Wat verstoort? Opmerkingen over de groeiende repressie en de “Black Box” van de EU in de Middellandse Zee

De volgende tekst van Helmut Dietrich (van de Forschungsgesellschaft Flucht und Migration (FFM)) vormt een aanzet voor het opmaken van de balans van inspanningen van vluchthelpers. Uiteraard valt daarmee ook niet te ontkomen aan het beschrijven van de ontwikkeling van het geradicaliseerde geweld van de grensbewaking en de politiek van de EU en de lidstaten. Boeiend is met name de analyse van Dietrich dat alle inspanningen van organisaties als Alarmphone zeker ook het nodige hebben opgeleverd. Tegelijkertijd vormt zijn stuk ook een bijdrage aan een broodnodige bezinning.

Van Dietrich is eerder “Mobiliteit als organisatievorm: rebellie van vluchtelingen van de buitengrenzen tot de binnensteden van de EU” (2014) verschenen. Die titel maakte meteen ook de inzet van de FFM weer duidelijk: hoe de strijd van vluchtelingen aan de rand van Europa voor een menswaardig bestaan te verbinden met strijd voor gelijke rechten in Europa. Een volgende stap die samen met anderen werd gezet, en wat al in die tekst werd voorgesteld, was het initiatief Alarmphone.

Tijdens de zomer van 2015 is er onder andere door de FFM, samen met anderen, het project Moving Europe opgezet, waar Thomas Kram van de FFM een toelichting op heeft gegeven en wat ook is vertaald.

Mede onder invloed van initiatieven als Alarmphone bleek het lastiger voor de EU om het stille massale sterven buiten beeld te houden. Dat leidt tot grote zichtbare confrontaties, denk hierbij aan de criminalisering van vluchthelpers die Dietrich beschrijft. Maar er dreigt tegelijkertijd ook het grote gevaar van gewenning, ook bij ons, aan de toenemende ontmenselijking, nu we er zelfs naar kunnen kijken zoals in deze VPRO-documentaire. De daarin geïnterviewde medewerker van Sea Bird, zoals het vliegtuig van Sea Watch heet, verwoordt duidelijk, net als Helmut Dietrich, het belang van bezinning over hoe verder.

Voor een beter begrip van de vluchtelingenbestrijding is het daarnaast ook belangrijk om de politiek van de EU en haar lidstaten ten aanzien van Afrika te onderzoeken, en wat die betekent voor de mensen daar. Lees daartoe bijvoorbeeld “Sahel en Libië: ‘Afrikaanse Jacquerie’ en militaire stuiptrekkingen van de EU”. Zowel in deze tekst, als ook in een andere recente analyse van de situatie in Egypte, waar ook een met de EU samenwerkende dictator geacht wordt migratie naar de EU te blokkeren, lijkt er sprake van een tot op zekere hoogte vergelijkbare situatie: om te overleven voelden mensen zich genoodzaakt elders een beter bestaan te zoeken.

Dat roept herinneringen op aan eerdere discussies en praktijken, tijd voor bezinning over hoe verder.

Harald Minkens


Wat verstoort? Opmerkingen over de groeiende repressie en de “Black Box” van de EU in de Middellandse Zee

De afgelopen drie decennia volgde de repressie van vluchthulp met name het motto dat het hierbij zou gaan om mensensmokkel met financiële winstmotieven. Bij het verdedigen van vluchthulp ging het erom dit te weerleggen en familiaire of humanitaire beweegredenen te benadrukken.

Sinds enkele jaren pakken de autoriteiten in Zuid-Europa het anders aan: ze maken in de eerste plaats gebruik van een geperverteerde humanitaire logica van het criminaliseren van vermoedelijke schippers die hun passagiers in gevaar zouden hebben gebracht, of echter – in de tweede plaats – een soort van vijandstrafrecht tegen het monitoren door mensen die solidair zijn met vluchtelingen (als “countersurveillance” tegen paramilitairen op zee). In Griekenland, Italië en Spanje worden individuele straffen van jaren, decennia of zelfs van meer dan honderd jaar opgelegd.

Specialisten van de afsluiting motiveren deze feitelijk “wetteloze” criminalisering met het argument dat het systeem van uitzetting niet functioneert zoals gepland. Bovendien vestigt de civiel maatschappelijke monitoring de aandacht op de massale “invisible shipwrecks”, dus op de politiek van het stille massale sterven op de Middellandse Zee – en niet alleen op degenen die door ngo’s worden gered en op de gedocumenteerde mislukte hulp op zee.

In dit artikel wordt voorgesteld om gepast te reageren op deze twee verschillende vormen van criminalisering – van de boatpeople en de solidaire monitoring: in Zuid-Europese gevangenissen worden steeds meer vermoedelijke schippers gevangen gehouden. Dit heeft politiek en sociaal gezien dagelijks aandacht nodig. Daarnaast moeten we bediscussiëren hoe de criminalisering, voor paramilitairen en geheime diensten, van hulpverleners aan de randen van de EU door afwijzing en door protesten bij de centra van de EU is te pareren.

In Griekenland,(2) Italië (3) en Spanje (4) neemt het aantal veroordelingen van vermoedelijke schippers tot draconische straffen met sprongen toe. Als extra belastend wordt gesteld dat ze hun medevluchtelingen in levensgevaar hebben gebracht. Zelfs overlevenden die eigen familieleden tijdens de overtocht hebben verloren, worden met dit argument tot absurd hoge gevangenisstraffen veroordeeld. Daarnaast beschuldigen Griekse,(5) Italiaanse (6) en Marokkaans-Spaanse (7) autoriteiten de afgelopen tijd organisaties die vluchtelingen redden van spionage en contacten met personen en bevolking aan de Turkse, respectievelijk de Libische kust. Dit wordt begeleid door haatcampagnes van de regionale massamedia. Ook hier kunnen absurd hoge gevangenisstraffen worden verwacht.

Het in levensgevaar brengen van derden en de heimelijke samenwerking met de vijand zijn buitengewoon ernstige delicten. Daarmee wordt het inzetten van anti-terroristische organisaties en geheime diensten tegen boatpeople en reddingsactivisten gerechtvaardigd.

Hoe kan deze repressieve ontwikkeling worden verklaard? Waarom worden de civiele reddingsacties op zee geconfronteerd met een min of meer gelijktijdige ontwikkeling van de repressie in Griekenland, Italië en Marokko/Spanje? Moeten we van het Europees worden van de repressie uitgaan en daarop aansluitende handelingsperspectieven ontwikkelen?

Niemand kan de groeiende Europese politieke-politionele-militaire eenwording van Fort Europa ontkennen. Maar ik wil hier geen centraal repressiebeleid blootleggen of een analyse van de sturing door de EU presenteren. In plaats hiervan zou ik een structurele crisisontwikkeling van Fort Europa willen schetsen. De fasen van de crises verlopen enigszins synchroon met de fasen van repressie.

Het Schengen-afweersysteem stamt uit de jaren tachtig. Begin jaren negentig kwam het tot een grote ongecontroleerde immigratie en vlucht naar West-Europa. Het visa-regime van Schengen illegaliseerde feitelijk de reizen van arme mensen in het randgebied van de Europese Unie, zodat er plotsklaps een verdienmodel en een eerder kleinschalige vluchthulp aan de buitengrenzen ontstonden. Het strafrechtelijk antwoord van de EU-staten bestond uit een grootschalige criminalisering van de hulp bij het vluchten. Voorbeeld hiervoor was de criminalisering van politieke verenigingen en de bestrijding van de zogenaamde georganiseerde criminaliteit.

Eind jaren negentig slaagden grote schepen met vluchtelingen uit Turkije en Libanon erin Zuid-Italië en zelfs ook Frankrijk te bereiken. Sommige schepen vervoerden meer dan duizend boatpeople. Onder Duitse leiding besloot de EU tot de eerste actieplannen om migratie te bestrijden, onder andere gericht tegen Koerdistan. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Manfred Kanther muntte toentertijd het begrip “crimineel georganiseerde migratiebewegingen”,(8) wat een strafrechtelijke samenwerking van Duitsland met een serie landen – via Italië, de Balkanstaten tot Turkije en Libanon – mogelijk maakte. De Middellandse Zee werd destijds als technologisch niet te controleren beschouwd. Het doel was veel meer de Turkse en Libanese politie en het militaire apparaat verantwoordelijk te maken voor de strafvervolging van mensen die wilden uitreizen.

We volgden toentertijd processen tegen “mensensmokkelaars” uit de communities van migranten in Duitsland. De strafrechtelijke onderzoeken waren gebaseerd op een ongelofelijke hoeveelheid afgeluisterde transnationale telefoongesprekken, op het registreren van transnationale financiële stromen en op het surveilleren van vermeende ontmoetingsplekken zoals bepaalde kiosken of winkels van migranten. Resultaat van deze processen was doorgaans niet dat er grote organisaties werden opgerold, maar het criminaliseren van mensen die van dichtbij hielpen dan wel aan familie en bekenden onderdak boden. De zeer grote aantallen cd’s met daarop opgeslagen telefoongesprekken in vreemde talen konden door advocaten in het geheel niet worden geanalyseerd. Feitelijk was er geen spoor van bewijs, maar waren er gesprekken in de rechtszaal die als bekentenissen werden beschouwd.

In 2004 stuurde een eerste ngo een schip naar de Middellandse Zee om het stille laten verdrinken aldaar aan het licht te brengen en in noodgevallen mensen te redden. Een Italiaanse Officier van Justitie criminaliseerde het redden van boatpeople door het ngo-schip Cap Anamur vervolgens op een exemplarisch absurde en willekeurige wijze.

Tot ongeveer tien jaar geleden gingen de EU-staten ervan uit dat de Middellandse Zee niet met technische-politionele middelen tegen boatpeople kon worden afgeschermd. In plaats daarvan concentreerde men zich op de criminalisering aan land en op het propageren van EU-kampen in Noord-Afrika. In 2003 riepen Blair, Berlusconi en Schily de Noord-Afrikaanse staten er tevergeefs toe op om op hun grondgebied EU-kampen voor onderschepte boatpeople in te richten. Sinds 2003 hebben Noord-Afrikaanse staten onder druk van de EU wetten aangenomen tegen zogenaamd “illegaal vertrek” en treden ze strafrechtelijk op tegen onderschepte boatpeople. Ongeveer sinds 2010/11 (“Arabellie”) kan in Spanje, Italië en Griekenland een EU-breed gecoördineerd optreden tegen boatpeople worden geconstateerd nadat ze door de politie op zee of op land zijn onderschept: ze worden in hechtenis genomen en uitvoerig ondervraagd, echter niet naar hun reden om asiel aan te vragen en bijvoorbeeld naar martelingen in de kampen van Libische milities, maar naar hoe ze hun overtocht hebben georganiseerd. Sindsdien geldt het afschrikkingsprincipe dat er per boot een persoon als “smokkelaar” wordt gearresteerd die vervolgens een draconische gevangenisstraf kan verwachten. Op de achtergrond van deze Europa-breed waar te nemen criminalisering werken Frontex, Europol en de Europese inzet van geheime diensten en militairen samen.

In 2014/2015 vond de tot nu toe grootste crisis van Fort Europa plaats, met name in de Egeïsche Zee, maar ook midden op de Middellandse Zee. De EU had twee jaar nodig om de Middellandse Zee opnieuw af te sluiten. De rest lijkt bekend: de marine werd teruggetrokken uit operatie Mare Nostrum, er werd een spookachtige zogenaamde Libische militie-kustwacht geïnstalleerd, het tegenstrijdige optreden van EunavforMed bij noodgevallen op zee, het terugtrekken van schepen van de marine van EU-staten richting Oost-Libië met operatie Irini, de massale push-backs in Griekenland en de Maltese push-backs met behulp van een spookvloot en tenslotte het verhinderen en criminaliseren van reddingsoperaties door ngo’s.

Maar wat is de kwalitatieve sprong die onder meer leidt tot obscene veroordelingen van vermeende schippers tot decennialange gevangenisstraffen en tot het criminaliseren van solidaire activisten de afgelopen tijd? Waarom bestaat deze ongekende surveillance met middelen van geheime diensten en anti-terrorisme waarbij zelfs journalisten en advocaten niet worden ontzien?

Gerald Knaus, de architect van de smerige EU-Turkije-deal van 2016, geeft een eenvoudig antwoord. Hij beschouwt de situatie van Griekenland met de “normalisering van geweld aan de grenzen” en “reguliere push-backs” als “aanhoudende wetteloosheid”, die net zo lang zal duren als dat Turkije niet massaal “migranten terugneemt die in de Europese Unie geen bescherming nodig hebben”.(9)

De situatie met Italië en Malta lijkt hier op. Het militair en strafrechtelijk tegenhouden van vluchtelingen in de Sahel is grotendeels mislukt. Het onderscheppen van boatpeople door de zogenaamde Libische kustwacht zal vanwege haar wetteloosheid, onmenselijkheid en vanwege het aanhoudende massale sterven in de Middellandse Zee vroeg of laat tot een historische nederlaag leiden van de Europese politiek ten aanzien van de Middellandse Zee.

Mijn stelling is dat de “Europese Oplossing” steeds meer wankelt.(10) In 2019 heb ik het begrip “Europese Oplossing” – afwijkend van de “Australische Oplossing” – gebruikt voor het scenario op de Middellandse Zee: ngo’s met geredde bootvluchtelingen aan boord worden wekenlang bij de Italiaanse en Maltese kust weggehouden, terwijl EU-politici in de media hierover twisten. Uiteindelijk worden zogezegd de camera’s opgesteld en worden de door de ngo’s geredde mensen aan land gebracht. Terwijl ze op zee hebben gewacht en nu in het licht van schijnwerpers aan land gaan, is het sterven op de Middellandse Zee doorgegaan. Maar de aandacht van de media is nu gericht op de strijd tussen de politici onderling en met de ngo’s.

Dit scenario van de “Europese Oplossing” hebben Alarmphone (11) en de reddingsschepen van de ngo’s de afgelopen jaren meer en meer doorkruist. Inmiddels hebben zij kennis opgebouwd over misschien een derde, misschien de helft, misschien tweederde van de mensen die op de Middellandse Zee het leven hebben gelaten en bereiken ze wereldwijd de media met hun levensreddende, maar ook de dood documenterende berichten. In deze berichten, die zich nauwkeurig op empirisch aantoonbare feiten baseren, klinkt voor de lezers de veel wijdere horizon mee: de blackbox – het onopgemerkte verdrinken van boatpeople. Deze veranderde opmerkzaamheid lijkt mij het cruciale punt te zijn. Het licht van de schijnwerpers is niet meer alleen gericht op individuele reddingsacties, op het tegenhouden van reddings-ngo’s en op criminalisering, maar op de donkere zee. Daar gebeurt het, het georganiseerde laten sterven. Zelfs de technische registratie blijft achterwege zodat er bij de autoriteiten geen sporen achterblijven. Maar het is voortaan, door ons werk, geen echt “onopgemerkt” sterven meer. Zelfs wanneer er geen overlevenden zijn, zullen we door extrapolatie, kansberekeningen en vooral door onze samenwerking met familie en bekenden van de doden de blackbox opheffen.

Dat de schijnwerpers zijn verplaatst, richting de donkere zee, stoort de staten. Want wanneer de blackbox wordt opgeheven, wordt niet alleen de strijd om te redden harder, maar ook de strijd om bewegingsvrijheid. Het is als in de oude revolutietheorie: wanneer het “humanitaire” masker van afsluiting wordt weggetrokken, worden andere maatregelen genomen. Op de Middellandse Zee maken de EU-staten de boatpeople duidelijk dat het om hun leven en hun dood gaat: om het vermeende recht van staten om te bepalen wie mag leven en wie moet sterven. Black lives, zoals het kolonialisme ons leert.

Alarmphone en de ngo’s hebben ongeveer vijf jaar lang nauwgezet aangetoond hoe in strijd met het volkerenrecht heimelijke aanwijzingen door EunavforMed, Frontex en de Italiaanse en Maltese marine aan de zogenaamde Libische kustwacht worden gegeven om opgespoorde boatpeople te onderscheppen en terug te brengen naar de Libische kampen die berucht zijn vanwege foltering. Nu de feiten niet meer kunnen worden ontkend, geven Frontex en de Italiaanse en Maltese autoriteiten deze illegale instructies nu in alle openbaarheid.

Op 20/21 april 2021 lieten de EU-staten 130 mensen in ongeveer 30 uur verdrinken, voor de “ogen” van onze activisten van Alarmphone en de ngo’s en de geschokte lezers van nieuwsberichten van AP en ngo’s. Nog een voorbeeld: op 30 juni 2021 probeerde een Libisch patrouilleschip een boot met vluchtelingen meerdere malen te rammen en vuurde schoten op hen af. Dit werd niet alleen vanuit een vliegtuig van een ngo gefilmd, maar die stond ook voortdurend in strijdend contact met de bemanning. Objectief gezien gaat het hierbij om een poging tot massamoord die alleen door halsbrekende toeren van de vluchtelingenboot en door toeval niet tot doden heeft geleid.(12)

Ook de grootschalige door Frontex geleidde pushbacks in de Egeïsche Zee, die gepaard gaan met systematisch geweld en mishandelingen, het opwerpen van barrières door een keten van levensgevaarlijke drijvende eilanden voor de Griekse kust en het verslepen van rubberboten richting Turkije – onder het oog van kritische camera’s -, behoren tot de nieuwe repressieve werkwijze. Net als de openlijke massale mishandelingen en martelingen bij de Kroatische buitengrens van de EU. En de actuele onderhandelingen van de Italiaanse regering Draghi met de Libische regering gericht op een hernieuwing van het refoulementverdrag gesloten tussen Berlusconi en Gaddafi in 2008. Net als de gewelddadige illegale massale uitzettingen in Ceuta van de afgelopen dagen, op enkele meters afstand door hoge resolutie televisiecamera’s gefilmd. Een keten van gewelddadig, tendentieel moorddadig optreden.

Het zou fataal zijn wanneer we de repressie nog altijd vanuit respectievelijke nationale kaders beschouwen en hierop verdedigingsstrategieën baseren. De politie, openbare ministeries en rechtbanken van de zuidelijke periferie van de EU moeten het vuile werk opknappen. We zouden moeten bedenken hoe we ons niet verliezen in respectievelijke strafrechtelijke onderzoeken en criminaliseringspraktijken en in plaats daarvan een Europa-brede strategie als antwoord in het hart van de EU kunnen ontwikkelen.

En laten we de zogenaamde schippers in de gevangenissen van Zuid-Europa opzoeken, net als hun familie, vriendinnen en vrienden, hun bekenden en medestrijders! Niet alleen steun is dringend noodzakelijk, ook het opbouwen van transnationale communities, door de gevangenismuren en over de Middellandse Zee heen.

Helmut Dietrich

(Dit is een vertaling door Harald Minkens van het artikel “Was stört? Anmerkungen zur Repressionsentwicklung und zur mediterranen „Black Box“ der EU” dat 5 november 2021 verscheen in Sozial.Geschichte Online.)

Noten:

  • 1. Met “Blackboxing” worden praktijken onzichtbaar gemaakt en aan onverschilligheid blootgesteld.
  • 2. “He Saved 31 People at Sea. Then Got a 142-Year Prison Sentence”, New York Times, 25. Juni 2021; “Bordermonitoring: Incarcerating the Marginalized. The Fight Against Alleged “Smugglers” on the Greek Hotspot Islands”, München 2021; “Mare Liberum, 230 Years in prison – The systematic criminalisation and imprisonment of people on the move in Greece“, Berlin 2021.
  • 3. Lorenzo D’Agostino, “Inside Italy’s Show Trail Against Libyan “Boat Drivers””, Alarmphone, 3. Juli 2021.
  • 4. Vgl. krantenberichten als ‘Cinco años de cárcel para los pilotos de una patera rescatada en Murcia con dos menores a bordo” en “El TSJA confirma la condena de cuatro años de cárcel al piloto de una patera“.
  • 5. Alarmphone, “Die wirklichen Verbrechen sind die vom griechischen Staat verübten Push-backs und Menschenrechtsverletzungen”, persverklaring, 4 oktober 2020; in Griekenland onder andere: “To Vima“, 28 september 2020; in de EU: “Greek police accuse 33 NGO members of helping migrant smugglers“, “NGO rebuts Athens’ charge of aiding people smugglers“; in Duitsland: publicaties van tichyeinblick, pinews, AFD Rosenheim. Actueel.
  • 6. Deanna Dadusc/Chiara Denaro, “Criminalising Solidarity: Silencing Critical Voices and Erasing the Critical Gaze on Border Violence”, University of Oxford, Faculty of Law, 14 mei 2021; Zach Campbell/Lorenzo D’Agostino, “Friends of the Traffickers. Italy’s Anti-Mafia Directorate and the ‘Dirty Campaign’to Criminalize Migration,” The Intercept, 30 april 2021; The Board of MEDITERRANEA, Saving Humans, APS, 15 maart 2021 (grijze literatuur); Lorenzo Tondo, “Italian prosecutors secretly recorded human rights lawyers,” The Guardian, 15 mei 2021,; International Solidarity Call for Mediterranea Saving Humans, 17 maart 2021.
  • 7. Over het dossier van de Spaanse politie en Frontex tegen de activiste Helena Maleno die door Marokko werd uitgewezen, vgl: “La activista Helena Maleno denuncia su “violenta deportación” desde Marruecos a España” en “Helena Maleno: “En Europa se persiguen a defensoras de derechos humanos”“.
  • 8. Hier werd in de massamedia mee geleurd. Het oorspronkelijke citaat luidde als volgt: “de door criminele bendes georganiseerde illegale immigratie van Iraakse staatsburgers” (Manfred Kanther, Toestroom van immigranten uit Irak. Ontwerp voor een actieprogramma, Europese Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken 4/5 december 1997 in Brussel, TOP, p. 1).
  • 9. “He Saved 31 People at Sea” (vgl. noot 2).
  • 10. Vgl. Forschungsstelle Flucht und Migration e.V., “From the ‘Australian Solution’ to the ‘European Solution’. Das neue Dispositiv der afrikaphobe Flüchtlingsabwehr im Mittelmeer“, FFM-Online, 11. Januar 2019; “De sequentie van deze paar dagen tussen vrijdag de 4e en dinsdag de 8e januari 2019, toen de geredde boatpeople aan land werden gebracht, kan ons op kleine schaal duidelijk maken welke dimensie het door de Europese staten georganiseerde laten verdrinken heeft aangenomen en hoe dit functioneert, naast het directe nalaten van het hulp bieden op zee. We moeten leren begrijpen hoe het twee weken lange weigeren van toestemming om aan te meren tot een georkestreerde hoop op onderhandelingen heeft geleid wat de Europese Commissie pas na dreiging van escalatie op straat, op theatrale wijze in achterkamertjes, met inclusieve deelname van vertegenwoordigers van Europese staten, tot een slotakte heeft gebracht: het afleiden van de aandacht van de duizendvoudige moord in de Middellandse Zee, ook het afgelopen jaar, en het ensceneren van in eerste instantie moord en brand, tenslotte echter dan toch de waarden van de EU ten aanzien van een zeer klein aantal geselecteerde boatpeople. Dat noemt men Regulative Policy… Het zich door de EU terugtrekken van het bieden van hulp op zee uit de doodszone voor West-Libië en de Libische wateren vormt het startpunt van de Europese oplossing, dus het door de Europese staten op grote schaal laten sterven in de Middellandse Zee als een afschrikkingsstrategie. Het door de staat afgekondigde terugtrekken uit de reddingsoperatie Mare Nostrum kan worden teruggeleid tot besluiten van de Europese Commissie die verantwoordelijke vertegenwoordigers van de staat en managers zich hebben voorgenomen. (…) De ‘Europese Oplossing’ kan nu op de Middellandse Zee worden gevonden. Moorddadig, maar ogenschijnlijk redelijk en goed, met door de staat uitgesproken absolutie voor ngo’s die mensen redden en enkele boatpeople. Seehofer, die vanwege het massagraf op de Middellandse Zee voor het gerecht van de geschiedenis verantwoording af moet leggen, glimlacht dankzij de ‘Europese Oplossing’ voor de televisiecamera’s. Wij worden met ons selectieve, gecriminaliseerde en uitgehongerde redden op zee een speelbal van deze policy. Voor pampus liggend zijn we enorm opgetogen dat enkelen door het oog van de naald zijn gekropen en dreigen ongewild aan geloofwaardigheid en verzet in te boeten.”
  • 11. Zie Alarmphone.
  • 12. Lorenzo Tondo, “Libyan coastguards “fired on and tried to ram migrant boat’ – NGO. German rescue group issues video of Libyans ‘brutal attack’ on boat of migrant families in Mediterrean, “The Guardian, 2 juli 2021.