Bewoners Haagse Schilderswijk moeten politie nog steeds niet

Zina droomde altijd van een carrière bij de politie, maar toen ze vorig jaar voor de keuze stond dacht ze: “Daar wil ik niet bij horen. No way.” Ze zocht en vond een andere baan, bij een theater. Haar reactie is exemplarisch voor het tiental mensen dat op het Hobbemaplein loopt. Ze klagen over controles, boetes voor futiliteiten, over “haantjesgedrag” van agenten. “Sta ik op de hoek van de straat te wachten, komt er een agent op mij af en vraagt: wat doe je hier? Ik zeg: ik wacht op mijn vriendin. Kreeg ik te horen dat ik door moest lopen anders zou ik een bon krijgen.” Of het nu waar is wat deze Schilderswijkers zeggen of overdreven: duidelijk is dat ze de politie niet moeten. “Er zijn minder controles, dat is positief, maar de cultuur is niet veranderd”, zegt ondernemer Mourad Ouari. Hij was betrokken bij stichting Vertrouwensherstel Burger en Overheid. “Het vervelende is dat het verhaal van een agent altijd voor twee lijkt te tellen. Een klacht indienen is nutteloos.” Ook advocaten klagen. “De situatie is eerder verhard”, zegt Irma Groenendijk. “Misschien is het over en weer.” Een statement dat zo’n vijf advocaten zonder enige aarzeling meteen bevestigen. “Het broeit”, zegt strafpleiter Ferry van Dijk die, zo zegt hij, onlangs in één week vijf zaken met klachten over de politie erbij kreeg.

Jorina Haspels in Politie staat er nog altijd slecht op (AD)