“Incidenten”? Het Leidse dwangarbeidcentrum is één grote bewust gecreëerde misstand

Logo.
Logo.

Wat krijg je als een gemeente bijstandsgerechtigden weken- of zelfs maandenlang wil dwingen tot gratis arbeid in een “sociale werkvoorziening” om hen te disciplineren? En wat krijg je als die gemeente de gehandicapte medewerkers die daar betaalde banen hebben, weg wil pesten omdat die dwangarbeiders goedkoper zijn? En wat krijg je als die gemeente daartoe onder andere voormalige gevangenisbewakers inzet? Structureel verbaal en seksueel geweld, zo bleek de afgelopen twee weken in de berichtgeving over “incidenten” bij het Leidse dwangarbeidcentrum DZB. “Een voorbeeldbedrijf voor heel de rest van het land”, aldus D66-raadslid Lodi van Brussel.

Op 3 maart publiceerde het Leidsch Dagblad een vernietigend artikel over DZB met de onnodig kwetsende titel “Debielen Zonder Begeleiding”. Nadat twee medewerkers van het centrum brieven aan de gemeente schreven over de misstanden op hun werk, spraken enkele anderen met de krant over hun ervaringen. Het uitgebreide stuk staat vol voorbeelden van scheldpartijen en intimidatie. Medewerkers worden door hun bewakers op de werkvloer uitgemaakt voor “eikel” en bedreigd met overplaatsing naar “de chocolaatjes”, “bij de andere gekken”. De chocolade-afdeling is aan de andere kant van het plein voor het centrum waar wij in de middagpauze onze gesprekken voeren met dwangarbeiders.

Een toevallige ontmoeting

We stonden vandaag op het plein voor DZB met een collega-bijstandsgerechtigde over dwangarbeid te praten toen Van Drooge langs kwam fietsen. Tien meter verderop keerde de dwangarbeiddirecteur plots, om vervolgens bij ons tot stilstand te komen. Hij besloot kennelijk spontaan om ons te vergasten op enkele van zijn eeuwige propagandapraatjes (en hij wilde een folder van ons, vermoedelijk om te zien of we het recente schandaal er al in verwerkt hadden – niet dus). We toonden nadrukkelijk geen interesse, maar desondanks stak hij van wal. Hij en wij zouden het best met elkaar eens zijn, alleen zouden onze methoden niet constructief zijn. Dat we zijn personeelsleden beschimpten deugde niet, want die voeren alleen maar netjes het beleid uit. Door ons hadden ze het zwaar, aldus de o zo betrokken, humane directeur. Maar dat met name de dwangarbeiders het zwaar hebben, juist door zijn personeel, dat zijn beleid uitvoert, daarover heeft hij nog nooit publiekelijk iets gezegd. Kennelijk strekt zijn passie en mededogen zich niet uit tot dwangarbeiders en andere baanlozen als ons. Nooit zal hij bijvoorbeeld toegeven dat zijn personeelslid Angelique van Delft dwangarbeider Achmed compleet vernederde en hem zijn inkomen probeerde te ontnemen, en dat de gemeentelijke bezwaarschriftencommissie Ahmed later volledig in het gelijk stelde. In zijn terugkerende klaagzangen speelt de zielige Van Delft altijd een centrale rol en is Achmed, haar slachtoffer, in geen velden of wegen te bekennen.

Waar Van Drooge wijselijk niet over begon, waren alle misstanden die de afgelopen twee weken boven water zijn gekomen. Het soort misstanden waar wij ook al jaren over publiceren. Toen hij van ons nauwelijks respons kreeg, besloot hij het over een andere boeg te gooien. Hij kwam met een nieuwtje. Het was nog niet openbaar gemaakt, maar werken in het centrum zou binnenkort helemaal “vrijwillig” worden. Het moest alleen nog door het college van B&W en de gemeenteraad goedgekeurd worden. We konden binnenkort dus beter bij andere gemeenten gaan protesteren, want daar was het “veel erger”, zei hij met het bekende maar onbegrijpelijke stadschauvisme dat ook veel Leidse politici kenmerkt. Hij vertelde erbij dat het werk nu sowieso al voor heel veel mensen “vrijwillig” was. In de dagelijkse werkelijkheid van veel dwangarbeiders bestaat die “vrijwilligheid” echter helemaal niet. Ze zijn te bang om nee te zeggen, worden bewust verkeerd voorgelicht of er wordt gedreigd dat ze geen hulp krijgen bij het vinden van een baan als ze niet “vrijwillig” gratis komen werken.

Toen er van onze kant nauwelijks reactie los kwam, werd Van Drooge wat ongemakkelijk. Maar ja, we hebben gewoon geen boodschap aan bestuurders. Daarop besloot hij verder te fietsen, maar niet voordat hij ons succes had gewenst bij andere gemeenten.

Wegwerken

De medewerkers spreken over “keiharde militaire discipline, werkkampen, en leidinggevenden die zich gedragen als kleine Hitlertjes”. Met Hitlers regime zijn de toestanden in DZB vanzelfsprekend totaal niet te vergelijken, maar de boosheid om de vernederingen is volkomen begrijpelijk. En er is zeker wel degelijk sprake van keiharde disciplinering en dwangarbeid. Er heerst een angstcultuur, zo blijkt ook uit de verhalen die wij de afgelopen jaren hoorden.

Meedogenloos blijkt het dwangarbeidcentrum als het gaat om lichamelijk gehandicapte medewerkers die richting reguliere banen gedwongen worden. “Die zitten soms al járen bij DZB omdat ze nu eenmaal niet zoveel kunnen, maar dan krijgen ze ineens toch een baantje. Maar als na een of twee weken blijkt dat het toch niet gaat, mogen ze niet meer terug. Dan moeten ze naar het ’participatiecentrum’ en krijgen ze hele andere trajecten voor de kiezen”, aldus een van de medewerkers over hoe hun collega’s in de dwangarbeid belanden. Ze moeten dan soms zelfs hun vroegere werk weer doen, maar dan dus gratis. “Dat gaat dan niet en zo verdwijnen er steeds meer naar ergens een dagopvang. Dat is een groot probleem. Ik ken ook zo iemand. Ze was zó blij met haar baantje, blij dat ze nog iets kon. Ze zag het echt als háár werk. En toen moest ze weg. Haar hart brak.”

Zelfdoding

De bewakers op de werkvloer worden vanzelfsprekend speciaal geselecteerd op hun vermogen om andere mensen continu te disciplineren en te kleineren. Dat is immers hun kerntaak, maar daarbij moeten ze wel voortdurend alert blijven dat ze niet bepaalde grenzen over gaan. Niet omdat dat onrechtvaardig zou zijn, maar omdat bij een te grote opbouw van frustratie onder de dwangarbeiders en de andere medewerkers de beheersbaarheid van het centrum in gevaar kan komen. De bewakers moeten opereren op het randje van die beheersbaarheid, en dat kan best ingewikkeld zijn. Ze krijgen immers door de directie heel bewust een enorme hoeveelheid persoonlijke macht toegeschoven. Dat gaat goed, totdat een of meer van hun slachtoffers het niet meer pikken. En dat is precies wat er nu gebeurd is. Helaas leidt al die opgebouwde frustratie niet altijd tot protest bij de medewerkers en dwangarbeiders maar bijvoorbeeld tot zelfdoding, wat naar verluidt al twee keer is voorgekomen bij DZB. Medewerkers de dood injagen is zeer zeker niet de bedoeling van het hele DZB-systeem – nogmaals, het zijn geen nazi’s -, maar wel een bewust genomen risico dat verbonden is aan het opereren op het randje, aan het structureel intimideren en treiteren van dwangarbeiders en medewerkers.

Vertrouwenspersonen

Vanzelfsprekend anticipeert een bedrijf als DZB op “incidenten” waarbij de bewakers te ver over de grenzen van individuele medewerkers of dwangarbeiders gaan. Als ventiel, om hun overlopende woede dan af te voeren en beheersbaar te houden, zijn er vertrouwenspersonen aangesteld. De laatste nieuwe, speciaal voor de dwangarbeiders, was een initiatief uit 2012 van onder meer de SP en de PvdA. Die partijen hadden na een reeks van kritische artikelen van Doorbraak over de Leidse dwangarbeid zelf ook maar eens een onderzoek ingesteld en daarop hadden ze een raadsdebat aangevraagd. Zoals het sociaal-democratische partijen betaamt, kwamen ze daar niet aan met voorstellen om de dwangarbeid af te schaffen, maar om die ietsje dragelijker en daarmee effectiever te maken. Vertrouwenspersonen zijn het ultieme middel om belangrijke informatie van onderop af te tappen en om woede, protest en verzet individueel en daarmee ongevaarlijk te maken.

Dwangarbeiddirecteur Bas van Drooge riep naar aanleiding van het stuk in het Leidsch Dagblad zijn personeel op om klachten voortaan weer te melden via de vertrouwenspersonen of de klachtenprocedure. Dat de directie iemand de titel “vertrouwenspersoon” verleent, zorgt er niet voor dat diegene automatisch ook daadwerkelijk vertrouwd wordt door de medewerkers en dwangarbeiders, integendeel. In het artikel geven de medewerkers aan dat ze er geen enkel vertrouwen in hebben. “Van Drooge zit nog net niet persoonlijk in de kamer”, vertelden ze, maar “alles wordt meteen doorgeseind”. Bovendien doen de bewakers op de werkvloer er alles aan om een gang naar de klachtencommissie te ontmoedigen. “Mensen durven niets te zeggen. Er wordt gescholden en geïntimideerd om te voorkomen dat je er iets van zegt. Of ze dreigen met kortingen op de uitkering of een tijdje bij de kippenwielen of de sponsjes (beschutte werkplekken met zeer simpel werk voor verstandelijke beperkte mensen, red.)”, aldus medewerkers in het Leidsch Dagblad. Veel dwangarbeiders moeten sowieso wekenlang bij de kippenwielen en de sponsjes werken, en worden zo kennelijk ingezet als schrikbeeld om de betaalde medewerkers in het gelid te houden.

Arbeidsethos

Een van de belangrijke taken van de dwangarbeiddirecteur is om zijn bedrijf te verkopen met mooie praat. Daar is hij goed in, en daarom doet hij vandaag bij de verkiezingen opnieuw een hoogstwaarschijnlijk vergeefse poging (hij staat vijfendertigste op de lijst) om het tot PvdA-volksvertegenwoordiger te schoppen. De keiharde dagelijkse repressie in zijn centrum probeert hij voor zijn middenklassepubliek af te dekken met fraaie humanistische woorden als: “Mensen zijn er niet op uit om je te kwetsen, dat geloof ik gewoon niet. Als je de ander als mens kunt zien, kun je de behoefte van de ander begrijpen.” Maar Van Drooge’s hele centrum is er juist op gericht om dwangarbeiders te kwetsen, kapot te maken en te zorgen dat ze aan zichzelf gaan twijfelen, in plaats van aan het economische systeem waarin we leven. Ze moeten gaan geloven dat het hun eigen schuld is dat ze in een penibele situatie zijn beland met een lage uitkering, een repressief regime en zelfs dwangarbeid. En dat ze moeten vechten voor elk baantje, hoe rot ook, en dat dat de enige manier is om eruit te komen. DZB dringt bijstandsgerechtigden met alle macht de ideologie van het arbeidsethos op. Het dwangarbeidcentrum is allereerst een uiterst rechts politiek project om baanlozen te individualiseren en te voorkomen dat we net als in de jaren dertig of de jaren tachtig ons collectief zouden verzetten tegen onze uitsluiting van de welvaart.

Vrijwel meteen na de publicatie van het artikel stelden zeven raadsleden van drie collegepartijen en twee oppositiepartijen vragen aan het college. Ze wilden er kennelijk snel bij zijn om te voorkomen dat andere krachten, zoals de medewerkers en dwangarbeiders zelf, of Doorbraak, het initiatief zouden nemen tot verder protest. Die zeven politici stemmen in principe allemaal in met het bestaan en het doel van het dwangarbeidcentrum, en dus met de daar heersende structurele repressie. Dat soort types komen pas in het geweer wanneer het er uit de klauwen loopt, wanneer er zich enkele “incidenten” tegelijk voordoen die uitgaan boven de dagelijkse onderdrukking. Hun kritiek richtte zich daarom vooral op hoe het noodventiel, de vertrouwenspersoon, niet goed functioneerde of zelfs onvindbaar was.

Van Drooge beloofde meteen een onafhankelijk onderzoek, uitgevoerd door een door hemzelf uitgezochte en goedgekeurde instelling. Maar die gaat natuurlijk slechts de “incidenten” onderzoeken en niet de repressieve essentie van het opleggen van dwangarbeid aan bijstandsgerechtigden en ook aan steeds meer voormalige reguliere DZB-medewerkers. De conclusies zijn daarmee al voorspelbaar: betere ventielen en hooguit een enkel ontslag van een net iets te fanatieke bewaker of twee. Daarna zullen de rangen van de klasse van politici, beleidsmakers en uitvoerders zich weer sluiten tot aan de volgende reeks “incidenten”. Althans, dat is natuurlijk de bedoeling. Maar interne bronnen hebben laten weten dat er inmiddels nog minstens zes andere fikse klachten ingediend zijn.

Vaste patronen

In de tussentijd proberen de politici, beleidsmakers en uitvoerders de plooien alvast zoveel mogelijk glad te strijken. In hun reacties op de berichtgeving van het Leidsch Dagblad zien we veel van de patronen terugkomen die wij goed kennen van hun bejegening van Doorbraak wanneer wij met vergelijkbare kritieken kwamen. Zo riep Van Drooge dat hij het artikel “zeer eenzijdig en suggestief” vond en dat de tekst “absoluut geen recht doet aan de mensen die bij ons werken”. De boodschapper aanvallen, zeuren over de toon in plaats van op de inhoud in te gaan, en altijd weer suggereren dat critici ook de ‘positieve’ dingen zouden moeten benoemen (die er simpelweg niet zijn als het gaat om disciplinering en ontduiking van het minimumloon): het zijn de bekende aanvalspatronen van Van Drooge.

Ook deed hij weer een poging om van zijn daders slachtoffers te maken: “De mensen van DZB Leiden steken dagelijks veel energie in hun kerntaak, het begeleiden van mensen in hun werk bij DZB of naar werk buiten DZB. Bovendien zijn de mensen die bij ons werken trots op de diensten zij leveren. Omgang binnen het bedrijf vraagt continu aandacht, weten wij, en daar handelen we ook naar. Deze berichtgeving raakt iedereen in ons bedrijf dan ook diep.” Dat die “trotse” bewakers op de werkvloer dagelijks de medewerkers en dwangarbeiders terroriseren en zo “diep” raken, zegt hij er natuurlijk niet bij.

Stigmatiserende werking

Ook het college zat op die lijn. Het artikel zou een “stigmatiserende werking” hebben. Het probleem is kennelijk niet dat bewakers de medewerkers en dwangarbeiders voor van alles en nog wat uitmaken. Nee, het probleem is dat de krant daar melding van maakt. Het toppunt van deze hypocrisie zagen we bij PvdA-wethouder Marleen Damen, die de medewerkers die ze zelf dagelijks keihard laat aanpakken, probeert in te zetten tegen de krant die hun klachten verwoordt. “In het artikel wordt over de medewerkers die werkzaam zijn bij DZB gesproken op een wijze die velen van hen bijzonder heeft gekwetst. De gebruikte typeringen zijn door de woordkeuze respectloos en onjuist. Het woordgebruik in het artikel is bij veel medewerkers hard aangekomen en doet een aantal van hen ook veel verdriet.” Maar het is juist haar eigen beleid dat “veel verdriet” veroorzaakt, niet de krant.

Met opzet maakt ze in haar commentaren geen enkel onderscheid tussen de bewakers op de werkvloer (op wie de kritiek in het stuk zich richt) en de medewerkers en de dwangarbeiders (die het slachtoffer zijn van die bewakers). Medewerkers die mogelijk gekwetst zijn doordat ze “debiel” genoemd worden, misbruikt ze zo geniepig om ook van de gehate bewakers slachtoffers te maken. En om iedereen bij de DZB in één kamp te krijgen, tegen de krant. Het zou niets verbazen als het initiatief tot de petitie van 130 DZB-personeelsleden tegen de krant via-via komt uit de koker van Damen of Van Drooge. Er heerst een opgelegde en benauwende sfeer van ‘one big happy family’, die bewust ingezet wordt om afvalligen en critici buiten te sluiten en monddood te maken.

Echt creepy werd het toen Damen in een radio-interview in antwoord op een vraag over het seksuele geweld doodleuk begon over “relaties op de werkvloer”, waarbij kennelijk “leidinggevenden” en “de doelgroep zelf” betrokken zijn. Ze keurde die “relaties” ondanks de met opzet volkomen scheve machtsverhoudingen niet af, maar zei slechts dat “zo’n leidinggevende zich goed bewust moet zijn van de positie die die heeft”.

Voorbeeldbedrijf

“Ik vind wat DZB doet, ze doen daar prachtig werk, en financieel gaat het eindelijk goed, hè. Het is eigenlijk een voorbeeldbedrijf voor heel de rest van het land, en het is heel vervelend dat ze zo naar overschadigd (sec) worden door dit vervelende nieuws”, zei Lodi van Brussel, raadslid van de grootste collegepartij D66, in een ander radio-interview. Maar in zijn propagandaverhaal raken de slachtoffers “overschadigd” door zijn zorgen om het imago van DZB. En dat het kennelijk financieel zo “goed” gaat met dat bedrijf, heeft natuurlijk alles te maken met het gedwongen vervangen van de oorspronkelijke betaalde medewerkers door gratis dwangarbeiders, en door het repressieve arbeidsregime waaraan die dwangarbeiders blootgesteld worden.

Het is overduidelijk dat de ellende van de medewerkers en de dwangarbeiders alle hoogwaardigheidsbekleders geen zier kan schelen. Wat Damen en Van Brussel voor alles willen voorkomen, is dat bedrijven waar DZB-medewerkers en -dwangarbeiders gedetacheerd zijn, of die werk binnenbrengen bij de DZB, “zich afvragen wat daar aan de hand is”, zo bleek uit de woorden van de wethouder. Want dat kan geld gaan kosten.

Eric Krebbers