Toch nog een klein lichtpuntje in Oranje

De radio vanochtend: opstootjes in het Drentse dorp Oranje (140 inwoners), waar met onmiddellijke ingang 1400 vluchtelingen zullen worden gehuisvest – er staat immers het nodige leeg. De ene na de andere inwoner legt op de radio uit waarom dit toch écht niet kan – en inderdaad: 1400 nieuwkomers op 140 bewoners is wel erg veel, ongeacht om wie het gaat. Maar in plaats van daar als volwassen mensen over te praten, neemt men en plein public de toevlucht tot de meest racistische stereotypen, schopt men een relletje in het lokale dorpscentrum, en blokkeert men de straat, om de komst van die vluchtelingen daadwerkelijk te verhinderen… en dan komt er op de radio een toevallige passant die óók even wat wil zeggen. Dat het allemaal reuze meevalt, en dat de honderden vluchtelingen die al lang in het dorp woonden, het er alleen maar levendiger op hebben gemaakt. Dat het nu eenmaal je plicht is om elkaar in crisissituaties te helpen, ook al zit niemand er écht op te wachten. En dat men allemaal de mond vol heeft van Anne Frank, maar die kinderen uit Syrië niet wil helpen. Met de PVV als virtueel grootste ‘partij’ in Nederland (gevolgd door de niet veel minder racistische VVD); de toenemende schaamteloosheid van veel Nederlanders om de meest vreselijke, discriminatoire dingen te zeggen over vluchtelingen en andere minderheden; en het welig, openlijk tierende fascisme dat overal in Europa de kop opsteekt, is mijn hoop voorlopig gevestigd op mensen zoals die ene mijnheer op de radio vanochtend. In Hannah Arendt’s woorden: “Even in the darkest of times we have the right to expect some illumination, and […] such illumination may well come less from theories and concepts than from the uncertain, flickering, and often weak light that some men and women, in their lives and their works, will kindle under almost all circumstances and shed over the time span that was given them on earth.”

Mathijs van de Sande over berichten als Bewoners Oranje houden bussen met extra asielzoekers tegen (NOS)