Afro-Turken delen de wereldwijde verontwaardiging over de moord op George Floyd

De weinig bekende Afro-Turkse gemeenschap die haar wortels grotendeels in de Ottomaanse slavenhandel heeft, spreekt zich uit over politiegeweld in Amerika en zegt dat hun eigen voorbeeld van co-existentie een voorbeeld is voor het Westen.

Istanboel – De zwarte minderheid in Turkije heeft zich aangesloten bij het wereldwijde protest tegen de moord op de Afro-Amerikaan George Floyd. Dat hangt samen met de groeiende uitingen van de identiteit van die gemeenschap, in een land dat vaak afkerig is van het omarmen van zijn diversiteit.

Turken van Afrikaanse afkomst verzamelden zich eerder deze maand in de westelijke havenstad İzmir om het politiegeweld in de VS te veroordelen. De protesten verspreidden zich vanuit Minneapolis, waar de moord op Floyd op 25 mei op video werd vastgelegd, over de Verenigde Staten naar Europa en het Midden-Oosten. Zo werd de Black Lives Matter-beweging getransformeerd tot een wereldwijde roep om sociale rechtvaardigheid.

De tienduizenden zwarte burgers van Turkije, vaak Afro-Turken genoemd, wonen voornamelijk in İzmir en steden aan de Egeïsche kust. Velen zijn afstammelingen van tot slaaf gemaakten die naar het Ottomaanse Rijk werden gebracht. In de afgelopen jaren hebben ze verenigingen opgericht, culturele evenementen georganiseerd, stellen ze zich verkiesbaar en werken ze samen met onderzoekers om hun nog slecht gedocumenteerde geschiedenis vast te leggen.

Een jaarlijks hoogtepunt is het Kalfsfeest, dat ooit door de tot slaaf gemaakten werd gevierd en in 2007 nieuw leven werd ingeblazen. Elk voorjaar trekken honderden bewoners, zowel zwart als wit, maskers en jurken in Afrikaanse stijl aan om in een optocht door het stadscentrum van İzmir te dansen. De uitbraak van het coronavirus dwong de organisatoren dit jaar om het af te zeggen.

“We lopen met trots terwijl we vroeger timide waren, bezorgd dat mensen commentaar zouden geven. Ik besefte dat dat een vergissing was. Naarmate de mensen meer over ons te weten komen, krijgen we meer begrip”, zei Şakir Doğuluer, hoofd van de African Culture, Solidarity and Assistance Association, ook wel bekend als de Afro-Turkse Vereniging.

Het aantal Afro-Turken is moeilijk te achterhalen, omdat bij de Turkse volkstelling niet naar de etnische afkomst wordt gevraagd en generaties van huwelijken de etnische lijnen hebben vervaagd. Doguluer schat dat er tussen de 25.000 en 100.000 zijn, onder andere in Konya, Adana, Istanboel en langs de Zwarte Zee.

Toch lijken slechts weinigen in Turkije zich ervan bewust dat een miljoen Afrikanen alleen al in de negentiende eeuw met geweld naar het rijk zijn gebracht, van de Balkan tot Noord-Afrika en de Perzische Golf, volgens een schatting van Hakan Erdem, hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Sabanci en een van de weinige Turkse geleerden die zich met slavernij bezighouden.

“Slavernij wordt gezien als een buitenlands fenomeen, wat het niet is (…) Vanaf het begin was de Ottomaanse samenleving er een van slavenhouders”, zegt hij. “Het wordt niet onderwezen op scholen en het maakt geen deel uit van het sociale en wetenschappelijke geheugen van Turkse burgers.”

Historici hebben bewijs gevonden van tot slaaf gemaakte zwarte mensen in het huidige Turkije, terug tot in de veertiende eeuw. Ottomanen handelden in Afrikaanse eunuchen vanaf het einde van de jaren 1500, van wie sommigen opklommen naar machtige posten in het keizerlijke regime. De meeste Afro-Turken hebben hun wortels in Oost-Afrika, waaronder Soedan en Ethiopië, en in voorouders die in de jaren 1800 in de Egeïsche katoen- en tabaksvelden werkten. Anderen werden gedwongen om te werken in huishoudens als koks en kinderverzorgers, of ze werden soldaten en ambtenaren.

Deze praktijk heeft de transatlantische slavenhandel nooit geëvenaard in omvang of gewelddadigheid. Het omvatte ook contractarbeid en witte mensen uit veroverde gebieden werden ook tot slaaf gemaakt. Nadat de sultan aan internationale druk toegaf en slavenhandel in 1857 verbood, bevrijdden de autoriteiten in de havens van İzmir gevangen Afrikanen en die werden als immigranten gevestigd in dorpen in de omgeving, waarvan er nog steeds een handvol in meerderheid zwart zijn, aldus Erdem. Toch schaften de Ottomanen de slavernij niet helemaal af en bleef de clandestiene slavernij voortduren tot in het begin van de twintigste eeuw.

De onwetendheid over de afkomst van Afro-Turken loopt parallel met de vaak ongemakkelijke relatie van Turkije met andere minderheden. De meeste christenen zijn in de afgelopen eeuw verdreven, terwijl andere etnische groepen grotendeels zijn geassimileerd. De culturele en politieke expressie van de Koerden, de grootste minderheidsgroep in Turkije, wordt ingeperkt. De Europese Unie heeft er lang op gewezen dat de behandeling van etnische, religieuze en nationale groepen door Turkije “een zaak van ernstige zorg” is, hoewel zij Afro-Turken niet noemt.

Toch zien Turken racisme als het probleem van iemand anders. Bijna tweederde is van mening dat er in Turkije geen racisme bestaat, volgens een onderzoek dat deze maand is gepubliceerd door Istanbul Economy Research. Meer dan de helft zei dat politiemoorden zoals in de Verenigde Staten niet zouden voorkomen in Turkije, ondanks een aantal van dergelijke incidenten, waaronder de moord op een Syrische tiener in april.

President Recep Tayyip Erdoğan vertelde zijn Amerikaanse tegenhanger Donald Trump dat de moord op Floyd “onmenselijk” was en zei dat de islam hem dwingt de mishandeling van zwarte mensen en vluchtelingen te bestrijden, zonder de kritiek op het eigen mensenrechtengedrag van Turkije te erkennen.

De Afro-Turkse Mesut Mercan, die vorig jaar tevergeefs probeerde om burgemeester van de westelijke stad Selçuk te worden en die zichzelf omschrijft als een “goede Turkse nationalist”, zei dat de islam lelijker vormen van racisme, zoals die in de Verenigde Staten bestaan, voorkomen heeft. Hij organiseerde een protest tegen de moord op Floyd, waarbij hij beloofde om duizend Korans naar Amerikaanse activisten te sturen. De meeste Afro-Turken zijn praktiserend moslims en zijn er erg trots op zichzelf Turken te noemen.

“Het Ottomaanse begrip van slavernij was niet gebaseerd op ras. Er is een wereld van verschil met de Amerikanen van wie de voorouders werden ontvoerd uit hun land met kettingen om hun nek en enkels”, zei Mercan. Zijn familie kwam vierhonderd jaar geleden voor het eerst in Turkije aan als vrije mensen, zei hij.

De Afro-Turkse Vereniging nam deel aan een andere anti-racisme bijeenkomst “om tegen de wereld te zeggen dat degenen met Afrikaanse wortels die in Turkije wonen niet het racisme hoeven te ondergaan dat in Amerika of Europa voorkomt”, zei vice-voorzitter Beyhan Türkkollu.

Wel worden ze soms geconfronteerd met subtielere vormen van discriminatie, zoals het worden verward met buitenlandse toeristen, zei ze. De verkeerde benaming “Arabieren” wordt gebruikt voor zwarte mensen, net als het neerbuigende “zenci”, een leenwoord uit het Arabisch dat “donkerhuidig” betekent. Recente Afrikaanse migranten in Turkije zeggen dat ze niet gerespecteerd worden, en dat ze op straat worden aangeraakt of uitgelachen door vreemden.

Het relatief open karakter van het Ottomaanse systeem van slavernij maakte het mogelijk dat mensen van Afrikaanse afkomst de bredere samenleving binnendrongen, ook door middel van het huwelijk, wat vandaag de dag nog steeds het geval is, aldus Erdem.

“De grootste factor die het voortbestaan van onze cultuur beïnvloedt, zijn gemengde huwelijken. We hebben lang geleden onze talen en alle kruimels van de Afrikaanse cultuur verloren. Zelfs als het in de genen blijft, verliezen nieuwe generaties hun kleur en daarmee een deel van hun identiteit”, zei Türkkollu vorig jaar in een interview.

De overleden activist Mustafa Olpak, die de Afro-Turkse Vereniging heeft opgericht, wordt alom geprezen omdat hij de sluier rond zijn gemeenschap verwijderd heeft door het schrijven van memoires in 2005 die de passage van zijn familie van Kenia naar Griekenland en verder naar Turkije onder de loep legde. Nikki Brown, geschiedenisprofessor aan de Universiteit van Kentucky, voltooide onlangs een Amerikaanse editie van het verhaal van Olpak, die volgend jaar door Stanford University Press zal worden gepubliceerd.

“Mustafa nam de enorme kans om te praten over de rol die etniciteit en ras spelen in de Turkse identiteit”, zegt Brown. Bij haar eigen onderzoek wordt ze in Turkije vaak geconfronteerd met beweringen dat “slavernij lang geleden was en dat de Afro-Turken slechte herinneringen opgraven door erover te praten”, zegt ze. “Dat excuus heeft mij als Afro-Amerikaan erg aangegrepen.”

Het verstrijken van de tijd heeft het opnemen van de geschiedenis van Afro-Turken urgenter gemaakt. Brown werkt aan een oral history-project in het westen van Turkije. Ze is van plan om een boek te publiceren met foto’s en verhalen van Afro-Turken en een digitaal archief aan te leggen voor de gemeenschap.

“Veel van deze mensen zijn bejaard, en hun verhalen gaan samen met hen dood. Er is zo weinig literatuur over hun geschiedenis dat deze mensen de levende, wandelende verhalen worden van de hele geschiedenis van de Afro-Turken”, zegt ze.

Ayla Jean Yackley

(Dit is een vertaling van het artikel “Afro-Turks join global outcry over George Floyd killing”, dat verscheen op de website Al-Monitor.)