieren. Daar zijn gaat mij niets brengen. Laat mij blijven bij mijn naasten, in mijn stad, in mijn straten. Laat mij blijven waar ik het ken. Geef mij onderdak, laat mij niet zwerven tijdens een pandemie. Erken mijn mens-zijn.

Is het niet de gemeente, de wethouder, de burgemeester, de ambtenaren, de koudhartige raadsleden met de valse hoop? Zij hopen op een toekomst van een aangeveegde stad zonder ongedocumenteerden, zonder behoeftigen, zonder zorgplicht voor hen die ook al door de staat in de steek zijn gelaten. Het is de gemeente die vals is in de hoop dat mensen zonder papieren als postpakketjes opgestuurd kunnen worden naar een andere stad, als vuilniszakken over de schutting gegooid. Het is telkens weer het geloof in de mythe van het sluitend beleid van de overheid. Maar mensen kunnen niet weg, en velen krijgen met het landelijk beleid van nu ook geen verblijfsvergunning. Mensen zijn hier, en ze blijven.

Honderdrieëntwintig Leidenaren en sympathisanten protesteren online voor heropening van de opvang tijdens de eerste coronagolf. Bij een zomerdemonstratie in het park, waar mensen zonder papieren praten over leven op straat, verklaren vijfenzeventig demonstranten zich solidair. Een nieuw fonds wordt opgericht, een nieuw comité voor opvang ontstaat. Steungroepen en de gemeente ruzieën in krantenartikelen en raadsbrieven. De gemeente wuift met overleggen die draagvlak moeten aantonen, en waar sommige steungroepen weigeren nog langer aan deel te nemen.

En eind van de zomer komt de eerste persoon terug. Terug uit Rotterdam, waar slechts een op de drie aanmeldingen toegang tot de opvang krijgt. Terug uit Rotterdam, waar bijna de helft van de uitstroom naar de straat is. Natuurlijk komt de eerste persoon terug.

De druk is hoog. Vele ogen zijn gericht op de gemeente. Hij krijgt opvang.

Het is tijdelijk, zegt de gemeente. Dit bewijst niets, zegt de gemeente. Hij gaat straks naar Amsterdam, zegt de gemeente. Alleen, dat gebeurt niet.

En de eerste persoon raakt besmet. Hij slaapt al weken in het park. Er was geen afstand, er was geen veiligheid, er was alleen maar overleven. Eerst in het park, dan in het ziekenhuis. De gemeente zegt: tijdens de revalidatieperiode wordt een plek gezocht.

Maar er is niets na het ziekenhuis. Nu is hij niet meer besmettelijk, zegt de gemeente. Nu is hij geen gevaar meer voor de volksgezondheid, zegt de gemeente. Dus hem hoeven we niet op te vangen, zegt de gemeente.

Waar de overheid faalt en faalt, stappen solidaire mensen en hulporganisaties in. Er is een onkostenvergoeding voor verleend onderdak vanaf de zomer, er zijn boodschappenbonnen. Er is een enkel huis dat wordt overgenomen door nieuwe organisaties, waar een aantal kamers zijn.

Dan komt toch de gemeente, aan het einde van 2020, met wat geld. Het is iets.

Maar het is ook een fooi vergeleken bij wat nodig is.

Maar het is ook een schijntje van wat de Bed Bad Brood-opvang kostte.

De gemeentelijke zorgplicht, zo succesvol afgeschoven op de vrijwilligers, op de solidairen, op de steungroepen die keihard hebben gewerkt om mensen van straat te halen en te houden.

En het risico van niet overleven, ziek te worden, levensjaren in te leveren is voor de mensen zonder papieren zelf.

Maar mensen zonder papieren overleven, leven, in Leiden. Zij blijven. Zij eisen autonomie. Zij eisen verblijfsrecht en onderdak. Zij eisen geluk en liefde en respect.

Deze strijd is niet gestreden. Dit is slechts één jaar in de strijd tegen de bestuurlijke apartheid die mensen in wettige en onwettige categorieën plaatst. Dit is slechts één verhaal over één gevecht tegen één gemeente. Het is niet typisch Leids, deze uitsluiting. Dit is slechts één verhaal over één jaar ontbreken van opvang, over één jaar keihard beleid, over één jaar vol onrechtvaardigheid. Dit is slechts één verhaal over de strijd van de illegaal gemaakten en hun bondgenoten.

Deze strijd is nog niet gestreden. Deze strijd gaat door.

Dit is slechts één verhaal.