SP-Kamerlid Sadet Karabulut vraagt om internationale berechting daders bloedbad van Sivas

Carina Thuijs

Op 2 juli 1993 stak een horde van duizenden moslimfundamentalisten na een urenlange belegering een hotel in brand in het Turkse Sivas. Vijfendertig mensen kwamen daarbij om het leven, hoofdzakelijk alevitische intellectuelen, artiesten en kunstenaars. De slachtoffers, waaronder de Nederlandse studente culturele antropologie Carina Thuijs, waren deelnemers aan een meerdaags alevitisch festival in de stad. Tweede Kamerlid Sadet Karabulut heeft schriftelijke vragen ingediend waarin ze vraagt om een internationale berechting van de voortvluchtige daders van dit anti-alevitische en anti-progressieve bloedbad.

De ‘zaak-Sivas’ is na lang slepende processen in 2012 verjaard verklaard, met uitzondering van de strafzaak tegen drie voortvluchtige verdachten. Deze laatste zaak dreigt in 2023 te verjaren. De Turkse Orde van Advocaten heeft het rechterlijke verjaringsbesluit altijd bekritiseerd, omdat het volgens de orde om een misdaad tegen de menselijkheid gaat. En dergelijke misdaden kunnen niet verjaren.

Deutsche Übersetzung. Duitse vertaling.

Duitse status

Negen in Turkije veroordeelde daders zijn gevlucht naar Duitsland en hebben daar een verblijfsstatus gekregen, omdat hun mensenrechten in het geding zouden zijn in Turkije. Een van hen is inmiddels overleden en een heeft zelfs de Duitse nationaliteit gekregen. De fundamentalistische moordenaars hebben bij onze oosterburen jarenlang een rustig en veilig leven in vrijheid mogen leiden, maar misschien gaat daar verandering in komen. De Wetenschappelijke Dienst van de Bondsdag is – na bevraagd te zijn door Die Linke – van mening dat de acht daders in Duitsland wel degelijk uitgeleverd mogen worden aan Turkije, maar ook in Duitsland berecht kunnen worden volgens het Weltrechtsprinzip. Hierop hebben twee Groene parlementsleden van de deelstaat Berlijn aangifte gedaan bij het Duitse federale OM tegen de groep van acht wegens moord en misdaden tegen de menselijkheid.

Kop in het zand

De Nederlandse staat is al die jaren opmerkelijk stil gebleven. Dit terwijl een Nederlands staatsburger in de bloei van haar leven is vermoord bij een van de meest tragische en wrede fundamentalistische aanslagen in de geschiedenis van het moderne Turkije. En ondanks het feit dat de Nederlandse staat eind 2007 en deze maand nog door nabestaanden van de slachtoffers en alevitische organisaties middels protestacties voor de Nederlandse ambassade in Ankara is gevraagd om partij te worden in de rechtszaak tegen de fundamentalisten of op zijn minst de procesgang actief te volgen middels waarnemers. Nederlandse betrokkenheid zou als steun worden ervaren door de getroffen families en alevitische belangenorganisaties en de zaak grotere, internationale aandacht geven. Maar de Nederlandse staat heeft decennialang de kop in het zand gestoken en niet thuis gegeven.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut stelt de passieve houding van Nederland aan de kaak middels schriftelijke vragen die ze vandaag heeft ingediend. Ook vraagt de socialiste aan de minister van Buitenlandse Zaken om samen met Duitsland de mogelijkheden voor een internationale berechting van de in Duitsland woonachtige daders te onderzoeken. En gelijk heeft ze. Hoe pijnlijk is het om te moeten constateren dat de moordenaars van Carina Thuijs en 34 andere mensen op Duitse bodem genieten van het leven.

Eric Krebbers

Hieronder de schriftelijke vragen die Karabulut heeft gesteld:

2020Z16986

(ingezonden 23 september 2020)

Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een verzoek aan de Nederlandse ambassade in Turkije aangaande het bloedbad van Sivas.

1. Kunt u zich nog herinneren het bloedbad van Sivas op 2 juli 1993 waarbij door een aanval van islamitisch fundamentalisten 37 mensen, voornamelijk alevieten, waaronder de Nederlandse studente culturele antropologie Carina J. Th. Thuijs uit Doetinchem, door brandstichting om het leven zijn gebracht?

2. Hoe staat het met de strafprocessen tegen verdachten in deze zaak? Volgt u, of heeft de Nederlandse ambassade de processen gevolgd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

3. Wat is uw reactie op het recente verzoek van een familielid van een van de slachtoffers en de Democratische Alevitische Verenigingen (DAD) aan de Nederlandse staat om te onderzoeken de mogelijkheden zich te voegen in de rechtszaak tegen drie voortvluchtige verdachten, die in 2023 dreigt te verjaren? Bent u bereid dit verzoek te honoreren, mede tegen de achtergrond dat de Turkse Orde van Advocaten deze zaak ziet als een misdaad tegen de menselijkheid waarbij ook een Nederlandse om het leven is gebracht? (1)

4. Klopt het dat de Pir Sultan Abdal Kültür Derneği (PSAKD), eveneens een alevitische vereniging, de afgelopen jaren – net als 4 september 2020, voorafgaand aan het Sivasproces tegen de drie voortvluchtige verdachten dat op 9 september 2020 heeft plaatsgevonden – samen met de familie van een van de slachtoffers in Turkije via de Nederlandse ambassade de minister heeft verzocht zich te bemoeien met deze zaak, vanwege de misdaad tegen Carina Thuijs? Wat is uw reactie op dit verzoek (geweest)? (2)

5. Klopt het dat het verzoek aan de Nederlandse ambassade in Ankara van 4 september 2020 om een brief aan koning Willem-Alexander aangaande deze zaak te overhandigen, is afgewezen? (3)

6. Kunt u bevestigen dat negen veroordeelden in de Sivas-zaak naar Duitsland zijn gevlucht? Bent u bereid samen met Duitsland mogelijkheden voor internationale berechting te onderzoeken? (4)

Noten

1) Pirha, 22 juli 2020, “Katliam duruşması öncesi Hollanda Büyükelçiliği önünde eylem yapılacak“.

2) Haberler, 5 november 2007, “Pirsultan Abdal Kültür Derneği’nden Hollanda Büyükelçiliği’ne protesto“.

3) Pirha, 4 september 2020, “Karababa’dan Hollanda Kralı’na çağrı: Sivas’ta katledilen Cuanna’ya sahip çıkın“.

4) Tagespiegel, 28 juli 2019, “Verfolgt Deutschland die islamistischen Täter noch?“.