“You can’t have capitalism without racism”

Via privilegetheorie kunnen de complexe werking van de verschillende vormen van racisme en de rampzalige gevolgen ervan worden gereduceerd tot individuele verschillen en verantwoordelijkheden. Sharon Smith schreef dat hier een verschil in interpretatie van het begrip intersectionaliteit achter schuilt. In de ‘nieuwe’ post-moderne interpretatie van het begrip is er een centrale rol voor de individuele ervaring binnen de kaders van een neo-liberale samenleving. Zwarte feministen die het fenomeen al decennia geleden beschreven legden daarentegen de nadruk op het belang van positionaliteit en solidariteit tussen verschillende bewegingen binnen de kaders van een collectieve internationale anti-kapitalistische strijd. Het is dan ook nodig om te erkennen dat de ‘nieuwe’ interpretatie van intersectionaliteit conflicteert met de “coalition politics” en het anti-kapitalisme van groepen zoals de Combahee River Collective, een groep zwarte queer vrouwen die voor het eerst over de term identiteitspolitiek spraken. In hun statement schreven zij in 1977 al over intersectionaliteit, onder de noemer “interlocking oppressions”, en Aouragh haalde deze quote van hen aan: “We are socialists because we believe that work must be organized for the collective benefit of those who do the work and create the products, and not for the profit of the bosses. Material resources must be equally distributed among those who create these resources.” Alhoewel er wel degelijk aandacht moet zijn voor de individuele ervaring, in het bijzonder voor mensen in posities waar meerdere intersecties samenkomen, hebben we een breder gedeeld politiek-ideologisch perspectief nodig om racisme en andere vormen van onderdrukking op een effectieve manier te bestrijden. De quote van Assata Shakur die Aouragh aanhaalt vind ik hierin ook uiterst belangrijk: “One of the most important things the Party did was to make it really clear who the enemy was: not the white people, but the capitalistic, imperialistic oppressors. They took the Black liberation struggle out of a national context and put it in an international context.” (…) De verwevenheid van racisme en kapitalisme is niet alleen iets van het verleden. Net zoals de slavernij anti-zwart racisme nodig had om tot slaaf gemaakten te dehumaniseren, zo heeft de rechtvaardiging van oorlogspolitiek in het Midden-Oosten ook moslimhaat in Europa nodig. Racisme leidt de aandacht af van de desastreuze gevolgen van de politiek waar de heersende klasse verantwoordelijk voor is. Het is dan ook geen toeval dat extreem-rechtse en autoritaire partijen internationaal in opkomst zijn, terwijl we een diepe economische crisis hebben meegemaakt, net zoals in de jaren dertig. Het gaat er dan ook niet alleen om dat anti-racisten een duidelijk standpunt innemen omtrent het gebrek aan anti-racisme bij gevestigd links en het bestaan van anti-zwart racisme of moslimhaat in onze eigen gemeenschappen, we moeten ook duidelijk zijn dat de postmoderne interpretatie van intersectionaliteit, privilegetheorie en de daaruit voortvloeiende liberale of sektarische identiteitspolitiek geen antwoord bieden op het kapitalisme waarmee racisme inherent verweven is. Het is belangrijk dat mensen zich gehoord en gerespecteerd voelen, maar als we een beweging willen opbouwen die in staat is om racisme, seksisme, validisme, queerfobie en andere vormen van onderdrukking te verslaan, dan moeten we, ongeacht onze eigen positie – maar uiteraard wel door er rekening mee te houden, uiteindelijk altijd politiek-inhoudelijke, strategische en tactische kritiek op elkaar kunnen uiten. Ik sluit me daarom aan bij de volgende woorden van Esajas: “Laten we inzicht halen uit deze discussies, kracht halen uit de diversiteit binnen onze gemeenschappen en samenwerken op basis van gemeenschappelijke belangen.”

Jazie Veldhuyzen in “You can’t have capitalism without racism” (Republiekallochtonië)