Zwart Manifest

Het (anti-zwart) racisme in de samenleving is een gevolg van het koloniale rijk dat Nederland al 400 jaar is, met fundamenteel ongelijke verhoudingen op basis van ‘ras’ en afkomst als leidend principe. Deze fundamentele ongelijkheid ontstond in de zestiende eeuw en werkt nog altijd door. ‘Ras’ is een sociaal construct, eeuwen geleden bedacht door Europeanen als basis voor de overtuiging dat de ene etnische groep superieur is aan de andere. Biologisch gezien bestaan er geen rassen binnen de soort Homo Sapiens. Institutioneel racisme in Nederland vindt plaats in alle segmenten van onze samenleving, o.a. in het onderwijs, op de woningmarkt, in de zorg, in de media en in de opvoeding. Zwarte kinderen en jongeren kampen met trauma’s die ze al op jonge leeftijd opdoen. Zwarte LHBTQIA+ personen hebben zowel met anti-zwart racisme als met queer-haat te maken. Zwarte moslims, met name Zwarte moslimvrouwen, hebben dagelijks te maken met de beschadigende opeenstapeling van moslimhaat, anti-zwart racisme en seksisme. Overheidsinstanties, bedrijven en burgers reageren vaak onverschillig op dit onderwerp, of ze ervaren het broodnodige oprechte en open gesprek hierover als problematisch. In 2013 stelde de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer dat het politieke klimaat in Den Haag racistisch van aard is. De Verenigde Naties stellen in het rapport Speciaal Rapporteur Racisme bij herhaling vast dat de Nederlandse overheid het voortouw moet nemen in het bestrijden van discriminatie op grond van afkomst of etniciteit. Ook dient de overheid te zorgen voor beter onderwijs over het slavernijverleden en racisme en voor effectieve bescherming van demonstranten in anti-racisme protesten. De tweede anti-racisme-golf, die in 2011 in gang werd gezet met de Zwarte Piet is Racisme-campagne, beleefde z’n onbetwiste hoogtepunt in 2020 met de grootste demonstratie tegen anti-zwart racisme in de geschiedenis van Nederland. Op 1 juni verhieven ruim 15.000 mensen in Amsterdam hun stem tegen anti-zwart racisme. In de weken daarna demonstreerden meer dan 50.000 mensen in onder andere Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Middelburg, Almere, Heerlen, Eindhoven en Amsterdam Zuidoost. Tienduizenden demonstranten, die na jaren van protesteren tegen Zwarte Piet en institutioneel racisme, in solidariteit optrokken met de Black Lives Matter-beweging. Zelfs het kabinet en premier Mark Rutte moesten in de historische zomer van 2020 erkennen dat racisme ook in Nederland een “systemisch probleem” is.

In Manifest ter bestrijding van institutioneel anti-zwart racisme en ter bevordering van Zwarte emancipatie in Nederland (Zwartmanifest.nl)